Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw noemen met hun functies en kenmerken.
Je kunt de menstruatiecyclus beschrijven (woensdag).
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
4.2 een vrouw
Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw noemen met hun functies en kenmerken.
Je kunt de menstruatiecyclus beschrijven (woensdag).
Slide 1 - Tekstslide
Wat zijn de primaire geslachtskenmerken van de vrouw?
Slide 2 - Open vraag
Sleep de onderstaande secundaire geslachtskenmerken naar het juiste vak (zie boven).
secundaire geslachtskenmerken
man
secundaire geslachtskenmerken
beiden
secundaire geslachtskenmerken
vrouw
borsten
groeispurt
baard in de keel
bredere heupen
okselhaar
gespierdere lichaamsbouw
schaamhaar
gezichtsbeharing
volgroeien schaamlippen
Slide 3 - Sleepvraag
Wat zijn de secundaire geslachtskenmerken van een vrouw?
Slide 4 - Open vraag
Welke onderdelen van het voortplantingsorgaan zijn inwendig?
Slide 5 - Open vraag
Voortplantingsorgaan
Eierstokken > rijpen de eicellen
Eileiders > vervoeren de (bevruchte) eicellen naar de baarmoeder.
Baarmoeder > gespierde wand bedekt met slijmvlies
Urineblaas > opvangen van urine
Urinebuis > uitscheiden van urine
Slide 6 - Tekstslide
Eierstokken
Eicellen zijn de grootste menselijke cellen
Alle eicellen zijn vanaf de geboorte aanwezig in de eierstokken.
Omgeven door een dunne laag cellen dat een follikel vormt.
Vanaf de puberteit rijpt er elke vier weken één eicel.
Slide 7 - Tekstslide
ovulatie/ eisprong
Tijdens het rijpen groeit de eicel en vult de follikel zich met vocht.
Wanneer de follikel openbarst is er sprake van de eisprong.
De eicel wordt opgevangen in de eileider
Het follikel weefsel blijft achter en vormt het gele lichaam.
Het gele lichaam produceert een hormoon dat belangrijk is voor de zwangerschap
Slide 8 - Tekstslide
Wel of geen bevruchting
Zonder bevruchting leeft een eicel maximaal 24 uur.
Het lichaam neemt de doe eicel op.
Voor een bevruchting moeten de zaadcellen de eicel in de eileider bereiken. Na bevruchting gaat de cel delen, en verplaatst zich ondertussen naar de baarmoeder.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Voortplantingsstelsel vrouw
Vulva: uitwendige delen geslachtsorgaan
Grote schaamlippen: Bescherming
Kleine schaamlippen: produceren slijm
Vagina: Inwendige holte
Clitoris: zorgt voor seksuele prikkeling
Urinebuis: bevindt zich net onder de clitoris
Slide 11 - Tekstslide
De clitoris
Door de clitoris lopen veel zenuwen
De hoed is een huidplooi die de eikel beschermt.
Het grootste deel van de clitoris bevindt zich inwendig, de zwellichamen.
Slide 12 - Tekstslide
Een belangrijke hormoonklier voor de voortplantingsorganen is de hypofyse.
In de puberteit begint de hypofyse hormonen te produceren. Onder invloed van die hormonen beginnen de eicellen zich te ontwikkelen in de eierstokken.
Slide 13 - Tekstslide
Aan de slag
4.2 opdracht 1 t/m 5 en 7 t/m 9.
Klaar?
- maak een samenvatting van 4.1 en 4.2
- ga aan de slag met een ander vak
Slide 14 - Tekstslide
4.2 een vrouw
Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw noemen met hun functies en kenmerken.
Je kunt de menstruatiecyclus beschrijven (woensdag).
Slide 15 - Tekstslide
Menstruatie
Slide 16 - Tekstslide
Menstruatiecyclus
Vooral in de puberteit kan de menstruatie zeer onregelmatig plaatsvinden. Soms zit er veel tijd tussen de menstruaties.
Dit gaat vanzelf meer lijken op de cyclus in het plaatje.
Eisprong op de 14e dag
De cyclus duurt 28 dagen
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Menstruatie:
het slijmvlies laat los
Spieren rondom de baarmoeder trekken samen, vandaar dat je buikpijn en spierpijn kan hebben. Ook spelen hormonen een rol bij de menstruatie, waardoor je veranderingen in je humeur kan waarnemen.