Unit 5.5 will/won't

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

How are you?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Today:
- vocabulary practice
- Grammatica uitleg will/won't
- oefenen
- huiswerk


Slide 3 - Tekstslide

The water runs underneath the ____.
A
bridge
B
key
C
tower
D
window

Slide 4 - Quizvraag

You may find the entrance on the ____.
A
post office
B
roof
C
ground floor
D
church

Slide 5 - Quizvraag

Let's watch a movie at the ____.
A
prison
B
post office
C
cinema
D
stairs

Slide 6 - Quizvraag

My home is ____ the school
A
key
B
first floor
C
window
D
near

Slide 7 - Quizvraag

I am going to watch a play at the ____.
A
theatre
B
supermarket
C
shopping centre
D
behind

Slide 8 - Quizvraag

will / won't 

Slide 9 - Tekstslide

Wat betekent 'will' in de zin
'I will help you!'

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Will
Will gebruik je om aan te geven dat iets in de toekomst gaat gebeuren. 

I will get a new TV soon.
 --->  
Ik zal binnenkort een nieuwe TV krijgen.

Slide 12 - Tekstslide

Hoe maak je een zin met Will 
will + werkwoord

Voorbeeld: He will eat a burger.


Slide 13 - Tekstslide

Vormen
Je kan will op twee manieren schrijven:


  1. Lange vorm: Will
    He will close the window. It is cold.

  2. Korte vorm: 'll
    He'll close the window. It is cold.

Slide 14 - Tekstslide

Ontkennende zinnen
  • Bij ontkennende zinnen zet je 'not' achter 'will', of gebruik de korte vorm: won't 

I will not help you.           --- OF ---         I won't help you.
The cat will not eat.        --- OF ---         The cat won't eat.
His car will not start.      --- OF ---         His car won't start.

Slide 15 - Tekstslide

He .... us next week.
A
will
B
will visit
C
will visits
D
visits

Slide 16 - Quizvraag

I don't like Jake. I .... him with his homework.
A
will help
B
will not help
C
won't help
D
help

Slide 17 - Quizvraag

Look at the dark clouds. It ... soon.
A
will
B
rains
C
rain
D
will rain

Slide 18 - Quizvraag

I have football practise tonight. We ... a movie.
A
will watch
B
will watches
C
won't watches
D
won't watch

Slide 19 - Quizvraag

Vragende zinnen
Bij vragen zet je 'will' voor het onderwerp.

Will he see us again?

Will they go out to dinner with us?

Slide 20 - Tekstslide

She ___________ turn sixteen next June.
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
(bevestigende zin)
will
won't

Slide 21 - Sleepvraag

He ___________ tell you what to do.
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
(Ontkennende zin)
will
won't

Slide 22 - Sleepvraag

___________ I help you with your homework?
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
(Vraag zin)
Will
won't

Slide 23 - Sleepvraag

Klassikale opdrachten:
Bevestigende opdracht: Opdracht 1
Ontekkende opdracht: Opdracht 2

Slide 24 - Tekstslide

Unit 5.5: opdracht 5,6,7

Slide 25 - Tekstslide