T2_Am Bahnhof

Herzlich Willkommen!
* Am Bahnhof *
Eine Fahrkarte kaufen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herzlich Willkommen!
* Am Bahnhof *
Eine Fahrkarte kaufen

Slide 1 - Tekstslide

Inhalt dieser Präsentation
  1. Lernziele dieser Woche

  2. Die mündliche Prüfung: Wie sieht sie aus?
  3. Situation 3: Am Bahnhof (W-Fragen)
  4. Aufgaben dieser Woche

Slide 2 - Tekstslide

1. Lernziele dieses Themas
Am Ende dieses Themas könnt ihr ...
  • ... een treinkaartje kopen en vragen naar vertrektijd, reistijd, kosten en vertrekspoor. 

Slide 3 - Tekstslide

2. Die mündliche Prüfung
Wie sieht het taaldorp aus?
  • Het taaldorp vindt plaats in de toetsweek. Iedereen neemt deel. 
  • Je bereidt 4 gesprekken voor. De 4 gesprekken zijn aan het document in de toetsweek toegevoegd.
  • Het taaldorp is voor een cijfer. 

Slide 4 - Tekstslide

3. Situation 3: Am Bahnhof
Am Bahnhof
  • Belangrijk zijn de W-Fragen (vraagwoorden) 
  • Ken je ze nog?

Slide 5 - Tekstslide

Wat betekent het vraagwoord 'wer'?
Wer bist du?
A
wie
B
hoe
C
waar
D
waarheen

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent het vraagwoord 'was'?
Was machst du?
A
wanneer
B
waar
C
wat
D
waarheen

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent het vraagwoord 'wie'?
Wie geht's dir?
A
wie
B
hoe
C
wat
D
waar

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent het vraagwoord 'wo'?
Wo wohnst du?
A
waar
B
wanneer
C
wat
D
wie

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent het vraagwoord 'wie viel'?
Wie viel kostet eine Fahrkarte?
A
Wie
B
waar
C
hoe
D
hoeveel

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

3. Situation 3: Am Bahnhof
Am Bahnhof - belangrijke vragen

  • Wann fährt der Zug ab?
  • Wann kommt der Zug an? 
  • Wie lange dauert die Bahnfahrt? 
  • Wo muss ich umsteigen? 
  • Wie teuer ist die Fahrkarte? 
  • Wie viel kostet die Fahrkarte? 
  • Welches Gleis bitte?
  • Wo fährt der Zug ab? 

Slide 12 - Tekstslide

Vul het juiste vraagwoord in:
____ fährt der Zug ab?
A
wie
B
wann
C
wohin
D
wie lange

Slide 13 - Quizvraag

Vul het juiste vraagwoord in:
____ muss ich umsteigen?
A
wo
B
wann
C
wohin
D
wie

Slide 14 - Quizvraag

Vul het juiste vraagwoord in:
____ lange dauert die Bahnfahrt?
A
wie lange
B
wann
C
wohin
D
wo

Slide 15 - Quizvraag

Vul het juiste vraagwoord in:
____ teuer ist die Fahrkarte?
A
wo
B
wann
C
wohin
D
wie

Slide 16 - Quizvraag

Vul het juiste vraagwoord in:
____ fährt der Zug ab?
A
wo
B
was
C
wohin
D
wie

Slide 17 - Quizvraag

Je herkent de vraagwoorden en weet wat ze betekenen.
A
B
C

Slide 18 - Quizvraag

4. Augaben dieser Woche
Maken: 
  • Aufgabe "Am Bahnhof" 

Slide 19 - Tekstslide