Hoe rijk zijn we?_2vmbo_7.3

Noem 6 lidstaten van de Europese Unie
1 / 11
volgende
Slide 1: Open vraag
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Noem 6 lidstaten van de Europese Unie

Slide 1 - Open vraag

De EU heft invoerrechten op schoenen uit China.
a. Welk gevolg heeft dit voor de prijs die jij voor deze schoenen betaalt?
b. Importeert ons land door deze maatregel meer of minder schoenen uit China?
A
a. prijs hoger b. meer schoenen
B
a. prijs hoger b. minder schoenen
C
a. prijs lager b. meer schoenen
D
a. prijs lager b. minder schoenen

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de economische betekenis van het begrip protectie
A
Het beschermen van productie en banen in eigen land
B
Het beschermen van de buitenlandse markt
C
Het beschermen van de wereldmarkt

Slide 3 - Quizvraag

Is de bewering Juist of onjuist?
a. Door vrijhandel wordt het goedkoper om producten te importeren.
b. Door vrijhandel kunnen de bedrijven hun producten makkelijker exporteren.
A
a. onjuist b. onjuist
B
a. onjuist b. juist
C
a. juist b. juist
D
a. juist b. onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Leerdoelen par 7.3
  • Je kunt kenmerken van ontwikkelingslanden noemen
  • Je weet hoe je de welvaart van een land kunt vergelijken
  • Je kunt het inkomen per hoofd van de bevolking berekenen
  • Je kunt uitleggen wat een vicieuze circel is

Slide 5 - Tekstslide

Ontwikkelingslanden
  • veel armoede
  • een slechte gezondheidszorg  
  • weinig onderwijs 

  • Andere kenmerken ontwikkelingslanden: ondervoeding, kindersterfte, analfabetisme, kinderarbeid.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Welvaart en nationaal inkomen
De welvaart van land is hoog als: de inwoners in veel behoeften kunnen voorzien.
Nationaal inkomen: 
  • is alles wat de inwoners van een land samen verdienen 
  • dat zegt nog niet zo veel over hun welvaart, want landen zijn niet even groot. 
  • Daarom kijken economen liever naar het inkomen per hoofd van de bevolking. Dat is het gemiddelde per inwoner.

Slide 8 - Tekstslide

Inkomen per hoofd van de bevolking
Inkomen per hoofd = nationaal inkomen ÷ aantal inwoners

Voorbeeld : Het nationaal inkomen van Duitsland is € 3.133 miljard. Er zijn 82 miljoen inwoners. Hoeveel is het inkomen per hoofd van de bevolking? 
€ 3.133 miljard = 3.133.000 miljoen
€ 3.133.000 miljoen ÷ 82 miljoen = € 38.207

Slide 9 - Tekstslide

Vicieuze circel
Betekent dat de oorzaak van het ene probleem weer het gevolg is van een ander probleem.
Zie voorbeeld hiernaast

Slide 10 - Tekstslide

Zelf aan de slag

  • Maak opgaven van 7.2 & 7.3 

Slide 11 - Tekstslide