Poëzie - startles + rijm

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

3 mavo    POËZIE

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
  • Je kunt uitleggen wat de kenmerken van Poëzie zijn
  • Je weet wat een strofe is
  • Je kunt uitleggen wat eindrijm is
  • Je kent de verschillende rijmschema’s
  • Je kunt uitleggen wat beginrijm / alliteratie is
  • Je kunt uitleggen wat klinkerrijm / assonantie is

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Kenmerken Poëzie
  • Regels zijn kort, veel wit

  • Opbouw in stukjes tekst die bij elkaar horen (strofe)

  • Vaak weinig tijd nodig om een gedicht te lezen, maar veel tijd nodig om het te begrijpen


Slide 5 - Tekstslide

Kenmerken Poëzie
  • Woorden en zinnen zijn vaak bijzonder:
       - Woorden rijmen soms
       - Woorden en zinnen kunnen meer dan een betekenis                          hebben
       - Woorden en zinnen worden soms herhaald
       - Er wordt gebruik gemaakt van beelden


Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld gedicht

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Voorbeeld gedicht

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld gedicht

Slide 10 - Tekstslide

Strofebouw
Strofe
  • Een gedicht bestaat uit regels, dat noem je versregels.

  • De regels die bij elkaar staan (alinea) noem je een strofe.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Eindrijm
Woorden aan het einde van de regel hebben dezelfde klank.

Slide 13 - Tekstslide

Rijmschema
  • Van het eindrijm kun je een rijmschema maken. 

  • Je geeft elke rijmklank een nieuwe letter. 

  • De klank in de eerste regel a, de volgende klank b, etc.

Slide 14 - Tekstslide

Rijmschema ABAB
Gekruist rijm

Slide 15 - Tekstslide

Rijmschema ABBA
Omarmd rijm

Slide 16 - Tekstslide

Rijmschema AABB
Gepaard rijm

Slide 17 - Tekstslide

Rijmschema ABCB
Gebroken rijm

Slide 18 - Tekstslide

Beginrijm / Alliteratie
 Letterrijm genoemd, is het herhaald gebruik van gelijke beginmedeklinkers.

Voorbeeld: 
"De kat krabt de krullen van de trap". 

 In die zin beginnen veel woorden met de 'k'
Bij alliteratie gaat het om overeenkomst in klank van medeklinkers aan het begin van woorden.

Slide 19 - Tekstslide

Beginrijm / Alliteratie
 Voorbeeld: 

‘Lotje leerde Liesje lopen’
‘Wil Wim mij de weg wijzen’
‘Door dik en dun’ 
‘Handige Harry’
‘Coca Cola’

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Assonantie
Assonantie houdt in dat de alleen de klinkers rijmen, bijvoorbeeld: 

'Raam en staan' en 'Wil en stil'. 

Slide 22 - Tekstslide

Klinkerrijm / assonantie

• Het gaat hierbij om de uitspraak/ klank, en niet om de spelling 

 • Zo is er bijvoorbeeld ook assonantie bij 'een groot cadeau'

Slide 23 - Tekstslide

Klinkerrijm / assonantie
Welke alliteratie en welke assonantie zie je in het volgende gedicht, schrijf dit op in je schrift.

Slide 24 - Tekstslide

Alliteratie / Assonantie
Alliteratie (beginrijm):
Groen - grom - griezel etc.
Assonantie (klinkerrijm):
Moeten - groenten - doe - vroeg - troep - schoen- moeder - groen - groeien

Slide 25 - Tekstslide

Alliteratie / Assonantie
Alliteratie (beginrijm): 
Groen - grom - griezel etc. 

Assonantie (klinkerrijm):
Moeten - groenten - doe - vroeg - troep - schoen- moeder - groen - groeien

Slide 26 - Tekstslide

Liesje leerde lotje lopen langs de lange lindenlaan
A
Alliteratie
B
Assonantie
C
Eindrijm
D
Beginrijm

Slide 27 - Quizvraag

De man uit Waddinxveen,
woont zijn hele leven al alleen.
A
Alliteratie
B
Assonantie
C
Eindrijm
D
Beginrijm

Slide 28 - Quizvraag

De mUIs gaat naar hUIs.

A
alliteratie
B
assonantie
C
Eindrijm
D
beginrijm

Slide 29 - Quizvraag

Ramsey Nasr - 'mi have een droom'
  • "Ramsey Nasr (Rotterdam, 28 januari 1974) is een Nederlandse dichter, schrijver, regisseur en vertaler van deels Palestijnse komaf. 

  • Nasr groeide op in Rotterdam, waar hij het Erasmiaans Gymnasium volgde. 

  • Hij doorliep daarna de toneelacademie Studio Herman Teirlinck en sloot zich vervolgens aan bij Het Zuidelijk Toneel.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Opdracht
Zoek een gedicht op internet en schrijf op:
  • Uit hoeveel strofes bestaat het gedicht?
  • Maak het rijmschema en benoem het.
  • Bevat het gedicht alliteratie en/ of assonantie? Geef voorbeelden
  • Geef je mening over het gedicht met behulp van drie beoordelingswoorden.

Lever deze opdracht via Teams in voor 25 maart a.s.

Slide 32 - Tekstslide