Ruimte speelt een belangrijke rol bij driedimensionale kunst. Wanneer een sculptuur midden in een grote ruimte staat, bekijk je het in relatie tot de ruimte.
Bij het kunstwerk hiernaast wordt de toeschouwer onderdeel van het kunstwerk door het gebruik van spiegels.
Slide 4 - Tekstslide
MVG
RUIMTE BIJ DRIEDIMENSIONALE KUNST
Slide 5 - Tekstslide
MVG
RUIMTE BIJ DRIEDIMENSIONALE KUNST
Slide 6 - Tekstslide
MVG
YAYOI KUSAMA
Slide 7 - Tekstslide
MVG
Slide 8 - Tekstslide
MVG
WAT IS RUIMTESUGGESTIE?
A
Een trucje om je tekening mooier te maken
B
Een manier om op het platte vlak ruimte uit te beelden
Slide 9 - Quizvraag
MVG
RUIMTESUGGESTIE
Er zijn verschillende manieren om in een tekening of schilderij ruimte uit te beelden. Door bepaalde trucjes toe te passen lijkt het dan net alsof er ruimte in je werk zit. Dit noem je ruimtesuggestie.
Slide 10 - Tekstslide
MVG
RUIMTESUGGESTIE
Slide 11 - Tekstslide
MVG
1. LIJNPERSPECTIEF
Perspectief betekent letterlijk "gezichtspunt". Het is een meetkundige manier om diepte te verbeelden. Alle lijnen lopen naar een verdwijnpunt.
Ken je het vogelvluchtperspectief? Of het kikvorsperspectief?
Slide 12 - Tekstslide
MVG
2. GROOT / KLEIN
Door grote voorwerpen op de voorgrond te tekenen en kleine voorwerpen op de achtergrond krijg je diepte in je werk.
De grote voorwerpen zijn vaak scherper en de kleine wat vager.
Slide 13 - Tekstslide
MVG
3. OVERLAPPING
Een object staat voor een ander object. Je weet daardoor dat het object dat overlapt wordt verder naar achter staat.
Slide 14 - Tekstslide
MVG
4. AFSNIJDING
Een gedeelte van de voorstelling wordt afgesneden door het kader. Hierdoor lijkt het tafereel buiten het schilderij door te lopen, en creeër je diepte in je werk.
Slide 15 - Tekstslide
MVG
5. COULISSENWERKING
Aan de zijkanten van een tekening of schilderij zijn (donkere) vormen geplaatst waar je langs kijkt naar achteren toe.
Zoals de coulissen aan de zijkanten van een toneel, of zoals de werking van een kijkdoos.
Slide 16 - Tekstslide
MVG
6. ATMOSFERISCH PERSPECTIEF
Wat verder weg is, wordt vager afgebeeld. Dit zie je ook in de fotografie. (kleine scherptediepte)
Slide 17 - Tekstslide
MVG
7. DOORKIJKJE
Je kijkt als toeschouwer door bijvoorbeeld een raam of deur naar binnen of buiten.
Het tafereel wordt hierdoor gedeeltelijk overlapt door bijvoorbeeld een muur of een raam.
Slide 18 - Tekstslide
MVG
8. KLEURPERSPECTIEF
Is dieptewerking door het gebruik van bepaalde kleuren. Wat dichterbij is, heeft warmere en fellere kleuren en wat ver weg is, heeft koelere kleuren.
Slide 19 - Tekstslide
MVG
9. PLASTICITEIT
Afgebeelde personen en voorwerpen hebben diepte door het gebruik van licht en schaduw.
Slide 20 - Tekstslide
MVG
LIJN
Iedere lijn heeft zijn eigen uitdrukkingskracht. Zo geeft een vloeiende, zachte lijn een ander effect dan een dikke, korrelige lijn. Het effect dat ontstaat door het gebruik van lijnen noem je lijnwerking.
Slide 21 - Tekstslide
MVG
LIJNRICHTING
De richting waarin lijnen getekend of geschilderd zijn. Dat kan van links naar rechts zijn, van boven naar beneden of diagonaal.
