Week 3- lesson 3- Herhaling chapter 1

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

words
vertaal de volgende woorden naar het Nederlands

Slide 3 - Tekstslide

to travel

Slide 4 - Open vraag

abroad

Slide 5 - Open vraag

airport

Slide 6 - Open vraag

destination

Slide 7 - Open vraag

to receive

Slide 8 - Open vraag

backpack

Slide 9 - Open vraag

words
vertaal de volgende woorden van het Nederlands naar het Engels

Slide 10 - Tekstslide

wandelen

Slide 11 - Open vraag

zonnebaden

Slide 12 - Open vraag

zwembad

Slide 13 - Open vraag

zwembroek

Slide 14 - Open vraag

gevaarlijk

Slide 15 - Open vraag

ontsnappen

Slide 16 - Open vraag

leraar

Slide 17 - Open vraag

bewolkt

Slide 18 - Open vraag

tijd doorbrengen

Slide 19 - Open vraag

rondleiding

Slide 20 - Open vraag

grammar 
vul de juiste vorm van de verleden tijd in 

Slide 21 - Tekstslide


Wat is de Past Simple van see
A
saw
B
seen
C
see
D
seed

Slide 22 - Quizvraag


Wat is de Past Simple van help
A
helping
B
helped
C
helps
D
help'd

Slide 23 - Quizvraag


Wat is de Past Simple van play
A
plaied
B
played
C
playied

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de past simple of to go?
A
goed
B
went

Slide 25 - Quizvraag

past simple of to have
A
had
B
has
C
has had

Slide 26 - Quizvraag

past simple of to write
A
writed
B
writing
C
wrote
D
had written

Slide 27 - Quizvraag


Wat is de Past Simple van work?
A
works
B
worked
C
working
D
work

Slide 28 - Quizvraag


Wat is de Past Simple van happen
A
happening
B
happened
C
happens

Slide 29 - Quizvraag


Wat is de Past Simple van to be
A
was-were
B
were
C
was
D
had

Slide 30 - Quizvraag

Grammar
maak vragen in de verleden tijd

Slide 31 - Tekstslide

Form a past simple question:

My mum was in Italy two weeks ago

Slide 32 - Open vraag

form a past simple- question
(like)
.....you....his ideas?

Slide 33 - Open vraag

Form a past simple question:

She walked to school.

Slide 34 - Open vraag

Form a past simple negative:

He went to the UK 6 years ago.

Slide 35 - Open vraag

Form a past simple question:

You could take photos for me

Slide 36 - Open vraag