H7 De sociale partners KB

De sociale partners 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De sociale partners 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen? 
  • Lesdoelen 
  • Uitleg
  • Quizvragen
  • Zelfstandig aan het werk
  • Telefoon WEG en IN de tas

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kan uitleggen welke belangen werknemers en werkgevers hebben.
  • Je kan uitleggen hoe werkgevers en werknemers georganiseerd zijn.
  • Je kan vertellen hoe een CAO tot stand komt.
  


Slide 3 - Tekstslide

Belangen 
  • Belang(en): wat voor werknemer of werkgever belangrijk is, waar je voordeel bij hebt. 
  • Werkgevers en werknemers hebben voor een deel dezelfde belangen. Bijvoorbeeld dat het goed gaat met het bedrijf en dat er een fijne werksfeer is.
  • Werkgevers en werknemers hebben ook verschillende belangen.

Slide 4 - Tekstslide

Belang werknemers
  • Hoog loon
  • Prettige werktijden
  • Gezonde en veilige werkplek
  • inspraak (meepraten) 


Belang werkgevers
  • Lage kosten, lage lonen
  • Goed opgeleide werknemers
  • Weinig regels van de overheid (denk aan ontslag) 


Slide 5 - Tekstslide

Vakbond
Een organisatie die opkomt voor de belangen van werknemers noemen we een vakbond. De meeste vakbonden horen bij een vakcentrale: FNV, CNV of VCP. Een vakbond werkt op 4 niveaus:
  • persoonlijk (hulp bij ontslag of een conflict met je baas)
  • bedrijfsniveau (onderhandelen over loon en arbeidsomstandigheden binnen een bedrijf)
  • bedrijfstakniveau (onderhandelen over CAO's)
  • landelijk niveau (praten met ministers)

CAO
Collectieve ArbeidsOvereenkomst: alle afspraken die voor een hele bedrijfstak gelden. Denk aan loon, hoeveelheid verlof, ontslagregels, enz.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

De vakcentrales zeggen tegen de minister dat de kinderopvang beter geregeld moet worden. Op welk niveau werkt de vakbond?
A
persoonlijke hulp
B
bedrijfsniveau
C
bedrijfstakniveau
D
landelijk niveau

Slide 8 - Quizvraag

Pieter Dijkstra krijgt telefonisch advies van zijn vakbond over hoe hij een uitkering moet aanvragen na zijn ontslag. Op welk niveau werkt de vakbond?
A
persoonlijke hulp
B
bedrijfsniveau
C
bedrijfstakniveau
D
landelijk niveau

Slide 9 - Quizvraag

Albert Heijn gaat praten met de FNV. Ze hebben een conflict over de beloning van uitzendkrachten die in de koelcellen werken. Op welk niveau werkt de vakbond?
A
persoonlijke hulp
B
bedrijfsniveau
C
bedrijfstakniveau
D
landelijk niveau

Slide 10 - Quizvraag

De FNV organiseert een actie in het hele openbaar vervoer om meer loonsverhoging af te dwingen. Op welk niveau werkt de vakbond?
A
persoonlijke hulp
B
bedrijfsniveau
C
bedrijfstakniveau
D
landelijk niveau

Slide 11 - Quizvraag

Bij vervoersbedrijf Connexxion wordt een week lang gestaakt. Op welk niveau werkt de vakbond?
A
persoonlijke hulp
B
bedrijfsniveau
C
bedrijfstakniveau
D
landelijk niveau

Slide 12 - Quizvraag

Iemand van het CNV helpt mevrouw Gul met het invullen van haar belastingformulieren. Op welk niveau werkt de vakbond?
A
persoonlijke hulp
B
bedrijfsniveau
C
bedrijfstakniveau
D
landelijk niveau

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Lees onderstaande tekst en beantwoord dan de vragen op de volgende drie slides.
Nieuwe CAO ziekenhuizen
Er is een akkoord gesloten tussen de vakbonden en de ziekenhuizen voor een nieuwe CAO. Per 1 januari 2020 krijgt iedereen een loonsverhoging van 5 procent. De salarissen van leerling-verpleegkundigen worden verhoogd met 10 procent.
Medewerkers die worden opgeroepen om extra te komen werken, krijgen een hogere vergoeding en er komt meer tijd voor scholing onder werktijd.

Slide 15 - Tekstslide

Noem drie zaken die bijna altijd in een CAO staan.

Slide 16 - Open vraag

Gaat de tekst over afspraken op bedrijfsniveau of bedrijfstakniveau? Leg je antwoord uit.

Slide 17 - Open vraag

Noem twee groepen werknemers die het beter krijgen door de nieuwe CAO.

Slide 18 - Open vraag

 Werkgeversorganisaties
Werkgeversorganisaties komen op voor de belangen van werkgevers. Voorbeelden van werkgeversorganisaties zijn AWVN en MKB-Nederland.
Werkgeversorganisaties adviseren werkgevers bij conflicten met werknemers of stakingen van werknemers.

Slide 19 - Tekstslide

Onderhandelen over CAO's
Een belangrijke taak van vakbonden en werkgeversorganisaties is het onderhandelen over CAO's. 
Pas als de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zijn handtekening eronder heeft gezet, is de CAO bindend. Dan moeten alle werkgevers zich eraan houden.
Een CAO geldt ook voor werknemers die geen lid zijn van een vakbond.

Slide 20 - Tekstslide

Conflicten
Soms lopen onderhandelingen over een CAO tussen werkgevers en werknemers mis. Dan ontstaat er een conflict. De vakbonden kunnen bij een conflict besluiten druk te gaan uitoefenen door:
  • Stiptheidsacties --> werk wordt dan even onderbroken of er wordt heel stipt volgens de regels gewerkt zodat er vertragingen ontstaan.
  • Naar de rechter stappen
  • Een staking te organiseren. Het werk wordt dan helemaal stilgelegd. Werknemers krijgen geen loon als ze staken. En een bedrijf leidt verlies bij een staking. Werknemers en werkgevers willen dus beiden zo snel mogelijk een akkoord over een nieuwe CAO.
Ook werkgevers kunnen druk uitoefenen. Ook zij kunnen naar de rechter stappen om de staking te laten verbieden. En werkgevers kunnen ook dreigen met ontslag.

Slide 21 - Tekstslide

Zet de gebeurtenissen in de goede volgorde.
1
2
3
4
5
Bouwvakkers willen 4 procent meer loon.
De vakbonden en de werkgeversorganisaties bereiken een CAO-akkoord: de lonen stijgen met 3,5 procent.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verklaard het CAO-akkoord algemeen bindend.
Bouwvakkers voeren actie om de werkgeversorganisaties onder druk te zetten.
Het eerste overleg tussen vakbonden en werkgeversorganisaties over loonsverhoging wordt afgebroken zonder akkoord.

Slide 22 - Sleepvraag