Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Verkleinwoorden
verkleinwoorden
1 / 31
volgende
Slide 1:
Woordweb
Spelling
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
31 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
verkleinwoorden
Slide 1 - Woordweb
_k, _f, _g, _p, _s, _d of _t :
-je
- Zelfstandig naamwoorden meestal -je
- de kaas
het
kaas
je.
- de worst
het
worst
je
- het huis
het
huisje Welke woorden weet jij?
Slide 2 - Tekstslide
_m: -pje
woorden die eindigen op -m
- de boom het boom
pje
- de arm het arm
pje
- het raam het raam
pje Welke woorden weet jij?
Slide 3 - Tekstslide
_l, _n, _r. : -tje
- de lepel het lepel
tje
- de stoel het stoel
tje
- de telefoon het telefoon
tje
- de banaan. het banaantje
- de kikker. het kikkertje Welke woorden weet jij?
Slide 4 - Tekstslide
-tje
De medeklinker wordt verdubbeld als er een korte klinker is (niet bij alle woorden)
- de ster het ste
rr
e
tje
- de pop het po
pp
e
tje
Slide 5 - Tekstslide
-tje
Woorden die eindigen op een lange klinker (a, é, o, u)
- de auto het aut
ootje
- de paraplu het parapl
uutje
- de logé
het log
eetje
Slide 6 - Tekstslide
-tje
Woorden die eindigen op -i wordt -ietje
- de taxi het tax
ietje
- de ski het sk
ietje
Slide 7 - Tekstslide
'tje
Woorden die eindigen op -y en afkortingen
- de baby het baby
'tje
- de hobby het hobby
'tje
- de usb het usb
'tje
Slide 8 - Tekstslide
_ng. : -nkje
Woorden die eindigen op -ng
- de woning het woni
nkje
- de koning het koni
nkje
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
bank
A
banktje
B
bankje
C
bankpje
Slide 11 - Quizvraag
kop
A
kopje
B
koptje
C
koppje
Slide 12 - Quizvraag
trui
A
truije
B
truitje
C
truipje
Slide 13 - Quizvraag
computer
A
computerje
B
computertje
C
computerpje
Slide 14 - Quizvraag
school
A
schoolje
B
schooltje
C
schoolpje
Slide 15 - Quizvraag
schrift
A
schriftje
B
schrifttje
C
schriftpje
Slide 16 - Quizvraag
koning
A
koningje
B
koningtje
C
koningpje
D
koninkje
Slide 17 - Quizvraag
vraag
A
vraagje
B
vraagtje
C
vraagpje
D
vraankje
Slide 18 - Quizvraag
deur
A
deurje
B
deurtje
C
deurpje
Slide 19 - Quizvraag
Wat is het verkleinwoord?
de deur
Slide 20 - Open vraag
Wat is het verkleinwoord?
de telefoon
Slide 21 - Open vraag
Wat is het verkleinwoord?
het paard
Slide 22 - Open vraag
Wat is het verkleinwoord?
de koning
Slide 23 - Open vraag
Wat is het verkleinwoord?
de stoel
Slide 24 - Open vraag
Wat is het verkleinwoord?
de jas
Slide 25 - Open vraag
Wat is het verkleinwoord?
de kast
Slide 26 - Open vraag
Wat is het verkleinwoord?
de tas
Slide 27 - Open vraag
Wat is het verkleinwoord?
het kind
Slide 28 - Open vraag
Wat is het verkleinwoord?
de broek
Slide 29 - Open vraag
Wat is het verkleinwoord?
de appel
Slide 30 - Open vraag
Studiemeter
Maak de oefeningen van de verkleinwoorden van Studiemeter. Deze staan bij het onderdeel spelling!
Slide 31 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Verkleinwoorden
Oktober 2022
- Les met
22 slides
Spelling
MBO
Studiejaar 1
Verkleinwoorden
Januari 2021
- Les met
21 slides
Spelling
MBO
Studiejaar 1
Verkleinwoorden
Februari 2023
- Les met
22 slides
Spelling
MBO
Studiejaar 1
Verkleinwoorden
Juni 2022
- Les met
22 slides
Spelling
MBO
Studiejaar 1
Verkleinwoorden
Maart 2023
- Les met
32 slides
Spelling
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
2. Thema 6 Nederlands toekomst Hoofdstuk 2 verkleinwoorden Les 1
Juni 2024
- Les met
24 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 4
Verkleinwoorden
Maart 2022
- Les met
18 slides
Spelling
MBO
Studiejaar 1
Verkleinwoorden
Juni 2022
- Les met
25 slides
Spelling
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2