H6 Negatieve getallen > < + - x en : EYBN

Vul in <, > of =
- 7 ...... 9
A
<
B
>
C
=
1 / 38
volgende
Slide 1: Quizvraag
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vul in <, > of =
- 7 ...... 9
A
<
B
>
C
=

Slide 1 - Quizvraag

Vul in <, >, =
- 14 ..... - 16
A
<
B
>
C
=

Slide 2 - Quizvraag

Vul in <, >, =
0,6 ...... -0,6
A
<
B
>
C
=

Slide 3 - Quizvraag

Vul in <, >, =
- 50 ...... - 24
A
<
B
>
C
=

Slide 4 - Quizvraag

Vul in <, >, =
-664 ....... -245
A
<
B
>
C
=

Slide 5 - Quizvraag

-8 - 3 =
A
-8 - 3 = -11
B
-8 - 3 = -5
C
-8 + 3 = -5
D
8 + 3 = 11

Slide 6 - Quizvraag

0 - 6 =
A
0 - 6 = 6
B
0 - 6 = -6
C
0 - 6 = 0

Slide 7 - Quizvraag

2 + - 5 =
A
2 + - 5 = 2 + 5 = 7
B
2 + - 5 = 2 - 5 = 3
C
2 + - 5 = 2 - 5 = -3
D
2 + - 5 = -2 + 5 = 3

Slide 8 - Quizvraag

9 + - 4 =
A
9 + - 4 = 9 + 4 = 13
B
9 + - 4 = 9 - 4 = 5
C
9 + - 4 = -9 + 4 = -5
D
9 + - 4 = 5

Slide 9 - Quizvraag

-7 - 3 =
A
-7 - 3 = -4
B
-7 - 3 = -10
C
-7 - 3 = 7 + 3 = 10
D
-7 - 3 = 4

Slide 10 - Quizvraag

Bereken: -7 + 5 =

Slide 11 - Open vraag

Bereken: -9 + - 4 =

Slide 12 - Open vraag

Bereken: 15 - -4=

Slide 13 - Open vraag

5 - - 3 =
A
5 - -3 = 5 - 3 = 2
B
5 - - 3 = -5 - 3 = -8
C
5 - - 3 = 5 + 3 = 8
D
5 - -3 = -5 + 3 = -2

Slide 14 - Quizvraag

-3 - -7=
A
-3 - -7 = 3 + 7 = 10
B
-3 - -7 = -3 + 7 = -10
C
-3 - -7 = -3 + 7 = 4
D
-3 - -7 = -3 - 7 = -10

Slide 15 - Quizvraag

7 - -12 =
A
7 - - 12 = 7 + 12 = 19
B
7 - -12 = 7 - 12 = -5
C
7 - -12 = -7 - 12 = - 19
D
7 - -12 = 7 - 12 = 19

Slide 16 - Quizvraag

-3 x 5 =
A
-3 x 5 = 15
B
-3 x 5 = -15

Slide 17 - Quizvraag

7 x -2 =
A
7 x -2 = 14
B
7 x -2 = -14

Slide 18 - Quizvraag

-2 x - 4 =
A
-2 x -4 = 8
B
-2 x -4 = -8

Slide 19 - Quizvraag

20 x -2 =
A
20 x -2 = 40
B
20 x -2 = -40

Slide 20 - Quizvraag

4 x 5 =
A
4 x 5 = 20
B
4 x 5 = -20

Slide 21 - Quizvraag

-4 x 5 =
A
-4 x 5 = 20
B
-4 x 5 = -20

Slide 22 - Quizvraag

4 x -5 =
A
4 x -5 = 20
B
4 x -5 = -20

Slide 23 - Quizvraag

-4 x -5 =
A
-4 x -5 = 20
B
-4 x -5 = -20

Slide 24 - Quizvraag

-16 : 4=
A
-16 : 4 = 4
B
-16 : 4 = -4

Slide 25 - Quizvraag

-24 : -6 =
A
-24 : -6 = 4
B
-24 : -6 = -4

Slide 26 - Quizvraag

10 : -2 =
A
10 : -2 = -5
B
10 : -2 = 5

Slide 27 - Quizvraag

30 : 10 =
A
30 : 10 = 3
B
30 :10 = -3

Slide 28 - Quizvraag

-30 : 10 =
A
-30 : 10 = 3
B
-30 :10 = -3

Slide 29 - Quizvraag

30 : -10 =
A
30 : -10 = 3
B
30 :-10 = -3

Slide 30 - Quizvraag

-30 : -10 =
A
-30 : -10 = 3
B
-30 :-10 = -3

Slide 31 - Quizvraag

( 5 - 3) + 6 x 3 =

Slide 32 - Open vraag

50 : 5 x 3 - 6 =

Slide 33 - Open vraag

8 : -4 x (9 + -3) =

Slide 34 - Open vraag

Welke uitspraak klopt niet?
A
negatief x negatief = positief
B
negatief x positief = negatief
C
positief x positief = negatief
D
positief x negatief = negatief

Slide 35 - Quizvraag

Bereken het product van 18 en 9
A
18 + 9 = 27
B
18 - 9 = 11
C
18 : 9 = 2
D
18 x 9 = 162

Slide 36 - Quizvraag

Bereken de som van 16 en 4
A
16 + 4 = 20
B
16 - 4 = 12
C
16 : 4 = 4
D
16 x 4 = 64

Slide 37 - Quizvraag

In Madrid is het 9 C. In Rotterdam is het -4 C. Bereken het temperatuur verschil.
°
°

Slide 38 - Open vraag