Toets oefenen Bl2 Over Taal & lezen KGT1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Je krijgt 5 woordenschat vragen. Hoeveel denk je er goed te hebben?

Wat past het best bij:
'aantekeningen maken'

1. een verhaal schrijven
2. een samenvatting maken
3. iets kort opschrijven
4. iets aanwijzen

Wat past het best bij:
'vastleggen'

1. vastbinden
2. opschrijven
3. bepalen
4. geven

Wat past het best bij:
'kenmerk'

1. eigenschap om te herkennen
2. iets of iemand kennen
3. wat hoort bij een merk
4. wat voldoende is.

Wat past het best bij:
'intensief'

1. makkelijk
2. hevig
3. goed
4. best

Wat past het best bij:
'psychologisch'

1. in een spiegel kijken
2. last van je rug hebben
3. aandacht geven
4. de menselijke geest

Hoeveel had je er goed?
Vul je antwoord in.

Wat zijn 'zoekwoorden'

1. woorden die je moet zoeken
2. woorden die je kwijt bent
3. woorden boven aan de bladzijde van een woordenboek
4. woorden die gezocht worden

Welke woord staat tussen
'bakker en ballet'

1. baden
2. ballen
3. bellen
4. blazen

Welke woord staat tussen
'neerslag en netto'

1. neerstrijken
2. nettoloon
3. nevel
4. naasten

Wat past het best bij:
'onbekwaam'

1. je weet het niet
2. je hebt het niet
3. je kunt het niet
4. je doet het niet

Wat past het best bij:
'vormloos'

1. een mooie vorm
2. een rare vorm
3. een ronde vorm
4. geen vorm

Wat past het best bij:
'monoloog'

1. ze kletsen maar wat
2. ze praten tegen elkaar
3. hij geeft een presentatie
4. hij vraagt wat aan de groep

Wat past het best bij:
'wanprestatie'

1. met 13 - 0 verliezen
2. 2e worden bij het EK
3. een Chinese vaas maken
4. een 7 halen voor een toets

Wat past het best bij:
'kleurrijk'

1. de kleuren van een regenboog
2. een roze kamer
3. de grijstinten
4. de kleuren van de Nederlandse vlag

Welke titel past het beste bij een overhalende tekst?

1. Nederland wint!
2. In actie voor Nederland!
3. Op avontuur door Nederland!
4. Waar ligt Nederland?

Wat is geen tekstdoel

1. informeren
2. amuseren
3. overhalen
4. reclameren

Wat is een overhalende tekstvorm?

1. een stripboek
2. een lesboek
3. een reclamefolder
4. een nieuwsbrief

Wat is een informerende tekstvorm?

1. een lesboek
2. een leesboek
3. een advertentie
4. een reisfolder

Welke titel past het beste bij een amuserende tekst?

1. Alle leerlingen geslaagd
2. directeur Shell ontslagen
3. de wilde bende doet het weer
4. doe mee en win!

Welke titel past het beste bij een overhalende tekst?

1. Nederland wint!
2. In actie voor Nederland!
3. Op avontuur door Nederland!
4. Waar ligt Nederland?

Wat doe je allemaal bij verkennend lezen?

Wat hoort niet bij verkennend lezen?

1. de titel lezen
2. de plaatjes kijken
3. de bron bekijken
4. de vragen beantwoorden

Wat hoort niet bij verkennend lezen?

1. de titel lezen
2. de plaatjes kijken
3. de bron bekijken
4. de vragen beantwoorden

Welke 3 stappen zet je bij het Leesplan?

Wat hoort bij de stap
'begrijpen tijdens het lezen'?

1. voorspellen
2. lees de eerste zinnen
3. lees steeds een stukje
4. klopte de voorspelling?

Wat vond je van deze quiz?