KT1 - Gram.16 can-could/Theme 6

Welcome!

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welcome!

Slide 1 - Tekstslide

Today:  Grammar 16

Slide 2 - Tekstslide

Lesson Goal:
Ik begrijp waar het hoofdstuk over gaat
Ik begrijp het verschil tussen CAN en COULD

Slide 3 - Tekstslide

Homework :
Dotted Paper

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Grammar Video

Slide 9 - Tekstslide

Summary:
  • Use 'can' when you need to say 'kan' (I can swim)
  • Use 'could' when you need to say 'zou kunnen (I could help you if you want....?)
  • Use could when wanting to be polite (beleefd)
  • Use 'could' if the sentence is in the past tense (You could have left your keys in your room)
  • Zou kunnen =  could, kan = can 

Slide 10 - Tekstslide

We use 'could' to be polite
A
true
B
false

Slide 11 - Quizvraag

I .........find my book so I didn't do my homework
A
can
B
couldn't
C
could

Slide 12 - Quizvraag

In een ontkennende zin komt CAN of COULD vooraan in de zin te staan...
A
true
B
false

Slide 13 - Quizvraag

........... you find what you were looking for?
A
can
B
could

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Link

Lesson Goal:

Ik begrijp de grammatica CAN en COULD

Slide 16 - Tekstslide

Dotted Paper/Reading Time!
1. Carry on with the exercises on your Dotted Paper
3. Ask me if you don't understand!
4. Whispering only!
timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Homework
Finish Ex 5-7 - Living in the Whitehouse 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link