In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Toets de Grieken
20 vragen 26 punten
Slide 1 - Tekstslide
Hoe gaat het leren voor de toets?
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Poll
Wat is aristocratie?
A
Volksstem in de politiek
B
Bestuur door adellijke families
C
Heerschappij door de meerderheid
D
Heerschappij van de elite
Slide 3 - Quizvraag
Wat houdt kolonisatie in?
A
Overname van een gebied door een ander
B
Verlies van zelfstandigheid door een land
C
Verovering en vestiging van een kolonie
D
Cultuurverspreiding
Slide 4 - Quizvraag
Wat is geen kenmerk van de Griekse cultuur?
A
Modern kunst
B
Olympische Spelen
C
Filosofie en wetenschap
D
Democratie
Slide 5 - Quizvraag
'Volgens Athene waren zij de enige stadstaat die het recht had op een democratie.
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Feit
Mening
Athene is de hoofdstad van Griekenland
Athene is een leuke stad
Athene had als eerste staat een democratie
De Atheense Democratie werkte niet goed
Vrouwen hadden geen burgerrechten in het Oude Athene
Het is slecht dat vrouwen geen burgerrechten hadden
Slide 7 - Sleepvraag
'In Nederland hebben we een directe democratie en net als in Athene.'
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Bekijk de bron: Dit is de Pnyx, de heuvel waarop de burgers van Athene bij elkaar kwamen om te overleggen over het bestuur van de stad.
Waarom het voor de burgers noodzakelijk was om op één plek bij elkaar te komen.
Kies het beste antwoord.
A
In Athene was er directe democratie, dat betekende dat alle mensen gelijk waren en mochten stemmen.
B
In Athene was er directe democratie, dat betekende dat je zelf aanwezig moest zijn om te stemmen.
C
In Athene was er indirecte democratie: dat betekende dat de burgers op de Pnyx een afgevaardigde kozen om hen te vertegenwoordigen.
D
In Athene was er indirecte democratie: dat betekende dat alle burgers stemrecht hadden, maar dat de werkelijke macht in handen van een kleine groep was.
Slide 9 - Quizvraag
'Het bestuur in Sparta bestond uit koningen maar had ook een raad van wijze mannen.'
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Wie konden belangrijke banen bij religieuze festival krijgen? ( zoals priester(es)
A
Alleen burgers
B
Burgers en vrouwen
C
Alleen rijke vrouwen
D
Alle vrouwen, als je maar veel verstand had van de goden
Slide 11 - Quizvraag
Chronologie: Zet de zinnen in de juiste volgorde.
Alexander de Grote verspreidt de Griekse cultuur naar Egypte en Perzië.
Alle Atheense mannen met burgerrecht mogen voortaan meebeslissen.
Philippus maakt een einde aan de zelfstandigheid van de Griekse stadstaten
In Athene wordt besloten dat ook boeren mogen meevechten in het leger.
Koning Philippus van Macedonië komt aan de macht.
Slide 12 - Sleepvraag
Je kon in Athene alleen stemmen als je burgerrecht had.
Wie had er burgerrecht?
A
Volwassen vrije mannen, afkomstig uit de stad zelf
B
Volwassen vrije mannen en vrouwen. Ze moesten ook meevechten in de oorlog.
C
Slaven, volwassen vrije mannen en vrouwen
D
Alleen slaven
Slide 13 - Quizvraag
Wie vochten er tijdens de peloponnesische oorlog?
A
Athene & Sparta
B
Athene, Sparta en hun bondgenoten
C
Sparta en Athene tegen Macedonië
D
Sparta, Athene, hun bondgenoten Macedonië en de Perzen.
Slide 14 - Quizvraag
Bekijk de bron:
Grieks of Egyptisch?
A
Grieks, omdat het niet levensecht eruit ziet
B
Egyptisch, omdat het er niet levensecht uitziet
C
Egyptisch, omdat het er levensecht uitziet
D
Grieks, omdat het er levensecht uitziet.
Slide 15 - Quizvraag
Bekijk de bron:
Grieks of Egyptisch?
A
Grieks, omdat het niet levensecht eruit ziet
B
Egyptisch, omdat het er nietlevensecht uitziet
C
Egyptisch, omdat het er levensecht uitziet
D
Grieks, omdat het er levensecht uitziet.
Slide 16 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen tirannie en monarchie?
A
Tirannie is erfelijk, monarchie niet
B
Monarchie is erfelijk, Tirannie niet
C
Tirannie is gekozen door het volk
D
Monarchie is erfelijk, tirannie is ook erfelijk
Slide 17 - Quizvraag
Bekijk de bron:
Leg uit of de Grieken monotheïstisch of polytheïstisch waren.
Leg je antwoord uit met een voorbeeld uit de bron.
Slide 18 - Open vraag
Bekijk de bron:
Alexander de Grote had een ontzetten groot rijk veroverd. Noem drie landen die onder het rijk van Alexander de grote viel.
Slide 19 - Open vraag
Athene
Sparta
Mensen mochten stemmen in de volksvergadering
Sommige mensen hebben meer macht dan anderen.
De opvoeding bestond uit kunst en cultuur.
De opvoeding bestond uit harde fysieke training.
Zowel mannen als vrouwen kregen een fysieke opleiding.
Slide 20 - Sleepvraag
Bekijk de bron:
Waarom gingen de Griekse poleis koloniseren?
A
Door voedseltekorten gingen de Grieken binnen Griekenland nieuwe nederzettingen stichten.
B
Door voedseltekorten gingen Grieken in het buitenland nieuwe nederzettingen stichten
C
Door voedseloverschotten gingen Grieken buiten Griekenland nieuwe nederzettingen stichten
D
Door voedseloverschotten gingen Grieken binnen Griekenland nieuwe nederzettingen stichten
Slide 21 - Quizvraag
De Atheners zouden over het Nederlandse bestuur misschien wel zeggen dat dat niet democratisch is, terwijl de Nederlanders hetzelfde zouden kunnen zeggen over het bestuur van de Atheners. Geef voor beide meningen een argument.
Doe het zo: De Atheners zouden het Nederlandse bestuur niet democratisch kunnen vinden, omdat (argument). Nederlanders zouden het bestuur van Athene niet democratisch kunnen vinden, omdat (argument).