Skills theorie- tiltechnieken en mobiliteit

Leerdoelen:
  • Je kunt de zorgvrager volgens het verpleegplan ondersteunen bij mobiliteit en daarbij ergonomisch verantwoord werken
  • Complicaties van bedrust voorkomen
  • Verplaatsen van een zorgvrager in en uit bed d.m.v. glijzeil, hullpmiddelen, passieve en actieve tillift 
  • De student weet wat een juiste werkhoogte is.
  • De student weet hoe je je rug moet gebruiken bij tillen en waarom
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen:
  • Je kunt de zorgvrager volgens het verpleegplan ondersteunen bij mobiliteit en daarbij ergonomisch verantwoord werken
  • Complicaties van bedrust voorkomen
  • Verplaatsen van een zorgvrager in en uit bed d.m.v. glijzeil, hullpmiddelen, passieve en actieve tillift 
  • De student weet wat een juiste werkhoogte is.
  • De student weet hoe je je rug moet gebruiken bij tillen en waarom

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mobiliteitsklassen
A = Actief, kan de handelingen zelfstandig uitvoeren​
B = Actief, kan de handelingen niet meer helemaal zelfstandig uitvoeren. Eventueel hulpmiddelen of aanpassingen​
C = Kan de handeling niet zelfstandig uitvoeren. Kan een fysieke bijdrage leveren tijdens de transfer​
D = Zeer beperkt actief​ 
E = Volledig passief  

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pas het hulpmiddel aan adhv de mobiliteitsklasse

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfredzaamheid
  • Volledige, gedeeltelijke overname of begeleiding van zorgvrager, denk aan haptonomie
  • Zelfredzaamheid mobiliteit stimuleren
  • Zelfredzaamheid is belangrijk voor de zorgvrager, zorgverlener en samenleving
  • Mate van zelfredzaamheid noteren in verpleegplan

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke mensen zijn betrokken bij mobiliteit

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke hulp kan er geboden worden bij staan/lopen, zitten en liggen?

Slide 7 - Woordweb

  • Goede schoenen, stroeve zolen​
  • Ondersteunen aan niet-aangedane kant​
  • Elleboog vasthouden​
  • Loophulpmiddelen gebruiken: wandelstok, elleboog-, triceps- of okselkruk, vierpootje, driewiel- of vierwielrollator, looprek of loopfiets
  • Passieve en actieve tillift
  • Draaischijf
  • ​Glijzeil
  • Prettige kleding​
  • Zithulpmiddelen: niet-rijdende en rijdende. Sommige zitmiddelen hebben een zitelement dat te kantelen is. Kussens, voetenbankje en armleuningen​
  • Zorg voor een goed matras, onderlaken en bovenlaken
stoeltransfers
helpen met opstaan
helpen met zitten
achter in de stoel plaatsen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken van vallen
Persoonsgebonden factoren:​

  • verminderd reactievermogen​
  • verminderd evenwicht​
  • verminderde spierkracht​
  • verminderd zicht en gehoor​
  • beperkte lichamelijke mogelijkheden, verminderde lenigheid​
  • specifieke ziekten (zoals artrose, CVA, parkinson, orthostatische hypotensie)​
  • problemen met lopen​
  • cognitieve en psychische achteruitgang​
  • geneesmiddelengebruik (met name slaap- en kalmeringsmiddelen)​​
Omgevingsfactoren:​
  • Omgeving: onvoldoende (straat) verlichting, hoge drempels, losse kleedjes en voorwerpen.​
  • Hulpmiddelen: slecht onderhouden rollator, boodschappentas zonder wielen, slechte huishoudtrap, ongelijke bestrating buiten, schoenen met gladde zolen.












Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het verzorgen van voeten maakt de kans op vallen kleiner
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Eeltknobbels, ingegroeide teennagels en standafwijkingen aan de voeten kunnen ervoor zorgen dat mensen anders gaan lopen. Problemen met de mobiliteit zijn dan vaak het gevolg en dit kan de kans op een val vergroten.
Bewegen is belangrijk om de afname van de spiermassa bij ouderen flink te vertragen. Spierversterkende oefeningen zijn daarvoor essentieel. Hoe lang moet een spier worden geoefend om hem sterker te maken?
A
Een spier is na 1 oefensessie sterker
B
Een spier is na 20 oefensessies sterker
C
Een spier is na 40 oefensessies sterker
D
Een spier is na 60 oefensessies sterker.

Slide 14 - Quizvraag

Al na 1 sessie met spierversterkende oefeningen gaat het lijf aan de slag om een spier sterker te maken. Omdat de spier wordt belast worden er spiervezels aangemaakt. Het gaat in hele kleine stapjes, daarom merk je na 1x oefenen nog geen verschil. Maar vele kleine stapjes maken een grote stap en dus vooruitgang. Elke keer oefenen geeft dus resultaat!
doelen behaald?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke mogelijke lichamelijke en sociale gevolgen heeft een val bij ouderen?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij de zorg voor de mobiliteit zijn veel mensen betrokken:
  • Naasten​
  • Mantelzorgers
  • Huisarts, revalidatiearts of orthopedisch chirurg​
  • Fysiotherapeut, ergotherapeut, mensendiecktherapeut of cesartherapeut ​
  • Orthopedisch instrumentmaker




Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke risico’s kunnen optreden bij verminderde mobiliteit?

Slide 18 - Woordweb

  • Trombose​
  • Obstipatie​
  • Longontsteking​ (pneumonie)
  • Contracturen (bijv. spitsvoeten) ​
  • Spieratrofie​
  • Osteoporose​
  • Smetplekken ​
  • Decubitus
 Til- en verplaatsingstechnieken
Valkuilen:
  • Haastig willen verplaatsen
  • Trekken en sjorren
  • De zorgvrager niet laten meewerken
  • Niet weten wat de zorgvrager wel en niet zelf kan
  • Reiken
  • Geen hulpmiddelen erbij pakken
  • Niet goed communiceren met collega’s bij verplaatsing




Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel extra licht heeft een 60-jarige nodig om hetzelfde te kunnen zien als een 40-jarige?
A
2x zoveel
B
5x zoveel
C
10x zoveel

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als men ouder wordt, verliest men spierweefsel: is dit te voorkomen?
A
Ja, door veel eiwitten te eten
B
Ja, door te zorgen voor voldoende rust
C
Nee, je kunt het niet voorkomen, wel vertragen

Slide 21 - Quizvraag

Je kunt niet voorkomen dat bij ouderen de spiermassa afneemt. Het proces kan wel flink worden vertraagd door te blijven bewegen en door genoeg eiwitten te nemen. Eiwit zit vooral in melk(producten), vis, vlees en vleesvervangers.
Ook Vitamine D is belangrijk als het gaat over valpreventie. Het is belangrijk voor de groei en het behoud van stevige botten. Geeft zonlicht voldoende vitamine D?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quizvraag

Zonlicht geeft zelf geen vitamine D, maar helpt wel bij het aanmaken hiervan. Het lichaam maakt deze vitamine dus zelf aan, maar helaas niet genoeg. Daarom adviseert de Gezondheidsraad om vanaf 70 jaar dagelijks vitamine D te slikken.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies