4V Economie par. 3.2

3.5a
A
640.000 / 80.000
B
680.000 / 88.000
C
40.000 / 8.000
D
1.320.000 / 168.000
1 / 16
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

3.5a
A
640.000 / 80.000
B
680.000 / 88.000
C
40.000 / 8.000
D
1.320.000 / 168.000

Slide 1 - Quizvraag

3.5c
De nieuwe TK functie is ...
A
TK = 4,92q + 240.000
B
TK = 4,92q + 243.840
C
TK = 5q + 240.000
D
TK = 5q + 243.840

Slide 2 - Quizvraag

3.5e
Welke berekening bewijst dat Weultjes de investering moet doen?
A
90.000 x 0,32 > 40.000
B
25.000 / 0,32 < 90.000

Slide 3 - Quizvraag

Opdracht 
q
TCK
TVK
TK
TK / q
TO
TW
0
100
5.000
200
120.000
300
400
200.000

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht
q
TCK
TVK
TK
TK / q
TO
TW
0
180.000
0
180.000
-
0
-180.000
100
180.000
5.000
185.000
1.850
60.000
-125.000
200
180.000
10.000
190.000
950
120.000
-70.000
300
180.000
15.000
195.000
650
180.000
-15.000
400
180.000
20.000
200.000
500
240.000
+40.000

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht
TO = ... x q

TK = ... x q + ...

Maak op basis van de vorige opdracht beide functies

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht
TO = 600 x q

TK = 50 x q + 180000


Slide 7 - Tekstslide

Break even point

- De minimale afzet die nodig is om geen verlies te draaien
- De afzet die nodig is om quitte te spelen
- De afzet waarbij de constante kosten zijn terugverdiend
- De afzet waarbij TO = TK   ( en dus ook GO = GTK )

Slide 8 - Tekstslide

Break even point
600Q = 50Q + 180.000
550Q = 180.000
Q = 327,3

Break even afzet = 328

Slide 9 - Tekstslide

Break even point
Bij een afzet van 0 is het verlies € 180.000,- vanwege de CK.
Deze CK verdien ik terug, doordat een product € 50,- variabele kosten heeft om te produceren en verkocht wordt voor € 600,-

Break even afzet = 180.000 / ( 600 - 50 ) = 327,3 ---> 328

Slide 10 - Tekstslide

In welke grafiek is geen sprake van proportioneel variabele kosten?
A
B
C
D

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Marginale kosten
  • Extra kosten die gemaakt worden als er één product meer wordt geproduceerd
  • Bij proportionele variabele kosten geldt GVK = MK
  • MK en GTK kan je vergelijken met laatst behaalde cijfer voor een vak (MK) en het gemiddelde cijfer voor dat vak (GTK)
  • Bij degressieve variabele kosten geldt MK < GVK
  • Bij progressief variabele kosten geldt MK > GVK
zijn dus afhankelijk van variabele kosten

Slide 13 - Tekstslide

vul onderstaande tabel in

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Hw.
Opgaven 3.11 en 3.13

Slide 16 - Tekstslide