3.1 - Leenheren, leenmannen en horigen- II

3.1 - Leenmannen, leenheren en horigen 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.1 - Leenmannen, leenheren en horigen 

Slide 1 - Tekstslide

Overleg in duo's wat de antwoorden op de leerdoelen met pijl zijn:

Slide 2 - Tekstslide

Welke plicht moest de landheer vervullen?

Slide 3 - Open vraag

Wat was geen plicht van een horige boer:
A
Pacht betalen
B
Herendiensten verrichten
C
Dienen in het leger van de koning
D
Zonder toestemming van de heer het land niet mogen verlaten

Slide 4 - Quizvraag

Leg uit waarom domeinen autarkisch werden

Slide 5 - Open vraag

Wanneer begon het in gebruik te raken om pachtboeren aan hun land te binden?
A
Vroege Oudheid
B
Late Oudheid
C
Vroege Middeleeuwen
D
Late Middeleeuwen

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Ontstaan van het feodale stelsel
- de politieke veranderingen -

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een ander woord voor het feodale stelsel
A
hofstelsel
B
domeinstelsel
C
bestuurstelsel
D
leenstelsel

Slide 9 - Quizvraag

Wat was een van de problemen waar Frankische koningen in het begin van de Middeleeuwen tegenaan liepen:
A
Het schrift was in onbruik geraakt
B
De wegen waren niet meer goed begaanbaar
C
Geld was in onbruik geraakt
D
Alle drie was problematisch voor het bestuur van de Frankische koningen

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wat houdt het feodale stelsel in?

Slide 13 - Open vraag

Vazallen kregen het beheer over een stuk grond in ruil voor:
- hulp bij bestuur
- leveren van troepen

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht feodale- en domein stelsel
Doel: Plaats de begrippen op de juiste plek in het schema zodat je een overzicht krijgt van hoe het feodale- en het domein stelsel functioneert
- Lees de onderstaande begrippen door
- Een aantal begrippen zijn al ingevuld, vul de rest ook in

Veel succes!

Slide 15 - Tekstslide

Lees blz. 59 t/m 61
Maak vragen 4 t/m 7 (blz. 61)

Slide 16 - Tekstslide

Karel de Grote wist zijn rijk onder controle te houden en uit te breiden door feodale banden aan te gaan

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Het succes van het feodale stelsel hing af van de macht van de koning(en)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wat was een nadeel voor de koning van het feodale stelsel:
A
Vazallen bestuurden in naam van de koning
B
Vazallen leverden troepen
C
Vazallen gaven hun leen door aan hun kinderen
D
Vazallen leefden van de inkomsten van hun leen

Slide 21 - Quizvraag