2025-02-26 Terugblik basisbegrippen & begeleidingsgesprek

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BSP apothekersassistentenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Itslearning moet opnieuw gevuld worden. Ik zal dat later deze week oppakken. Planning 1e periode is klaar. 
Programma & Lesdoelen
- Vragen van jullie 
- Terugblik 
- Begeleidingsgesprek
- Lesevaluatie


Lesdoelen:
- Ik kan belangrijke basisbegrippen uit periode 1 en 2 uitleggen
- Ik ken de opbouw van een begeleidingsgesprek.
- Ik weet waar de richtlijn "Ter hand stellen" over gaat.



     



Slide 2 - Tekstslide

Heb jij nog vragen over interacties? 
Kun jij uitleggen op welke manier IA ontstaan? 

Voor we van start gaan met het begeleidingsgesprek dienen we de basis goed te kennen, daarom eerst een terugblik op belangrijke basisbegrippen. 
KD = Kwalificatiedossier
Kerntaak 1 Voert geïndividualiseerde farmaceutische patiëntenzorg uit
W1 - Neemt de zorgvraag aan
W2 - Voert medicatiebewaking uit
W3 - Verzorgt uitgifte van medicijnen
W4 - Geeft instructie over medicatiegebruik
W5 - Verwerkt patiëntgerelateerde informatie en administratie
Kerntaak 2 Verleent niet-receptgestuurde zorg aan de patiënt
W1 - Adviseert over gezondheid en preventie
W2 - Geeft zelfzorgadvies
Kerntaak 3 Biedt productzorg
W1 - Stelt voorgeschreven geneesmiddelen beschikbaar
W2 - Stelt op maat gemaakte geneesmiddelen beschikbaar
W3 - Zorgt voor logistiek en beheer
Kerntaak 4 Werken aan kwaliteit en deskundigheid
W1 - Werkt aan de eigen deskundigheid
W2 - Werkt aan bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
W3 - Werkt multidisciplinair samen en stemt werkzaamheden af
KD = Kwalificatiedossier

Slide 3 - Tekstslide

Welke kerntaak en welk werkproces werken we vandaag aan?
Herken je taken vanuit je stage in het KD?
Leg in eigen woorden uit wat een CYP enzym doet en op welke manier een IA kan ontstaan.

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef tenminste drie voorbeelden van een CI ?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aandoeningen als contra-indicaties 
- Aangeboren stofwisselingsziekten als G6PD-deficientie, porfyrie, coeliakie
- Astma (benauwdheidsklachten)
- COPD (benauwdheidsklachten)
- Diabetes mellitus (suikerziekte)
- glaucoom (oogziekte)
- hart- en vaatziekten (hartfalen, angina pectoris, hoge bloeddruk) 
- jicht
- lever- en nierfunctiestoornissen
- neurologische aandoeningen (bijv. ziekte van Parkinson, epilepsie)
- prostaathyperplasie
- psoriasis
- ulcus pepticum (maagzweer)
- zwangerschap en borstvoeding

Slide 6 - Tekstslide

G6PD-deficiëntie= glucose-6-fosfaat-dehydrogenasedeficiëntie  
- Coeliakie is een overgevoeligheid voor het eiwitgluten. Coeliakie geeft vooral darmklachten, zoals buikpijn en diarree.
- Acute porfyrieën zijn zeldzame erfelijke stofwisselingsziekten die kunnen leiden tot acute aanvallen van buikpijn, soms met pijn in de rug en bovenbenen. Misselijkheid, braken en obstipatie komen vaak voor. 
Maar ook topsport kan een CI zijn. 
Wanneer een geneesmiddel transcutaan wordt opgenomen dan spreekt men van .....
een lokale toediening
een systemische toediening
zowel een lokale en/of systemische toedoening

Slide 7 - Poll

Cutaan is een lokale toediening
Transcutaan is een systemische toediening. Bijv. morfinepleister.
De keuze van een toedieningsvorm is afhankelijk van .....
A
de patiënt
B
het geneesmiddel
C
de aandoening
D
Zowel A, B en C zijn juist

Slide 8 - Quizvraag

Soort inhalator. 
Soort tablet (Retard)
Tabl./Caps of drankje met slikken. 
Zetpillen. 
Welke weg legt een gnm af wanneer het oraal ingenomen wordt?

Slide 9 - Open vraag

Mond-slokdarm-maag-dunne darm-poortader-lever-bloedsomloop-nieren  

Slide 10 - Tekstslide

Dosering op welke manier gebruiken.
De keuze voor de toedieningsvorm is afhankelijk van: patiënt, het geneesmiddel, de aandoening
Lokaal of systemisch. 
Wat is de therapeutische breedte van een gnm ?

Slide 11 - Open vraag

De therapeutische breedte geeft het verschil aan tussen de gebruikelijke dosering en de toxische dosering. De therapeutische breedte van een stof kan groot of klein zijn. Bij een grote therapeutische breedte is het geneesmiddel redelijk ‘veilig’. Bij een kleine therapeutische breedte is het noodzakelijk heel nauwkeurig te doseren en regelmatig de bloedspiegel te controleren.  
Wanneer een gnm een smalle therapeutische breedte heeft dien je op te passen voor ......

