Projectmanagement

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BrainstormenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geen mobiel gebruiken (in tas opbergen)
Niet eten in het lokaal of achter de computer
Op tijd aanwezig in de les
Aanwezigheid en afwezigheid wordt geregistreerd
Je lesmateriaal is in orde en aanwezig in de les
Je doet actief mee
Je komt met een opgeladen laptop op school (en hebt een oplader bij je)

Slide 2 - Tekstslide

Roger:

Wie wil er nou niet creatief zijn? Dat is goud waard. En niet alleen voor marketeers, reclamejongens en marcommers! In vrijwel elke werkomgeving galmt het geregeld door gangen: ‘Dit moet beter’, ‘Hoe maken we voor onze klant echt het verschil?’, ‘We hebben iets nieuws nodig.’ Wil je voorop blijven lopen, dan heb je innovaties en dus het vermogen om anders te denken nodig. Welkom bij onze workshop!
Doel van vandaag
  • Hoe werkt het creatieve proces
  • Je kunt na deze les drie creatief-denktechnieken toepassen
  • Je kunt creatief denken toepassen bij het project.
  • COCD-box toepassen

Slide 3 - Tekstslide

Roger:

Tijdens deze interactieve workshop wordt op prikkelende wijze je creativiteit aangesproken. Na een korte introductie over de spelregels gaan we aan de slag met 3 technieken. Daardoor maak je kennis met diverse denkmethoden om out of the box te denken. Een verrassende workshop in hoog tempo, praktijkgericht en concrete handvatten om de tools toe te passen in de praktijk. Bijvoorbeeld bij het bedenken van nieuwe concepten, activiteiten of projecten.

  • Je kent de voordelen van het inzetten van creatief denken
  • Je kent de voorwaarden om effectief creatief te kunnen denken
  • Je kunt na deze les drie creatief-denktechnieken toepassen
  • Je hebt een idee van hoe je creatief denken kunt toepassen in jouw lessen

Vandaag:
Aan de slag met de begrippen rondom brainstormen

Vrijdag:
Start met het brainstormen voor het project

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening 1: Lateraal raadseltje
Een man gaat samen met zijn zoon een eindje rijden en raakt betrokken bij een ernstig ongeluk, waarbij de man ter plekke overlijdt. De zwaargewonde zoon wordt naar het ziekenhuis gebracht, waar de dienstdoende chirurg een levensreddende operatie op hem moet uitvoeren. De chirurg kijkt de jongen aan en zegt verschrikt: ‘Deze persoon kan ik niet opereren, het is namelijk mijn zoon.’ Rara, hoe kan dit?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Antwoord oefening 1: de chirurg is de moeder van de jongen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is creatief denken?
Creatief denken betekent dat situaties of problemen worden bekeken vanuit een nieuw perspectief (out of the box), met verrassende of originele oplossingen en resultaten. 

  • het bewust anders ordenen van informatie (lateraal denken) of 
  • via minder gestructureerde technieken (o.a. brainstormen).  

Creativiteit an sich is feitelijk dus: ‘iets nieuws zien’

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Creatief denken
Creatief denken betekent dat situaties of problemen worden bekeken vanuit een nieuw perspectief (out of the box), met verrassende of originele oplossingen en resultaten.

Creativiteit an sich is feitelijk dus: ‘iets nieuws zien’.

Slide 13 - Tekstslide

Joy:
Voorkennis activeren in 2-3tallen, team laten vormen met buurman-buurvrouw
Wat is creatief denken?

Creatief denken betekent dat situaties of problemen worden bekeken vanuit een nieuw perspectief (out of the box), met verrassende of originele oplossingen en resultaten. Creatieve ideeën kunnen tot stand komen via het bewust anders ordenen van informatie (lateraal denken) of via minder gestructureerde technieken (onder andere brainstormen).

