4TL 11.3 Je lijkt op Les 2

Thema 11: Erfelijkheid




11.3
   Je lijkt op  Les 2
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 11: Erfelijkheid




11.3
   Je lijkt op  Les 2

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe eigenschappen allebei tot uiting komen.
  • Je kunt een intermediair vraagstuk oplossen.

Slide 2 - Tekstslide

Nog even terug naar de vorige les
Dominant, recessief, homozygoot, heterozygoot, kruisingen... Weet jij het allemaal nog? 

Slide 3 - Tekstslide

Oefenen: Kruisingsschema nr. 2
Het gen voor de paarse bloemen is dominant over het gen voor witte bloemen. Een tuinder kruist paarse bloemen die homozygoot zijn voor de bloemkleur met witte bloemen. Gebruik de letter R en r.

a. Wat zijn de genotypen van de ouders?
b. Maak een kruisingsschema
c. Wat is het genotype van F1?
d. Wat is het fenotype (Welke kleur heeft de bloem)?

Slide 4 - Tekstslide

Antwoorden Kruisingsschema nr. 2
Het gen voor de paarse bloemen is dominant over het gen voor witte bloemen. Een tuinder kruist paarse bloemen die homozygoot zijn voor de bloemkleur met witte bloemen. Gebruik de letter R en r.

a. Wat zijn de genotypen van de ouders? RR en rr
b. Maak een kruisingsschema
c. Wat is het genotype van F1? Rr
d. Wat is het fenotype (Welke kleur heeft de bloem)?
    Alle nakomelingen zijn paars.

Slide 5 - Tekstslide

Intermediair fenotype

Slide 6 - Tekstslide

Onvolledig dominant: Beide genotypen zijn even sterk

Intermediair: Beide fenotypen komen tot uiting 

Intermediair fenotype

Slide 7 - Tekstslide

Intermediair fenotype

Beide genen zijn even sterk 

 

Wit leeuwenbekje = AwAw

                                                      Roze leeuwenbekje = ArAw

                                                        Rood leeuwenbekje = ArAr

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht
Bij leeuwenbekjes is een roze bloemkleur een intermediair fenotype (zie de afbeelding). 
Twee leeuwenbekjes met roze bloemen planten zich onderling voort.
Welk fenotype hebben de nakomelingen?
Wit leeuwenbekje = AwAw
Roze leeuwenbekje = ArAw
Rood leeuwenbekje = ArAr

Slide 9 - Tekstslide

Antwoord
Welk fenotype hebben de nakomelingen?






2 roze, 1 rood, 1 wit
Wit leeuwenbekje = AwAw
Roze leeuwenbekje = ArAw
Rood leeuwenbekje = ArAr

Slide 10 - Tekstslide

Maken en lezen:

Lezen: blz 139 t/m 141
Maken: opdracht 1 t/m 4



De volgende les

Oefenopgaven erfelijke vraagstukken




Slide 11 - Tekstslide