Herhalen-H4-Brandstoffen

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

H4-Brandstoffen

Herhalen en oefenen, Quiz

Bij verbranding wordt chemische energie omgezet in ...

1. koolstof en waterstof
2. CO2 en H2O
3. explosieve - en wrijvingsenergie
4. warmte, licht en/of bewegingsenergie

Een reactie waarbij energie vrijkomt, zoals een verbrandingsreactie, noemen we

1. ontledingsreactie
2. oxidatiereactie
3. exotherme reactie
4. endotherme reactie

Een stof die de aanwezigheid van een minder goed waarneembare stof kan aantonen, noemen we

1. pH-papier
2. reactieproduct
3. reagens
4. koolwaterstof

Als wit custardpoeder geel kleurt, wijst dat op de aanwezigheid van:

1. koolstofdioxide
2. water
3. zwaveldioxide
4. koolstofmonooxide

Helder kalkwater is een reagens voor de stof

1. koolstofdioxide
2. water
3. zwaveldioxide
4. koolstofmonooxide

Bij een volledige verbranding van koolwaterstoffen ontstaan

1. steeds verschillende reactieproducten
2. roet en giftig koolmonoxide
3. koolstof en waterstof
4. water en koolstofdioxide

Bij een onvolledige verbranding van koolwaterstoffen ontstaan onder meer

1. steeds verschillende reactieproducten
2. roet en giftig koolmonoxide
3. koolstof en waterstof
4. koolstofdioxide en water

Ruwe aardolie heeft een kookpunt van 302 graden Celcius

1. waar
2. onwaar

Bij de destillatie van aardolie treden chemische reacties op

1. waar
2. onwaar

De alkanen met het kleinste aantal koolstofatomen verlaten de destillatiekolom

1. aan de bovenkant, want hebben het hoogste kooktraject
2. aan de bovenkant, want hebben het laagste kooktraject
3. aan de onderkant, want hebben het hoogste kooktraject
4. aan de onderkant, want hebben het laagste kooktraject

De namen van de alkanen van kleinst naar wat groter zijn:

1. alkaan, alkeen, alkyn
2. C1, C2, C3, C4
3. methaan, ethaan, propaan, butaan, pentaan
4. hexaan, heptaan, octaan, nonaan, decaan

Hoeveel waterstofatomen heeft het alkaan met 5 koolstofatomen?

1. 5
2. 10
3. 12
4. 15

De fossiele brandstoffen aardgas, aardolie en steenkool, maken deel uit van de

1. snelle koolstofkringloop
2. trage koolstofkringloop
3. elementenkringloop
4. fossiele kringloop

Het vrijkomen van koolstofdioxide uit biomassa draagt bij aan het versterkte broeikaseffect

1. waar
2. onwaar

Zure vloeistoffen hebben een pH-waarde die ligt tussen 7 en 14

1. waar
2. niet waar

Bij scheikunde noemen we het tegengestelde van zuur:

1. zoet
2. zout
3. bitter
4. basisch

Zwaveldioxide en stikstofoxiden in de lucht zorgen voor zure regen

1. waar
2. niet waar

De reactieproducten bij een explosie...

1. geven vaak veel energie af
2. nemen vaak een veel groter volume in
3. ontstaan altijd heel geleidelijk
4. zijn zuurstof en waterstof

Een groot voordeel van waterstof als brandstof is

1. dat waterstof heel veel voorkomt op aarde
2. alleen koolstofdioxide als reactieproduct
3. geen koolstofdioxide als reactieproduct
4. dat waterstof zeer explosief is

Een formule voor rendement van een installatie of motor is:

1. nuttige energie / totale energie * 100%
2. nuttige energie * 100%
3. totale energie * 100%
4. totale energie / nuttige energie * 100%