Creativiteit an sich is feitelijk dus: ‘iets nieuws zien’. Dat geeft je het vermogen om een probleem op een afwijkende manier op te lossen, om een niet eerder gerealiseerde kans te creëren of tot een opvallende invalshoek te komen.
Voorwaarden bij creatief denken
1. Kwantiteit boven kwaliteit, verzamel zoveel mogelijk ideeën
2. Stel je oordeel uit en zorg voor een veilige omgeving
3. Schrijf alles (!) op, zelfs de meest idiote en wilde ideeën
4. Combineer en bouw voort op ideeën van elkaar
5. Houdt de oorspronkelijke opdracht in je achterhoofd
6. Ideeën zijn van de groep, niet van individu

Slide 14 - Tekstslide

Charlene: 

  • Oordeel uitstellen: alle ideeën zijn welkom. Oordeel dus niet meteen over de ideeën.
  • Ga voor kwantiteit: je wilt zoveel mogelijk ideeën verzamelen. Blijf doorgaan met bedenken, ook als je al veel bruikbare ideeën hebt. De eerste ideeën zijn vaak de meest voor de hand liggende en dus het saaist.
  • Lift mee op de ideeën van anderen: de ideeën van een ander kunnen jou weer op nieuwe ideeën brengen.
  • Zoek wilde, ongewone ideeën: alleen dan ontstaan er nieuwe verbindingen en écht innovatieve ideeën.
  • Neem een creatieve pauze: de beste ideeën ontstaan tijdens het wandelen, onder de douche of op feestjes. Mijn ideeën ontstaan vaak in de nacht vlak voor het slapen.
Ijsbreker: 10 dingen gemeen

Divergeren: Actie Sabotage

Convergeren: PMI

Slide 15 - Tekstslide

Charlene:

Met deze uitspraak begint de workshop Creatief Denken. Alles? Ja, alles! Weg dus die laptop, schrijfblok, telefoon. Maak ruimte, letterlijk en figuurlijk, en stel je open!

Het blijft spannend, uitdagend en onverwacht tot op het einde en als de workshop is afgelopen ga je met een denkbeeldige tas vol met nieuwe denkwijzen de deur uit.

We maken 3 groepen en gaan aan de slag met 3 technieken:
  • Omgekeerde brainstorm (Roger)
  • Bruggenbouwer (Joy)
  • Denkhoeden (Charlene)
Wij maken de groepen… 1,2,3 -> Samen laten zitten in groepjes (voor, midden, achter)

Let's Go!

IJsbreker: 
10 dingen gemeen
- De klas wordt in groepjes gedeeld (die maak ik)
- Schrijf zo veel mogelijk dingen op die jullie gemeen hebben.

Jullie hebben 5 minuten.


Slide 16 - Tekstslide

Het kan zo simpel zijn als: “We dragen allemaal schoenen”, tot iets specifieker als: “We zijn allemaal aangenomen in 2020”.
De vraag van vandaag
Een deel van de eerstejaars studenten gaat in 2025 naar Berlijn. 
Wat is daar allemaal te doen voor studenten?
Denk aan: cultuuropdracht / sportactiviteiten / uitjes etc etc

Slide 17 - Tekstslide

Joy:
Voorkennis activeren in 2-3tallen, team laten vormen met buurman-buurvrouw
Wat is creatief denken?

Creatief denken betekent dat situaties of problemen worden bekeken vanuit een nieuw perspectief (out of the box), met verrassende of originele oplossingen en resultaten. Creatieve ideeën kunnen tot stand komen via het bewust anders ordenen van informatie (lateraal denken) of via minder gestructureerde technieken (onder andere brainstormen).

Creativiteit an sich is feitelijk dus: ‘iets nieuws zien’. Dat geeft je het vermogen om een probleem op een afwijkende manier op te lossen, om een niet eerder gerealiseerde kans te creëren of tot een opvallende invalshoek te komen.
Divergeren: 
Mind-map
We gaan in de groepjes werken zoals gemaakt voor het project.

  • Pak een A3 vel, post-its, stiften etc
  • Maak een mind-map met antwoorden / oplossingen voor de vraag die centraal staat.

