H2 VWO GYM dictée B 6 december 2022

      Chapitre 2
À la caisse
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

      Chapitre 2
À la caisse

Slide 1 - Tekstslide

Prends ton stylo!
Dictée voc. B

Slide 2 - Tekstslide

Dictée
* 5 Franse zinnen en woordjes: vertaal
* 5 Nederlandse zinnen en woordjes: vertaal

Slide 3 - Tekstslide

Dictée chapitre 2: Vocabulaire B
1. Le compte en banque  (le compte bancaire).
2. La reduction.
3. L'achat.
4. Tu as combien d'argent de poche par semaine?
5. J'achète surtout des jeux vidéo.

Slide 4 - Tekstslide

Dictée chapitre 2: Vocabulaire B
6. Betalen                                
7. Verdienen / winnen.
8. Ik doe de tuin.
9. Heb je ook een bijbaantje?
10. Wat doe je met je (zak)geld?
 vervoeg avoir & être de passé composé

Slide 5 - Tekstslide

Avoir:  passé composé
avoir = hebben                         

J'ai ......= ik heb gehad         
Tu as .... = jij hebt gehad

Slide 6 - Tekstslide

Être: passé composé
être = zijn

J'ai été of je suis été = ik ben geweest        


Slide 7 - Tekstslide

Doel van de "dictées"
1. Regelmatig leren vergroot kennis van de woordenschat.
2. De kennis komt in het lange termijn geheugen.
3. De schrijfwijze wordt juist geoefend.
4. De uitspraak wordt geoefend.
5. Bewustwording van het verband tussen grammatica en zinsstructuren.
6. Feedback vergroot inzicht door fouten te bekijken.

Slide 8 - Tekstslide

Planning d'aujourd'hui
*   Dictée                 : B
*   Parler français    :  LessonUp
*   C                         : grammatica (het meewerkend voorwerp)

Les devoirs             : Maken C: opdracht 13 d e f


             




Slide 9 - Tekstslide

Onderwerp (sujet) & doelen (buts)
1. Quel est le sujet de ce chapitre?  
* L'argent, économiser, dépenser, travailler, le travail, les prix, les riches.
* Hoe vertel je/vraag je naar de besteding van (zak)geld?

2. Quels sont les buts?  
* Het gebruik van het meewerkend voorwerp om te vertellen over wat je koopt.
Hij stelt een vraag aan mij = Hij stelt mij een vraag = Il me pose une question
* het werkwoord "venir" in 4 tijden herkennen, kennen en toepassen
* De passé composé om te vertellen wat je hebt gekocht.

Slide 10 - Tekstslide

Résumé
L'argent: mon petit budget!
Alsace
L'argent de poche
le pronom personnel  COI (meewerkend vw)
le verbe: venir
décrire un object / couleur
le passé composé


Slide 11 - Tekstslide

Alsace en France.

Slide 12 - Tekstslide

Europees Parlement  

Slide 13 - Tekstslide

La petite France en Alsace

Slide 14 - Tekstslide

Choucroute est une spécialité d'Alsace...

Slide 15 - Tekstslide

Un hobby!
Combien ça coûte?
Est-ce que c'est cher, un hobby?

Faire du shopping
Faire du sport
Faire de la photografie
Faire de la musique
Faire de la danse


Slide 16 - Tekstslide

Parler français

Slide 17 - Tekstslide

Parler français
Hoe vraag je:
* Hoeveel zakgeld krijg je?       
* Hoe besteed je het?       * Spaar je?

Hoe zeg je:
* Mijn ouders geven mij ....   / ik krijg .....
* Ik koop .....
* Ja, ik spaar voor .....   / Nee, ik spaar niet.....

Slide 18 - Tekstslide

Tu as combien d'argent de poche par semaine?
Mes parents me donnent 5 euros par semaine!

Slide 19 - Tekstslide

Que fais-tu de ton argent (de poche)?
J'achète surtout des jeux vidéo.

Slide 20 - Tekstslide

Tu fais des économies?
Oui, je fais des économies pour acheter un scooter. 

Slide 21 - Tekstslide

Ça a coûté combien?
Ça a coûté 75 euros.
C'est cher!

Slide 22 - Tekstslide

Prends ton ordinateur!
Cherche LessonUp!

Slide 23 - Tekstslide

Quelques questions:
Beantwoord de volgende 2 vragen in het Frans!

Slide 24 - Tekstslide

Tu as combien de l'argent de poche par semaine?

Slide 25 - Woordweb

Comment tu le dépenses?

Slide 26 - Woordweb

On continue.....
Zet je laptop uit en berg hem op.
Pak je boeken en een pen.

Slide 27 - Tekstslide

Sur la table....
* TES LIVRES: 
Livre de textes 
Livre d'exercices A

* TON CAHIER
* TA TROUSSE
* TON ORDINATEUR

Slide 28 - Tekstslide

Prends tes livres!
Livre de textes:
page  24

Livre d'exercices A
page 55 en 56 bespreken
Exercice 13 d e f  maken







Slide 29 - Tekstslide

Au travail
Wat          : Maken opdracht 13 d e f  van blz. 56 wb (blz. 24 tekstboek)
Hoe          : Schrijf de antwoorden in je werkboek
Wie          :  Alleen
Tijd           :  10 minuten
Resultaat : Samen bespreken volgende les


Slide 30 - Tekstslide

Les devoirs:
Leren: de werkwoorden: aller en faire zie blz. 142 en 144.
In de présent (1e kolom) en in de passé composé (3e kolom)


Slide 31 - Tekstslide