..kan ik het verschil tussen Nature en Nurture uitleggen;
..kan ik de verschillende rollen die ik aanneem benoemen;
..kan ik uitleggen wat subculturen zijn;
..kan ik 3 voorbeelden noemen van globalisering
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 2
In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Lesdoelen
Aan het einde van de les..
..kan ik het verschil tussen Nature en Nurture uitleggen;
..kan ik de verschillende rollen die ik aanneem benoemen;
..kan ik uitleggen wat subculturen zijn;
..kan ik 3 voorbeelden noemen van globalisering
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Welke van jouw eigenschappen herken je van je ouders?
Slide 3 - Open vraag
Wat vind jij: ben je meer het product van 'nature' of 'nurture'?
Slide 4 - Open vraag
Welke 'eigenschappen' vallen er volgens jou onder nurture?
Slide 5 - Open vraag
Wie heeft er meer invloed op je?
A
Nature (genen)
B
Nurture (opvoeding)
C
Beide
D
Ik weet het niet?
Slide 6 - Quizvraag
Rollen
(uit het boek)
Rollen in groepen
In een groep heb je een bepaalde rol en daar hoort ook bepaald gedrag bij. Misschien ben je in je vriendengroep een feestbeest, terwijl je op je werk heel serieus bent. Al die soorten gedrag horen bij jou. Het is erg handig als je in verschillende omstandigheden het geschikte gedrag kunt kiezen.
Slide 7 - Tekstslide
Subcultuur
Kleine groep mensen binnen een land
Slide 8 - Tekstslide
Ethnische subculturen
Subculturen gebaseerd op
land van herkomst, zoals:
Turken, Surinamers, Antilianen, Marokkanen
Slide 9 - Tekstslide
Op een rijtje
-De Nederlandse cultuur is de cultuur van de meeste mensen binnen een land.
-Een subcultuur is vaak een groep binnen de belangrijkste cultuur. Bijvoorbeeld skaters.
Slide 10 - Tekstslide
Subculturen in deze klas
Slide 11 - Woordweb
Wat is een dominante cultuur?
A
De cultuur van de Koning
B
De normen, waarden en gewoonten van de meeste mensen in het land
C
Cultuur van een kleine
groep mensen
D
De normen, waarden en gewoonten van je ouders
Slide 12 - Quizvraag
Waarden zijn?
A
Wat JIJ belangrijk vindt in het leven
B
Hetzelfde als normen
C
Regels die de wet bepaalt
D
Wat anderen belangrijk vinden
Slide 13 - Quizvraag
Normen zijn?
A
Gezondheid
B
Waarden
C
Alles in de maatschappij
D
Geschreven en ongeschreven regels
Slide 14 - Quizvraag
Cultuur bestaat uit:
A
normen, waarden gewoonten
B
normen, waarden, gewoonten en kenmerken
C
waarden, normen en tradities
D
normen, waarden, gewoonten en gedragsregels
Slide 15 - Quizvraag
Globalisering
Slide 16 - Woordweb
Slide 17 - Tekstslide
1. Bedrijven zijn over de hele wereld actief. Zoek van elk product uit waar het is gemaakt en door welk bedrijf. - je mobiele telefoon - je jas en schoenen - je favoriete frisdrank
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
2. Welke producten uit vraag 1 komen uit lagelonenlanden?
Slide 20 - Open vraag
Leerdoelencheck
Nu; aan het einde van de les..
..kan ik het verschil tussen Nature en Nurture uitleggen;
..kan ik de verschillende rollen die ik aanneem benoemen;