Slide 18 - Tekstslide

Charlene: 

  • Oordeel uitstellen: alle ideeën zijn welkom. Oordeel dus niet meteen over de ideeën.
  • Ga voor kwantiteit: je wilt zoveel mogelijk ideeën verzamelen. Blijf doorgaan met bedenken, ook als je al veel bruikbare ideeën hebt. De eerste ideeën zijn vaak de meest voor de hand liggende en dus het saaist.
  • Lift mee op de ideeën van anderen: de ideeën van een ander kunnen jou weer op nieuwe ideeën brengen.
  • Zoek wilde, ongewone ideeën: alleen dan ontstaan er nieuwe verbindingen en écht innovatieve ideeën.
  • Neem een creatieve pauze: de beste ideeën ontstaan tijdens het wandelen, onder de douche of op feestjes. Mijn ideeën ontstaan vaak in de nacht vlak voor het slapen.
Wat is Convergeren?
A
Keuzes maken
B
Keuzes creëren
C
Keuzes hebben
D
Keuzes vinden

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Charlene
https://brainfuel.nl/blogs/7-trucs-om-de-perfecte-brainstormvraag-te-bouwen

Convergeren: 
PMI
  • Maak een selectie van de ideeën.
  • Per idee wordt PMI toegepast (Plus, Minus, Interesting)
  • Allereerst worden de voordelen, kansen, mogelijkheden aangegeven.
  • Vervolgens de knelpunten, minpunten, risico's. Fomuleer zo dat de nog opgelost kunnen worden en noem oplossingen.
  • Als laatste: het zou leuk zijn om het volgende ook nog te onderzoeken. 

Slide 21 - Tekstslide

Charlene: 

  • Oordeel uitstellen: alle ideeën zijn welkom. Oordeel dus niet meteen over de ideeën.
  • Ga voor kwantiteit: je wilt zoveel mogelijk ideeën verzamelen. Blijf doorgaan met bedenken, ook als je al veel bruikbare ideeën hebt. De eerste ideeën zijn vaak de meest voor de hand liggende en dus het saaist.
  • Lift mee op de ideeën van anderen: de ideeën van een ander kunnen jou weer op nieuwe ideeën brengen.
  • Zoek wilde, ongewone ideeën: alleen dan ontstaan er nieuwe verbindingen en écht innovatieve ideeën.
  • Neem een creatieve pauze: de beste ideeën ontstaan tijdens het wandelen, onder de douche of op feestjes. Mijn ideeën ontstaan vaak in de nacht vlak voor het slapen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorwaarden bij creatief denken
1. Kwantiteit boven kwaliteit, verzamel zoveel mogelijk ideeën
2. Stel je oordeel uit en zorg voor een veilige omgeving
3. Schrijf alles (!) op, zelfs de meest idiote en wilde ideeën
4. Combineer en bouw voort op ideeën van elkaar

Slide 23 - Tekstslide

Charlene: 

  • Oordeel uitstellen: alle ideeën zijn welkom. Oordeel dus niet meteen over de ideeën.
  • Ga voor kwantiteit: je wilt zoveel mogelijk ideeën verzamelen. Blijf doorgaan met bedenken, ook als je al veel bruikbare ideeën hebt. De eerste ideeën zijn vaak de meest voor de hand liggende en dus het saaist.
  • Lift mee op de ideeën van anderen: de ideeën van een ander kunnen jou weer op nieuwe ideeën brengen.
  • Zoek wilde, ongewone ideeën: alleen dan ontstaan er nieuwe verbindingen en écht innovatieve ideeën.
  • Neem een creatieve pauze: de beste ideeën ontstaan tijdens het wandelen, onder de douche of op feestjes. Mijn ideeën ontstaan vaak in de nacht vlak voor het slapen.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Het selecteren van een definitief evenementidee en het opstellen van een duidelijk projectplan met doelstellingen en taken. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Alle leden van je groepje zetten gedurende een afgesproken tijd (5 minuten) zoveel mogelijk ideeën op papier.
  •  Dit doe je eerst voor jezelf. Je kijkt niet bij elkaar.
  • Daarna voeg je de ideeën samen in een mindmap 


Brainstormtechniek 1: Brainwriting

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Convergeren: 
COCD-box
De COCD Box® is een selectiemethode om het grote aantal opties uit een divergentie terug te brengen naar een aantal dat je kunt overzien. 