Slide 12 - Open vraag

cumulatie = opstapeling in de bloedspiegel
Let op: vaak dient voor deze gnm de indicatie op het recept vermeldt te worden. 
Halfwaardetijd & therapeutisch gebied

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De afkorting UC betekent gebruik bekend,
je mag 'gebruik bekend' op het etiket van de patiënt vermelden.
A
Ja, als de patiënt het eerder heeft gebruikt
B
Ja, maar alleen als de patiënt kan vertellen hoe hij/zij het gaat gebruiken
C
Nee, er moet altijd een dagelijks gebruik vermeldt staan
D
Nee, er moet altijd een duidelijk gebruik vermeldt staan

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke gnm hoef je geen 'vast' gebruik te vermelden op het etiket ?
Mag eventueel UC gebruiken

Slide 15 - Open vraag

Antistollingsmiddelen (gebruik volgens aanwijzingen of schema van de trombosedienst) 
Insuline (gebruik kan variëren, afhankelijk van de bloedglucosespiegel) 
Sommige middelen voor toediening op de huid (‘zo nodig’-gebruik)  
Het gebruik van een laxeermiddel voor een endoscopie is een vorm van ......
A
causale therapie
B
diagnostische therapie
C
substitutie therapie
D
preventieve therapie

Slide 16 - Quizvraag

Causale therapie - het geneesmiddel behandelt de oorzaak
      bijv. antibiotica
Substitutietherapie - het geneesmiddel vervangt lichaamseigen stoffen of vult stoffen aan. Bijv. insuline (lichaamseigen), ijzer (voeding)
Preventieve therapie - het geneesmiddel voorkomt een ziekte
      bijv. malariaprofylaxe, hepatitisinjectie
Diagnostische therapie - het geneesmiddel wordt gebruikt voor het stellen van een diagnose. Bijv. Laxeermiddel bij darmonderzoek
Behandelmethode
  • Causale behandeling
  • Symptomatische behandeling
  • Substitutietherapie
  • Preventieve behandeling
  • Palliatieve therapie
  • Diagnostische behandeling
Verschillende therapievormen tegelijk

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mag je 30 tabletten afleveren bij een EU ?
Ja, want......
Nee, want

Slide 18 - Poll

Ja wanneer het gnm 2 per dag gebruikt dient te worden.
Gebruiksduur + aflevertermijnen
Gebruiksduur duidelijk omschreven:
  • Kort 
  • Langdurig

- Twee weken
- 30 dagen
- 90 dagen

Slide 19 - Tekstslide

Je dient deze gebruikstermijnen te kennen, zodat je patiënt hierover kan voorlichten. 
De dokter schrijft voor jou een nieuw gnm voor.
Bijv. het gnm spiriva respimat.
Wat zou jij over dit gnm willen weten
voor je het gebruikt?

Slide 20 - Open vraag

Spiriva respimat = tiotropium
Tiotropium opent uw luchtwegen. Hierdoor wordt u minder benauwd en ademt u makkelijker.
Bij COPD (chronisch obstructieve longziekte) en astma.
BNG= begeleidingsgesprek nieuw geneesmiddel 
  • Werking van het geneesmiddel
  • Bijwerkingen, eventueel IA of CI
  • Gebruik
  • Bijzonderheden
  • Nagaan of de gegeven informatie begrepen is
  • Nagaan of er nog vragen zijn, altijd terecht kunnen
  • Extra schriftelijke informatie
  • Vastleggen EU gesprek
  • Vastleggen eventuele afspraken

Slide 21 - Tekstslide

Een hele lijst met informatie, dus is het belangrijk om eerst te vragen wat de patiënt al weet over het gnm. 
Motiveer ook waarom het belangrijk is dat de patiënt de tijd neemt om deze informatie aan te horen→veiligheid, beste resultaat gnm, therapietrouw, verwachtingen afstemmen.  
"Ik ga u u informatie geven zodat u het gnm veilig kunt gebruiken/op de juiste manier kunt gebruiken". 
Ook kun je de klant verwijzen naar de website van Apotheek.nl 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WGBO ?

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wet Geneeskundige Behandelovereenkomst = WGBO
WGBO: regelt de rechten en plichten van de patiënt. Zo staat in deze wet dat patiënten recht hebben op informatie en dat zij toestemming moeten geven voor een behandeling. Ook regelt de WGBO de privacy van de patiënt, het recht op een second opinion, het inzagerecht van patiënten in hun eigen medisch dossier en de vertegenwoordiging van patiënten als zij niet zelf kunnen beslissen. Daarnaast verplicht de WGBO zorgverleners om een medisch dossier bij te houden.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heb jij deze les ervaren ?
Ik vond de herhalingtop
Ik heb niet veel nieuwe dingen geleerd
Ik heb niet zitten opletten, want...
eigen mening...

Slide 25 - Poll

Deze slide heeft geen instructies