Slide 22 - Tekstslide
MVG
CONTOUR
Een ander woord voor omtreklijn. Door contouren aan te brengen, kun je figuren duidelijker maken.
Slide 23 - Tekstslide
MVG
LIJNDIKTE
Hoe dikker de lijn, hoe expressiever hij wordt. Een lijn kan ook van dik naar dun of van dun naar dik lopen. Dit geeft een vloeiend en beweeglijk effect.
Slide 24 - Tekstslide
MVG
LIJNSOORT
De manier waarop een lijn getekend is. Voorbeelden van lijnsoorten zijn: recht of gebogen, onderbroken of doorlopend, zigzaggend of kronkelend.
Slide 25 - Tekstslide
MVG
LINEAIR
Is een ander woord voor lijnvormig. Een afbeelding die vooral uit lijnen bestaat, noem je lineair. Ook in driedimensionale werken kunnen lijnen een belangrijke rol spelen.
Slide 26 - Tekstslide
MVG
OPDRACHT
BOUW EEN BRUG!
Maak groepjes van 3 personen
Bouw een brug van satéstokjes
Ga voor een stevige constructie
Ga voor de langste brug
Ga voor het mooiste design
Maak een foto van je brug op een coole en creatieve plek. Lever de foto in op ELO.
Slide 27 - Tekstslide
WETEN JULLIE HET NOG?
Slide 28 - Tekstslide
Wat is de beste omschrijving van atmosferisch perspectief?
A
Felle kleuren op de achtergrond
B
kleuren en vormen vervagen naarmate ze verder weg zijn
C
Felle kleuren op de voorgrond
D
Wazige kleuren op de achtergrond
Slide 29 - Quizvraag
Geen
Lijnperspectief
Plasticiteit
Atmosferisch perspectief
Slide 30 - Sleepvraag
Als we het hebben over 'lijnsoorten' dan hebben we het over
A
hoe dik een lijn is getekend
B
of de lijn recht is of krom of golvend enz.
C
hoeveel lijnen er in een tekening te zien zijn
D
wat het effect is van een lijn
Slide 31 - Quizvraag
Welke manier van ruimtesuggestie zien we hier?
A
Vervaging
B
Kleurperspectief
C
Afsnijding
D
Overlapping
Slide 32 - Quizvraag
Welke kleur is geen primaire kleur?
A
Rood
B
Geel
C
Groen
D
Blauw
Slide 33 - Quizvraag
Welke truc wordt er gebruikt om ruimte uit te beelden?
A
atmosferisch perspectief
B
kleurperspectief
C
lijnperspectief
D
coulissewerking
Slide 34 - Quizvraag
Hiernaast ontstaat ruimte door:
A
lijnperspectief
B
de voorstelling
C
licht-donker
D
groot <=> klein
Slide 35 - Quizvraag
Hier wordt de ruimte voornamelijk gesuggereerd door:
A
afsnijding
B
lijnperspectief
C
standpunt
D
atmosferisch perspectief
Slide 36 - Quizvraag
Bij atmosferisch perspectief
A
Is het schilderij altijd heel mooi
B
Gebruik je lijnen om ruimte te suggereren
C
Worden kleuren en vormen naar de achtergrond vager
D
Is veel overlapping en afsnijding
Slide 37 - Quizvraag
Geen
Schaduw/plasticiteit
Atmosferisch
perspectief
Coulissen
Slide 38 - Sleepvraag
Welk perspectief is gekozen?
A
Ooghoogte
B
Kikvorsperspectief
C
Vogelperspectief
D
Overall perspectief
Slide 39 - Quizvraag
Je ziet diepte/ruimte door:
A
Kader
B
Perspectief
C
Scherpte diepte
D
Horizon
Slide 40 - Quizvraag
In deze afbeelding is sprake van...
A
1 punt perspectief
B
Afsnijding
C
vogelperspectief
D
2 puntsperspectief
Slide 41 - Quizvraag
Er is hier sprake van:
A
kleurperspectief
B
lijnperspectief
C
atmosferisch perspectief
D
kikvorsperspectief
Slide 42 - Quizvraag
Als je ruimte suggereert door middel van schaduwwerking noem je dat: