Quiz Speak for yourself

Quiz time!
Quiz time!
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Quiz time!
Quiz time!

Slide 1 - Tekstslide

Quiz Speak for yourself
Part 1: zinnen van alle units van onderdeel A. (20x)
Part 2: Word exam Idiom. (20x)

Slide 2 - Tekstslide

Let's check, Are you ready? 

Slide 3 - Tekstslide

Part 1

Slide 4 - Tekstslide

1. Vertel hoelang je al in je woonplaats woont.

Slide 5 - Open vraag

2. Zeg dat je uit Nederland komt

Slide 6 - Open vraag

3. Zeg dat je ouders gescheiden zijn.

Slide 7 - Open vraag

4. Zeg dat je zus in verwachting is; je krijgt dus een neefje of nichtje.

Slide 8 - Open vraag

5. Zeg dat je in een rijtjeshuis woont.

Slide 9 - Open vraag

6. Zeg dat je: woont in een 2- onder- 1- kap, maar een vrijstaand huis wilt kopen.

Slide 10 - Open vraag

7. Zeg dat je vriend vorig jaar is gezakt voor zijn examen.

Slide 11 - Open vraag

8. Zeg op wat voor soort school je zit en in welke klas.

Slide 12 - Open vraag

9. Zeg dat Manchester United met 2-0 heeft gewonnen van Chelsea.

Slide 13 - Open vraag

10. Zeg dat je moeder golft.

Slide 14 - Open vraag

11. Vraag hoelaat de film begint.

Slide 15 - Open vraag

12. Zeg dat je een uur in de rij hebt gestaan voor kaartjes.

Slide 16 - Open vraag

13. Zeg dat je bij vrienden hebt gelogeerd.

Slide 17 - Open vraag

14. Zeg dat je paspoort is verlopen.

Slide 18 - Open vraag

15. vraag: Zullen we gaan winkelen?

Slide 19 - Open vraag

16. Zeg: Ik heb korting van 20% gekregen.

Slide 20 - Open vraag

17. Vraag of deze laarzen waterdicht zijn.

Slide 21 - Open vraag

18. Zeg dat korte rokjes de laatste mode zijn.

Slide 22 - Open vraag

19. Zeg dat het vaak mistig is in de herfst.

Slide 23 - Open vraag

20. Zeg dat het pijpenstelen regent.

Slide 24 - Open vraag

Einde Part 1.                                   

Slide 25 - Tekstslide

Part 2: Exam Idiom.

Slide 26 - Tekstslide

1. To confirm

Slide 27 - Open vraag

2. Controversial

Slide 28 - Open vraag

3. to resent

Slide 29 - Open vraag

4. judgement

Slide 30 - Open vraag

5. astounded

Slide 31 - Open vraag

6. Vastbesloten

Slide 32 - Open vraag

7. klagen

Slide 33 - Open vraag

8. de schuld geven

Slide 34 - Open vraag

9. ongelofelijk

Slide 35 - Open vraag

10. indrukwekkend

Slide 36 - Open vraag

11. Instead

Slide 37 - Open vraag

12. as a matter of fact

Slide 38 - Open vraag

13. on the contrary

Slide 39 - Open vraag

14. annual

Slide 40 - Open vraag

15. ancient

Slide 41 - Open vraag

16. Tenzij

Slide 42 - Open vraag

17. tussen 2 haakjes

Slide 43 - Open vraag

18. onmiddelijk

Slide 44 - Open vraag

19. meestal

Slide 45 - Open vraag

20. vaak

Slide 46 - Open vraag

Eind van Part 2

Slide 47 - Tekstslide

The winners

Slide 48 - Tekstslide