4HV - wo. 13/9/2023

4HV - wo. 13/9/2023
1.                             - Tout le monde est là?
2.  Gele woordjes...
3.  Grandes Lignes - Ch. 1 : Autour de moi: 
      opdr. 4 mondeling
4.  Lire A: exc. 5
5.  Uitleg gramma: de présent +
      passé composé 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4HV - wo. 13/9/2023
1.                             - Tout le monde est là?
2.  Gele woordjes...
3.  Grandes Lignes - Ch. 1 : Autour de moi: 
      opdr. 4 mondeling
4.  Lire A: exc. 5
5.  Uitleg gramma: de présent +
      passé composé 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Gele en andere woordjes:
un jour  =   een dag
sans   =  zonder
toi   =   jou
est un jour perdu - is een verloren dag
perdre  / j'ai perdu   =  verliezen / ik heb verloren

Een dag zonder jou is een verloren dag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Gele en andere woordjes:
un jour = op een dag
tu es né = jij bent geboren > ben jij geboren
ma vie =  mijn leven
 a commencé = is begonnen

Op een dag ben jij geboren en is mijn leven begonnen

Slide 5 - Tekstslide

deze opdr. is blauw in de taak...

Slide 6 - Tekstslide

de présent 


 
van regelmatige werkwoorden

Slide 7 - Tekstslide

le présent van  ww op   -ir
fin
DE 
JUISTE UITGANG:
is
is
it
it
it
issons
issez
issent
issent
je
tu
il
elle
on
nous
vous
ils
elles

Slide 8 - Tekstslide

le présent van  ww op  -er
habit

DE 
JUISTE UITGANG:
e
es
e
e
e
ons
ez
ent
ent
je
tu
il
elle
on
nous
vous
ils
elles

Slide 9 - Tekstslide

le présent van  ww op   -re
vend
DE 
JUISTE UITGANG:
s
s



ons
ez
ent
ent
je
tu
il
elle
on
nous
vous
ils
elles

Slide 10 - Tekstslide

de présent van de 3 belangrijkste groepen regelmatige werkwoorden : 

Slide 11 - Tekstslide

de passé composé


 
van regelmatige

Slide 12 - Tekstslide

de passé composé van de 3 belangrijkste groepen regelmatige werkwoorden : 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

jij praat = ............................
A
je parle
B
tu parle
C
je parles
D
tu parles

Slide 15 - Quizvraag

wij hebben gepraat (parler) =
......................
A
nous avons parlé
B
nous avons parli
C
nous avons parlu
D
vous avez parlé

Slide 16 - Quizvraag

ik kies (choisir) = ....................
A
je choisi
B
je choisis
C
tu choisis
D
il choisit

Slide 17 - Quizvraag

jullie hebben gekozen (choisir) = ................
A
on a choisi
B
nous avons choisi
C
vous avez choisi
D
vous avez choisé

Slide 18 - Quizvraag

zij verkoopt (vendre) = ........
A
il vende
B
elle vende
C
elle vend
D
elle vends

Slide 19 - Quizvraag

zij hebben verkocht (vendre) = ........
A
il a vendu
B
elle a vendé
C
elles ont vendi
D
ils ont vendu

Slide 20 - Quizvraag

semaine 37: 
faire: 
- Chapitre 1 exc. 1, 2, 4, 5, 7, 8, 10, 12, 13, 14, 15
apprendre: 
-  grammaire A : le présent + passé composé v regelmatige ww
-  exc.  4, 8, 12, 13, 15
-  Vocabulaire et Phrases- clés – p. 42: Ecouter A & Lire A FN/NF
-  Référence: p. 95: Phrases-clés + Voca  Sporten en Hobby’s

Slide 21 - Tekstslide