Domein 2 deel 1

Domein 2 deel 1
verhoudingen 3F
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Domein 2 deel 1
verhoudingen 3F

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
-Wat zijn verhoudingen
-Hoe pas je verhoudingstabellen toe


Slide 2 - Tekstslide

welk van deze opties is geen verhouding?
A
Schaal 1:817
B
de breuk, drie vierde.
C
Rond af 3,46 op 1 decimaal
D
2 broden kosten €1,50

Slide 3 - Quizvraag

Hoe maak je een verhoudingstabel?
Begin met het maken van een tabel in deze vorm
Voorbeeld: "Je hebt 6 eieren nodig en 1200 gram meel. hoeveel meel heb je nodig bij 10 eieren?" 
aantal eieren
hoeveelheid meel in gram

Slide 4 - Tekstslide

Hoe maak je een verhoudingstabel?
aantal eieren
hoeveelheid meel in gram
Bekijk nu de vraag en zoek de belangrijke getallen.
Wat weet je zeker en wat wil je weten?
Voorbeeld: "Je hebt 6 eieren nodig en 1200 gram meel. hoeveel meel heb je nodig bij 10 eieren?"

Slide 5 - Tekstslide

Hoe maak je een verhoudingstabel?
aantal eieren
6
10
hoeveelheid meel in gram
1200
Zet vervolgens de getallen juist in de tabel.  Voorbeeld: "Je hebt 6 eieren nodig en 1200 gram meel. hoeveel meel heb je nodig bij 10 eieren?"

Slide 6 - Tekstslide

Hoe maak je een verhoudingstabel?
aantal eieren
6
1
10
hoeveelheid meel in gram
1200
Daar waar twee getallen zijn schrijf je 1 op.   Voorbeeld: "Je hebt 6 eieren nodig en 1200 gram meel. hoeveel meel heb je nodig bij 10 eieren?"

Slide 7 - Tekstslide

Hoe maak je een verhoudingstabel?
aantal eieren
6
1
10
hoeveelheid meel in gram
1200
om van 6 naar 1 te gaan deel je door 6, want;
 6÷6 = 1 
om van 1 naar 10 te gaan vermenigvuldig je het met 10, want; 1 x 10 = 10

Slide 8 - Tekstslide

Hoe maak je een verhoudingstabel?
aantal eieren
6
1
10
hoeveelheid meel in gram
1200
dezelfde stappen doe je aan de onderkant, dus
"1200 ÷ 6 x 10."
Voer dit in in je rekenmachine. 

Slide 9 - Tekstslide

Hoe maak je een verhoudingstabel?
aantal eieren
6
1
10
hoeveelheid meel in gram
1200
x
2000
Zet het antwoord in de tabel. 
 
Dus je antwoord is 2000 gram 
LETOP! Rond nooit tussendoor af!

Slide 10 - Tekstslide

Als 400 gram snoep €2,- kost. hoeveel gram snoep kun je komen voor €6,-?

Slide 11 - Open vraag

Vul het nu goed in bij de tabel
Vraag: 4 op de 7 leden op een hockeyclub zijn vrouw. er zijn 2100 leden, hoeveel vrouwen zijn lid? 
Totaal leden
Vrouwelijk leden
4
7
1
2100
1200

Slide 12 - Sleepvraag

Voor elke 5 zwarte auto's die Jan tegenkomt op de snelweg ziet hij 1 rode auto. Op een dag zag hij alleen zwarte en rode auto's, hij zag 15 rode auto's.
Hoeveel auto's zag hij totaal?

Slide 13 - Open vraag


Welk van deze producten is naar verhouding het goedkoopst?
A
Energy
B
AA-drink
C
Evenduur
D
zijn niet te vergelijken

Slide 14 - Quizvraag


Is dit goed of fout?
A
Goed
B
Fout

Slide 15 - Quizvraag

Einde van de les
Terugblik


Je kunt nu via studiemeter gaan oefenen.
- Verhoudingen ; Verhoudingen

Wil je de theorie nog na lezen kan je altijd op deze link van van lessen-up klikken : https://www.lessonup.com/nl/lesson/h736TpX2QDrgzxJjv?utm_source=app&utm_campaign=shared-lesson-app&utm_content=1642009949511&utm_medium=shared-link


Slide 16 - Tekstslide



Volgende slide: Meer uitleg over verhoudingen.

Slide 17 - Tekstslide

0

Slide 18 - Video