2.2 + 2.3

2.2 Het land van de Farao
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.2 Het land van de Farao

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen voor vandaag
Deze les leer je:
1. Hoe Egypte een staat werd.
2. Hoe Egyptenaren dachten over de farao.
3. Op welke manier farao’s hun staat bestuurden.
4. Hoe belangrijk de uitvinding van het schrift was.
5. Hoe het Egyptische rijk zich ontwikkelde.
6. De kenmerken van Egyptische godsdienst.
7. De kenmerken van Egyptische kunst.

Slide 2 - Tekstslide

Egypte wordt één staat
In Egypte kwamen gebieden onder bestuur van een leider. Boeren betaalden belasting aan deze leiders.

Ambtenaren hielpen de leiders met het bestuur.
Ambtenaar van de leider
Ambtenaar houdt de belastinginkomsten bij op papyrus

Slide 3 - Tekstslide

vorst van Beneden Egypte
vorst van Boven Egypte
3000 v. Chr. Oorlog tussen Beneden- en Boven Egypte

Boven Egypte won deze oorlog

Gevolg= Egypte wordt één staat
en één koninkrijk.

De vorst van Boven Egypte werd farao van beide gebieden.

Slide 4 - Tekstslide

De goddelijke farao
Vanaf 3000 v. Chr. vormden de Egyptenaren één volk. Allemaal waren ze onderdanen van de farao.

Egyptenaren geloofden dat de farao een aardse verschijning was van de de god Horus.
Samengevoegde kroon van Boven- en Beneden Egypte
Anch - Egyptisch teken van leven
Horus in hiërogliefen
Staf van de farao

Slide 5 - Tekstslide

Maken deze les
2.2 Het land van de Farao

Opdracht 1 t/m 3
blz. 40-41
Klaar? Doe opdr. 4 (VWO vraag)

Niet af? Huiswerk volgende les


Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen voor vandaag
Deze les leer je:
1. Hoe Egypte een staat werd.
2. Hoe Egyptenaren dachten over de farao.
3. Op welke manier farao’s hun staat bestuurden.
4. Hoe belangrijk de uitvinding van het schrift was.
5. Hoe het Egyptische rijk zich ontwikkelde.
6. De kenmerken van Egyptische godsdienst.
7. De kenmerken van Egyptische kunst.

Slide 7 - Tekstslide

3. Bestuur
  • Het land is eigendom van de farao en wordt bestuurd door hoge en lage ambtenaren
 

  • Voor het gebruik van de grond betaalden ze belasting: dat werd gebruikt als loon en noodvoorraad.

  • Werk voor Farao is ook belasting

Slide 8 - Tekstslide

Uitvinding van het schrift
Einde van de prehistorie -> begin oudheid (3000 v. Chr. - 500 n. Chr.)

Over deze tijd weten we meer door geschreven bronnen.


Slide 9 - Tekstslide

Het schrift
3000 v. Chr. = Uitvinding van het schrift (schrijven).
De Egyptenaren ontwikkelden een schrift dat later het hiërogliefenschrift werd genoemd.

Het werd gebruikt voor:
  • Bijhouden van belastingen en voedselvoorraden.
  • Opschrijven van wetten

Slide 10 - Tekstslide

Eenheid, verdeeldheid, veroveringen
Sterkte farao= Egyptische staat een eenheid.

Zwakke farao= Egyptische staat verdeeld en burgeroorlogen.
Farao Thoetmoses III
Mesopothamië: Ander machtig gebied met veel steden, het schrift, en sterke legers

Slide 11 - Tekstslide

Maken deze les
2.2 land van de farao

Opdracht 5 t/m 8

werkboek blz. 41-42

Slide 12 - Tekstslide

Boek van de doden

Slide 13 - Tekstslide

2.3 Een ontwikkelde cultuur

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen voor vandaag
Deze les leer je:
1. Hoe Egypte een staat werd.
2. Hoe Egyptenaren dachten over de farao.
3. Op welke manier farao’s hun staat bestuurden.
4. Hoe belangrijk de uitvinding van het schrift was.
5. Hoe het Egyptische rijk zich ontwikkelde.
6. De kenmerken van Egyptische godsdienst.
7. De kenmerken van Egyptische kunst.

Slide 15 - Tekstslide

Egyptische godsdienst
Ze bouwden duizenden tempels voor hun goden.

Tempels werden versiert met zuilen en priesters woonden in de tempels.

Egyptenaren brachten offers voor hun goden.

Slide 16 - Tekstslide

Egyptische kunst
Bijna alle kunst heeft te maken met de dood en het hiernamaals.

Door schilderingen weten we dingen over de Egyptenaren.
Egyptenaren hadden officiële regels voor hoe je dingen moest tekenen -> traditie 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Kaart

Maken deze les
2.3 Een ontwikkelde cultuur

Opdracht 1 t/m 5

Werkboek blz. 44-45

Niet af? hw volgende les

Slide 19 - Tekstslide

Monotheïsme en Polytheïsme
monotheïsme: Godsdienst waarbij je gelooft in één god.
polytheïsme: Godsdienst waarbij je gelooft in veel goden.

Slide 20 - Tekstslide

Wetenschap
- Wetenschap was gericht op het oplossen van problemen: praktisch dus. 



Slide 21 - Tekstslide

Maken deze les
2.3 ontwikkelde cultuur

Opdracht 7, 9, 12 en 13

blz. 46-47

Slide 22 - Tekstslide