Blok 2 Fictie

Welkom bij Nederlands!

Pak je pen, boek, map & schrift.

Telefoon & oortjes bij de coach.

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!

Pak je pen, boek, map & schrift.

Telefoon & oortjes bij de coach.

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Info
  • Uitleg Fictie
  • Werken
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide



Vandaag
Vandaag gaan we verder met Fictie.
We gaan het hebben over Stijlfiguren; dat is best een lastig onderwerp.
Maak aantekeningen :-)

Voor vmbo geldt: maak Blok 6, Spelling, opdr. 1, 3, 4 & 5. Straks kun je vragen stellen.
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Werken
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide



Vorige les

Aan het eind van de les kun je...

- ...zeggen bij welk genre een boek hoort.

- ...twee genres noemen.

-...drie woorden noemen waarmee je je mening over een boek kunt geven.

Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Werken
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 4 - Tekstslide



Lesdoel vandaag

Aan het eind van de les kun je...

- ...twee soorten strofen noemen.


- ...drie voorbeelden van stijlfiguren noemen.

Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Werken
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 5 - Tekstslide



Gedichten
Gedichten zijn opgebouwd uit strofen.
Wat zijn dat ook alweer?

Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Werken
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 6 - Tekstslide



Opbouw strofen
Enjambement: Als een zin in een gedicht over verschillende versregels loopt.

Bijna nooit zie je een vogel in de lucht
zich bedenken, zwenken, terug. 

(Judith Herzberg)
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Werken
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 7 - Tekstslide



Opbouw strofen
Het aantal regels bepaalt de naam van de strofe:
  • Distichon: twee versregels
  • Terzet: drie versregels
  • Kwatrijn: vier versregels

Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Werken
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 8 - Tekstslide



Opbouw gedicht
Heeft een gedicht geen duidelijke opbouw van strofen of een vast ritme?

Dat noemen we vrije verzen.

Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Werken
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 9 - Tekstslide



Voorbeeld vrij vers
   Knowlt Hoheimer vluchtte en ging als vrijwilliger in dienst
   op de dag dat Curl Trenary
   hem onder ede beschuldigde van varkensdiefstal
   en rechter Arnett zijn aanhouding gelastte.
   Maar dat is niet de reden waarom hij soldaat werd.
   Hij had mij betrapt met Lucius Atherton.
   Wij kregen woorden en ik zei hem
   mij nooit meer onder ogen te komen.
   Toen stal hij de varkens en ging naar het front...
   Achter iedere soldaat schuilt een vrouw.
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Werken
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 10 - Tekstslide

STIJLFIGUREN
gebruik je om indruk te maken op een luisteraar of lezer.
 
Het zijn taalmiddelen om dat wat je wilt zeggen, treffender of sterker uit te drukken.


Slide 11 - Tekstslide



Stijlfiguren
Verschillende soorten stijlfiguren:
  • Herhaling
  • Opsomming
  • Tegenstelling
  • Paradox (vwo)
  • Eufemisme
  • Hyperbool
  • Understatement
  • Ironie
  • Sarcasme
  • Pleonasme (vwo)
  • Tautologie (vwo)
  • Retorische vraag (vwo)
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Werken
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 12 - Tekstslide



Herhaling
Het letterlijk herhalen van een woord of een woordgroep

voor zij die aan me twijfelen
twijfel je meer aan mij dan mij ik betwijfel het
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Werken
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 13 - Tekstslide



Opsomming
Er worden verschillende dingen opgesomd

Die echte tories geen neppe tories
Die gangster tories ook geen rap en borie
Dit zijn meer die haat mezelf emo-rapper tories
Niet die rapper om te rappen tories maar die echte tories
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Werken
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 14 - Tekstslide



Tegenstelling
Als twee dingen tegenover elkaar gezet worden.

Hier zijn de nachten lang, en de dagen kort
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Werken
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 15 - Tekstslide



Paradox
Een paradox is een ogenschijnlijke tegenstelling, die met een beetje denkwerk en gevoel wel op te lossen valt. 

"Elk nadeel heb zijn voordeel."
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Werken
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 16 - Tekstslide



Eufemisme
Dan wordt een zachtere uitdrukking gebruikt dan de eigenlijke betekenis.
Doel is verzachten.
Vaak bij taboeonderwerpen zoals dood, seks.

Denk eens aan alle mogelijke termen voor doodgaan:
Heengaan, eeuwig inslapen, overlijden, ontslapen, het tijdelijke met het eeuwige verwisselen.
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Werken
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 17 - Tekstslide



Hyperbool
Een hyperbool is een sterke overdrijving.

Als je je erg inspant:
"Ik ga dood!!"
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Werken
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 18 - Tekstslide



Understatement
Iets afzwakken met een spottend effect. Dus anders dan eufemisme!

"Ik was niet zo blij met mijn twee..."

= Ik vond het vreselijk!

Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Werken
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 19 - Tekstslide



Ironie
Licht spottend, maar niet kwetsend. Vaak wordt het tegengestelde gezegd.

Als iemand te laat binnenkomt:
"Je vindt het niet erg dat we al begonnen zijn, toch?"
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Werken
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 20 - Tekstslide



Sarcasme
Harde, bijtende spot. Vaak bedoelt om te kwetsen.
Meestal gebracht met arrogantie.

Als iemand echt zijn best niet doet: "Nou, als jij zo doorgaat dan kom je zeker in aanmerking voor een promotie"  
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Werken
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 21 - Tekstslide



Pleonasme
Als een eigenschap van iets extra wordt benoemd, vaak in de vorm van een bijv. nw en een zn.

De ronde bal.
De witte sneeuw.
Het rode bloed.

Dit kan een fout zijn, maar ook een stijlfiguur!
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Werken
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 22 - Tekstslide



Tautologie
Je gebruikt twee synoniemen om iets extra te benadrukken.

Wis en waarachtig!
Mijn haar was na het modderbad vies en vunzig geworden.
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Werken
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 23 - Tekstslide



Retorische vraag
Gebruiken docenten heel veel :-)
Een mededeling in de vorm van een vraag.

Hoe dom kun je zijn?
Dat begrijpt toch iedereen?
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Werken
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 24 - Tekstslide



Aan de slag!
Je maakt de volgende opdrachten:

havo: Blok 2, Fictie, opdr. 1, 3, 4 & 6.
vwo: Blok 2, Fictie, opdr. 1, 3, 4 & 6.
Klaar? Kijk op je planner.
Vergeet ook niet na te kijken :-)
 
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Werken
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 25 - Tekstslide



Vragen?

Heeft iemand vragen over de opdrachten?

Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Werken
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 26 - Tekstslide



Verder werken

Je werkt rustig verder. Je mag nu wel overleggen. Niet kletsen :-)


Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Werken
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 27 - Tekstslide

Afsluiting
Huiswerk:

vmbo-t: Blok 6, Spelling, opdr. 1, 3, 4 & 5.
havo: Blok 2, Fictie, opdr. 1, 3 & 4.
vwo: Blok 2, Fictie, opdr. 1, 3 (niet vr. 2), 4 & 6.

Slide 28 - Tekstslide



Lesdoel

Aan het eind van de les kun je...

- ...zeggen bij welk genre een boek hoort.

- ...twee genres noemen.

-...drie woorden noemen waarmee je je mening over een boek kunt geven.

Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Werken
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 29 - Tekstslide