Levensloop Hoofdstuk 2

Levensloop hoofdstuk 2
Wat zijn transactiekosten?
Wat is risico-aversie?
Wat is asymmetrische informatie?

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Levensloop hoofdstuk 2
Wat zijn transactiekosten?
Wat is risico-aversie?
Wat is asymmetrische informatie?

Slide 1 - Tekstslide

Wat denk je dat transactiekosten zijn?

Slide 2 - Woordweb

Transactiekosten
Alle tijd, moeite, energie en geld die nodig zijn om een transactie/ruil tot stand te laten komen.

Bijvoorbeeld: Het boeken van een vakantie. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent het woord aversie?

Slide 4 - Woordweb

Aversie
Ergens een hekel aan hebben.

Bijvoorbeeld: ik heb een aversie voor spruitjes

Slide 5 - Tekstslide

Risico-aversie
Dan heb je een hekel aan risico's -> risicovermijdend

Hoe kan je risico's vermijden in het leven?

Slide 6 - Tekstslide

Verzekeren
Mensen die risico avers zijn zullen zich zoveel mogelijk verzekeren tegen risico's.

Slide 7 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een risico waar je je tegen kan verzekeren

Slide 8 - Open vraag

Wat betekent het woord asymmetrisch?

Slide 9 - Woordweb

Asymmetrisch = scheef
Aan de ene kant van het blad zit meer dan aan de andere kant van het blad. 

Slide 10 - Tekstslide

Hoe kan je dit oplossen?
  • Garantie geven
  • Kopers die informatie uitwisselen over verkopers
  • Dit leidt tot een bepaalde reputatie

Slide 11 - Tekstslide

Asymmetrische informatie
  • De ene persoon heeft meer informatie dan de andere persoon.
  • Bijvoorbeeld bij aankoop van een tweedehands auto. 
  • Mensen durven niet te veel te betalen, bang voor miskoop.
  • Gevolg: de prijzen van de auto's dalen langzamerhand. 
  • Hierdoor weinig tot geen aanbod van goede auto's

Slide 12 - Tekstslide

Asymmetrisch informatie bij verzekeringen
  • Welke partij weet meer?
  • De verzekeraar wil meer te weten komen over het gedrag van de verzekerde.
  • Bijvoorbeeld: ANWB veiligrijden autoverzekering
  • Waarom zou je die informatie geven?
  • Korting!!

Slide 13 - Tekstslide

Levensloop hoofdstuk 2
Hoe bereken je de premie van een verzekering?
Wat is averechtse selectie?
Hoe kan je averechtse selectie bestrijden?
Wat is moral hazard?
Hoe kan je moral hazard beperken?

Slide 14 - Tekstslide

Verzekeringspremie
  • Alle verzekerden dragen gezamenlijk het risico op schade.
  • Solidariteit
  • Ik heb een inboedelverzekering, ik betaal iedere maand premie. Maar nog nooit schade gehad. 
  • Mijn premie wordt gebruikt voor de schades van andere verzekerden.
  • Maar als ik wel een keer schade heb.... Dan betalen zij mee aan mijn schades. 

Slide 15 - Tekstslide

Verzekeringspremie berekenen
Minimale hoogte premie:
kans op schade x gemiddelde hoogte van de verwachte schade

  • Bijvoorbeeld: 5% kans dat een fiets wordt gestolen  en dan is de gemiddelde schade €600. 
  • 0,05 x €600 = minimaal €30 premie per jaar
  • Vergeet de kosten en de winst van de verzekeraar niet

Slide 16 - Tekstslide

Averechtse selectie
  • Goede vs slechte risico's
  • Goede risico's: mensen die weinig schade claimen
  • Slechte risico's: mensen die veel schade claimen
  • Slechte risico's verhogen de premie, goede risico's verlagen de premie. 

Slide 17 - Tekstslide

Avarechtse selectie
  • De goede risico's vinden de premie te hoog worden en stoppen met de verzekering.
  • Wat is het gevolg voor de premie?
  • De premie gaat nog verder omhoog, want minder mensen die alleen premie betalen en geen schade claimen. 
  • Wat is het gevolg?
  • Steeds meer mensen vinden de premie niet meer opwegen te het risico en gaan ook weg. 

Slide 18 - Tekstslide

Averechtse selectie

Slide 19 - Tekstslide

Hoe zou je averechtse selectie tegen kunnen gaan?

Slide 20 - Open vraag

Averechtse selectie bestrijden
Optie 1: 
  • Premiedifferentiatie toepassen. 
  • Verschillende groepen krijgen verschillende premies. 
  • Bepalen door bijvoorbeeld: vragenlijsten, woonplaats, leeftijd, aantal schades in het verleden. 
  • Doel: slechte risico's betalen een hogere premie en goede risico's betalen een lagere premie. 

Slide 21 - Tekstslide

Bonus malus regeling
Is een vorm van premiedifferentiatie. 
Voorkomt dus ook averechtse selectie

Slide 22 - Tekstslide

Averechtse selectie bestrijden
Optie 2: 
  • Vrijwillig eigen risico toepassen
  • Eigen risico: Dan moet je het eerste deel van een schade zelf betalen
  • Goede risico's zullen een hoog eigen risico instellen in ruil voor lagere premie. 

Slide 23 - Tekstslide

Averechtse selectie bestrijden
Optie 3: 
  • Collectieve dwang. Dat betekent dat de overheid stelt de verzekering verplicht.
  • Welke 2 particuliere verzekeringen zijn verplicht?
  1. Zorgverzekering
  2. WA verzekering motorvoertuigen

Slide 24 - Tekstslide

Maken
2.1 t/m 2.14

Slide 25 - Tekstslide

Moral hazard
In het Nederlands: moreel wangedrag

Wanneer mensen zich roekelozer gaan gedragen omdat ze toch verzekerd zijn en niet zelf hoeven op te draaien voor de schade. 

Slide 26 - Tekstslide

Moral hazard

Slide 27 - Tekstslide

Op welke manier zou je moreel wangedrag tegen kunnen gaan?

Slide 28 - Open vraag

Moreel wangedrag bestrijden
  • Een verplicht eigen risico instellen
  • Bonus malus regeling
  • Maximumvergoeding invoeren

Slide 29 - Tekstslide

Principaal-agent probleem
  • Principaal: de persoon die de opdracht geeft
  • Agent: de persoon die de opdracht uitvoert
  • Bijvoorbeeld: werkgever en werknemer
  • Probleem: verschillende belangen
  • Oplossingen:
  1. Beter controleren 
  2. Of het belang van de agent het zelfde maken als die van de principaal

Slide 30 - Tekstslide

Collectieve verzekeringen

Slide 31 - Tekstslide

Maken
2.15 t/m 2.22

Slide 32 - Tekstslide

Welke bewering over transactiekosten is onjuist?
A
Een ruilmiddel verlaagt de transactiekosten
B
Transactiekosten kunnen uitgedrukt worden in geld, tijd en inspanning.
C
Transactiekosten zijn de kosten die betaald moeten worden als je iets koopt.
D
Transactiekosten zijn de kosten die gemaakt moeten worden om een ruil tot stand te brengen.

Slide 33 - Quizvraag