Thema 6 Bs 4 vruchten en zaden

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Herhaling/huiswerk
  • Leerdoelen
  • Uitleg vruchten en zaden
  • Opdrachten maken
  • Test je zelf quizje
  • Huiswerk:
Havo vwo: 1 t/m 7 (niet 3)
Vwo: 1 en 4 t/m 8

Slide 2 - Tekstslide

De stamper is het
A
Mannelijke voortplantingsorgaan
B
Mannelijke geslachtscel
C
Vrouwelijke voortplantingsorgaan
D
Vrouwelijke geslachtscel

Slide 3 - Quizvraag

Een lila bloem
met groene
bladeren
Je ziet
A
6 meeldraden 1 stamper
B
6 stampers 1 meeldraad
C
6 meeldraden 1 stamper gekleurde kelkbladeren
D
6 meeldraden 1 stamper groene kroonbladeren

Slide 4 - Quizvraag

Wat zie je op de afbeelding
A
Een insect bestuift de bloem
B
Een insect bevrucht de bloem
C
Een insect vernielt de bloem

Slide 5 - Quizvraag

Eicel
Kern eicel
Kern stuifmeel
Stempel
Stijl
Stuifmeelbuis
Stuifmeelkorrel
Vruchtbeginsel
Zaadbeginsel

Slide 6 - Sleepvraag

Hieronder staan een aantal fases in het voortplantingsproces van planten.  Sleep ze in de juiste volgorde:
1
2
3
ontstaan 
stuifmeelbuis
bestuiving
bevruchting

Slide 7 - Sleepvraag

Hoeveel bevruchtingen kunnen er plaatsvinden in deze situatie? Leg je antwoord uit.

Slide 8 - Open vraag

0

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Als een stuifmeelkorrel op de stempel van een plant van dezelfde soort is gekomen, vormt die stuifmeelkorrel een buis: de stuifmeelbuis

Deze buis groeit door de stijl naar een zaadbeginsel in het vruchtbeginsel. Door de stuifmeelbuis gaat de kern van de stuifmeelkorrel naar het zaadbeginsel. 

De kern van de stuifmeelkorrel dringt de eicel binnen en versmelt met de kern van de eicel. Dit is bevruchting

Slide 11 - Tekstslide

Bevruchting

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

  • Van bloem ...
  • ...tot vrucht en zaad
De bloem bloeit en is op z'n mooist. Insekten worden gelokt door de geur en de kleur. Als ze de bloem bezoeken om nectar te zoeken brengen ze stuifmeelkorrels over van de meeldraden naar de stempel van de stamper
1
De bestuiving en bevruchting zijn achter de rug en de eicellen zijn bevrucht. 
De kroonbladeren en meeldraden hebben geen functie meer. 
Ze verwelken en vallen af
2
De zaadbeginselen ontwikkelen zich tot zaden (de pitten) waaruit een nieuwe plant kan groeien. Het vruchtbeginsel groeit en vormt vruchtvlees dat gegeten wordt door dieren. Als de dieren de zaden opeten worden die later weer uitgepoept. 
3

Slide 16 - Tekstslide

  • Van bloem ...
  • ...tot vrucht en zaad

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Pitten zijn ook zaden, ze zitten in fruit. Er is fruit met heel veel pitten. Er zijn dan heel veel eicellen bevrucht. Daar zijn dus heel veel stuifmeelkorrels voor nodig geweest.
Het vruchtbeginsel van een kers bevat één zaadbeginsel.
Er is maar 1 eicel bevrucht en 1 zaad ontstaan. De aardbei is heel vaak bevrucht. De zaadjes zie je aan de buitenkant.
Pitten zijn zaden

Slide 19 - Tekstslide

Het ontstaan van vruchten en zaden


 Uit een vruchtbeginsel ontstaat .................................bijvoorbeeld    ..........................

 Het vruchtbeginsel wordt steeds  ..................................    

 Zaadbeginsels met .................................. eicellen worden .......................... en ontwikkelen 

 zich tot  .............................  Vruchten kunnen  ............................   of  ........................... zaden hebben  
 

  groter

    meer

     één

    zaden

   groter

 een vrucht

  bevruchtte

Slide 20 - Sleepvraag

Sleep de vrucht naar de juiste bloem. Weet jij ze allemaal?

Slide 21 - Sleepvraag

In een vrucht zitten 6 zaden.
Hoeveel stuifmeelbuizen zijn hiervoor gegroeid?
Hoeveel eicellen waren hiervoor nodig?

A
aantal stuifmeelbuizen 1 aantal eicellen 1
B
aantal stuifmeelbuizen 1 aantal eicellen 6
C
aantal stuifmeelbuizen 6 aantal eicellen 1
D
aantal stuifmeelbuizen 6 aantal eicellen 6

Slide 22 - Quizvraag

Welk deel eet je van Mais?
A
Alleen de zaden
B
Alleen het vruchtvlees
C
Vruchtvlees en zaden
D
De steel

Slide 23 - Quizvraag

Waaruit ontstaat het vruchtvlees?
A
Bevruchte eicel
B
Zaadbeginsel
C
Vruchtbeginsel
D
Bloembodem

Slide 24 - Quizvraag

Huiswerk
havo/vwo:
1 t/m 7 (niet 3)
vwo:
1 en 4 t/m 8

Slide 25 - Tekstslide