2 vmbo-kgt thema 3.5 Bloedsomloop: Afweer

Thema 3 Bloedsomloop
3.5 Afweer
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 3 Bloedsomloop
3.5 Afweer

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen?
herhalen 3.4 Uitscheiding
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 3.5 Afweer
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Als je plast wordt afvalstoffen uit de lichaam verwijderd. Hoe wordt dit genoemd in de biologie?
A
Uitscheiden
B
Uitreguleren
C
Afvallen
D
Transport

Slide 3 - Quizvraag

Je nieren halen water en afvalstoffen uit je bloed. Hoe heet de vloeistof die je nieren maken?
A
Urine
B
Co2
C
Bloedplasma
D
Nierplasma

Slide 4 - Quizvraag


Bekijk de afbeelding. Je ziet een nier en de bloedvaten. Hoe heet het bloedvat met de blauw pijl?
A
Nierader
B
Nierslagader
C
Nierhaarvat

Slide 5 - Quizvraag

Langs welke weg verlaat urine je lichaam? Zet je antwoorden in de goede volgorde:
1: Urineleider
2: Urinebuis
3: Nieren
4: Urineblaas

A
3-2-4-1
B
1-3-4-2
C
1-3-2-4
D
2-4-3-1

Slide 6 - Quizvraag


Bekijk de afbeelding hiernaast.
Hoe heet onderdeel nummer 2?
A
Nier
B
Blaas
C
Urinebuis
D
Urineleider

Slide 7 - Quizvraag

Urineleiders voeren de urine af uit het lichaam
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Blaas
Urineleider
Nier
Urinebuis

Slide 9 - Sleepvraag

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kan je beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties
- kan je omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie

Slide 10 - Tekstslide

Inleiding
Ziekteverwekkers komen niet zo gemakkelijk je lichaam binnen.

Lukt het ze toch, dan maken witte bloedcellen de ziekteverwekkers onschadelijk.

Slide 11 - Tekstslide

3.5 Afweer
Stoffen die niet in je lichaam thuishoren, heten lichaamsvreemde stoffen.
Van lichaamsvreemde stoffen kun je ziek worden.

Je lichaam probeert vreemde stoffen op 3 manieren tegen te houden:
- met de huid
- met de slijmvliezen in je luchtwegen
- met zoutzuur in maagsap


Slide 12 - Tekstslide

3.5 Afweer
De huid houdt schadelijke stoffen en organismen tegen, zoals bacteriën.

De slijmvliezen in je neus houden kleine stofjes en ziekteverwekkers tegen.

In je maag worden de bacteriën gedood door zoutzuur (een stof in het maagsap).




Slide 13 - Tekstslide

Lichaamsvreemde stoffen
Ziekteverwekkers, maar ook bijv. een splinter of tattoo-inkt zijn lichaamsvreemde stoffen.

Het immuunsysteem/ afweersysteem heeft als functie om lichaamsvreemde stoffen uit je lichaam te verwijderen.

Slide 14 - Tekstslide

3.5 Afweer
Als het ziekteverwekkers toch lukt om je lichaam binnen te komen, heb je een infectie.

Het afweersysteem (of immuunsysteem) wordt dan actief en gaat de ziekteverwekker bestrijden.

Slide 15 - Tekstslide

voorbeelden van ziekteverwekkers

Slide 16 - Tekstslide

3.5 Afweer
Witte bloedcellen horen bij het afweersysteem.
Ze worden er op uit gestuurd om ziekteverwekkers te vinden en te doden.

Witte bloedcellen doen dit op verschillende manieren:
- door de ziekteverwekker op te nemen en kapot te maken
- door antistoffen te maken

Slide 17 - Tekstslide

Witte bloedcel

Slide 18 - Tekstslide

Antistoffen
1. Ziekteverwekker komt lichaam binnen
2. Witte bloedcel maakt antistoffen
3. Antistoffen binden zich aan de ziekteverwekker
4. Ziekteverwekker wordt onschadelijk gemaakt

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

3.5 Afweer
Voor verschillende ziekteverwekkers zijn verschillende antistoffen nodig.
Je lichaam moet dus veel verschillende antistoffen kunnen maken.

Je bloed vervoert de antistoffen door het lichaam.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

3.5 Afweer
Als je een infectie hebt, duurt het een tijdje tot de witte bloedcellen antistoffen hebben gemaakt.

Daardoor word je bij een infectie vaak eerst ziek.

Slide 24 - Tekstslide

3.5 Afweer
Als je lichaam een antistof heeft gemaakt, blijft deze nog een tijdje aanwezig in het bloed.

Bovendien 'onthouden' de witte bloedcellen hoe ze deze antistoffen moeten maken.

Slide 25 - Tekstslide

3.5 Afweer
Komt dezelfde ziekteverwekker later nog een keer in je lichaam, dan kunnen de witte bloedcellen meteen de juiste antistof maken.

Je wordt dan niet ziek: je bent immuun geworden voor deze ziekte.

Slide 26 - Tekstslide

3.5 Afweer
Bij sommige mensen reageert het immuunsysteem niet alleen op ziekteverwekkers, maar ook op andere lichaamsvreemde stoffen. Bijvoorbeeld stof, stuifmeel of pinda's.

Deze mensen hebben een allergie.

Slide 27 - Tekstslide

3.5 Afweer
Bij een allergie ben je overgevoelig voor bepaalde stoffen.
Als je deze stoffen inademt, inslikt of aanraakt, krijg je een allergische reactie.

Je afweersysteem reageert dan op de stof. Daardoor krijg je bijvoorbeeld een rode plek, huiduitslag, een branderig gevoel, jeuk of ontstekingen.

Slide 28 - Tekstslide

Allergie
  • afweersysteem - stof
  • hooikoorts = allergie
  • allergische reactie voor   stuifmeelkorrels
  • allergisch zijn voor bv:
  • huisstofmijt, dieren, stoffen  van   voedsel en make-up

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

Slide 32 - Tekstslide

VRAGEN??

Slide 33 - Tekstslide

zelf aan de slag
3.5 Afweer: lees de tekst en maak de opdrachten:

opdracht 1 t/m 5 maken
(vanaf blz. 192)

Slide 34 - Tekstslide

herhalen leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kan je beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties
- kan je omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie

Slide 35 - Tekstslide