Slide 29 - Tekstslide

Charlene: 

  • Oordeel uitstellen: alle ideeën zijn welkom. Oordeel dus niet meteen over de ideeën.
  • Ga voor kwantiteit: je wilt zoveel mogelijk ideeën verzamelen. Blijf doorgaan met bedenken, ook als je al veel bruikbare ideeën hebt. De eerste ideeën zijn vaak de meest voor de hand liggende en dus het saaist.
  • Lift mee op de ideeën van anderen: de ideeën van een ander kunnen jou weer op nieuwe ideeën brengen.
  • Zoek wilde, ongewone ideeën: alleen dan ontstaan er nieuwe verbindingen en écht innovatieve ideeën.
  • Neem een creatieve pauze: de beste ideeën ontstaan tijdens het wandelen, onder de douche of op feestjes. Mijn ideeën ontstaan vaak in de nacht vlak voor het slapen.

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Convergeren: 
COCD-box
Je gaat nu alle ideeën als groepje zetten in de COCD-box. Hierna kies je per stad 1 opdracht.

De opdracht is digitaal en terug te vinden op Moodle.

* Misschien komen er nog meer ideeën op, vul ze dan in.
* Denk aan de opdracht (Cultuur/sport/speurtocht/teambuilding)

*Klaar? Start met stap 1 tm 4 van het projectplan.

Slide 33 - Tekstslide

Charlene: 

  • Oordeel uitstellen: alle ideeën zijn welkom. Oordeel dus niet meteen over de ideeën.
  • Ga voor kwantiteit: je wilt zoveel mogelijk ideeën verzamelen. Blijf doorgaan met bedenken, ook als je al veel bruikbare ideeën hebt. De eerste ideeën zijn vaak de meest voor de hand liggende en dus het saaist.
  • Lift mee op de ideeën van anderen: de ideeën van een ander kunnen jou weer op nieuwe ideeën brengen.
  • Zoek wilde, ongewone ideeën: alleen dan ontstaan er nieuwe verbindingen en écht innovatieve ideeën.
  • Neem een creatieve pauze: de beste ideeën ontstaan tijdens het wandelen, onder de douche of op feestjes. Mijn ideeën ontstaan vaak in de nacht vlak voor het slapen.
De vraag
Een deel van de eerstejaars studenten gaat in 2025 naar Parijs of Londen.
Wat is daar allemaal te doen voor studenten?
Denk aan: cultuuropdracht / sportactiviteiten / uitjes etc etc

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een project
  1. Een verzameling van unieke werkzaamheden
  2. Uitgevoerd in een tijdelijk samenwerkingsverband
  3. Binnen een vooraf bepaalde tijdsbestek
  4. en binnen een afgesproken budget
  5. een van tevoren gespecificeerd resultaat te realiseren

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorwaarden voor een project
  • Een project moet een duidelijk doel hebben
  • Er moet een beeld zijn van hoe het eindresultaat er uit ziet
  • Een project is geen onderdeel van ‘everyday work’: er is tijd beschikbaar gemaakt voor het project
  • Er is een projectteam en de taken en verantwoordelijkheden van betrokken partijen zijn duidelijk, er is een opdrachtgever.
  • De randvoorwaarden moeten duidelijk zijn (tijd, geld, kwaliteit)
  • Voor iedereen duidelijk wat moet gebeuren door een Plan van Aanpak

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fases van een project

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Initiatiefase;
Opdracht komt vanuit de opdrachtgever;   
 
  • Verduidelijking bij opdrachtgever zoeken (vragen)
      
  • Aanleiding
  • Probleemstelling
  • Vraagstelling

Onderzoek:
1. Onderwerp
2. Organisatie  

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn SMART doelen?
SMART staat voor Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden. SMART doelen helpen om gericht te werken naar een concreet doel.

Slide 39 - Tekstslide

Leg uit wat SMART doelen zijn en waarom ze belangrijk zijn.
SMART opgesteld
Ik kan aan het einde van periode 2 minimaal 2 Smartdoelen  formuleren met behulp van de les-instructies over SMART. 

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan aan het einde van periode 2 minimaal 2 Smartdoelen formuleren met behulp van de les-instructies over SMART. 
Specifiek : 2 smartdoelen met behulp van de lesinstructie
Meetbaar: 2 doelen formuleren
Acceptabel: logisch ontstaan uit de lesinstructie
Tijdgebonden: aan het einde van periode 2
Realistisch: het is voor jou haalbaar

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Idee pitchen
Andere enthousiasmeren over jullie idee

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Video

Deze slide heeft geen instructies