Kruisingen en stambomen

kruisingsschema's en stambomen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

kruisingsschema's en stambomen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt:
- een kruisingsschema opstellen.
- uit een kruisingsschema de genotypen en/of fenotypen van de ouders en/of nakomelingen afleiden en bepalen in welke verhouding ze voorkomen.

- uit een stamboom de genotypes bepalen en welk gen dominant/recessief is. 


Slide 2 - Tekstslide

Voorspellen doe je met behulp van een kruisingsschema! 
Genotype:                                       Kruisingsschema:
Moeder: BB
Vader: Bb

B= bruine ogen
b= blauwe ogen

Slide 3 - Tekstslide

Even oefenen
Bij tulpen is een rode bloemkleur dominant over een witte bloemkleur. Twee rode tulpen die beide heterozygoot zijn voor de bloemkleur worden met elkaar gekruist.

Geef de verhouding van de genotypen en fenotypen in de F1.

SCHRIJF ELKE STAP OP JE WISBORDJE MEE!!!!


Slide 4 - Tekstslide

Even oefenen
Bij honden is zwarte vacht dominant over een blonde vacht. 
Een blond teefje wordt gekruist met een zwarte reu die homozygoot voor de haarkleur is.

Geef de verhouding van de genotypen en fenotypen in de F1
Geef de verhouding van de genotypen en fenotypen in de F2.
Hoe groot is de kans op een pup met een blonde vacht?

SCHRIJF ELKE STAP OP JE WISBORDJE MEE!!!!


Slide 5 - Tekstslide

Even oefenen
Bij honden is zwarte vacht dominant over een blonde vacht. Een blond teefje wordt gekruist met een zwarte reu die heterozygoot voor de haarkleur is.

Geef de verhouding van de genotypen en fenotypen in de F1.
Hoe groot is de kans op een pup met een blonde vacht?

SCHRIJF ELKE STAP OP JE WISBORDJE MEE!!!!


Slide 6 - Tekstslide

Kan je deze ook?
We kruisen een kortharig cavia mannetje met een langharige cavia vrouwtje die heterozygoot is voor de eigenschap. 

Geef antwoord op de volgende vragen:
1 Wat zijn de genotypen van de ouders?
2 Wat is de verhouding van de F1
3 Wat is de kans op een kortharige cavia?

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht kruising
Kruising met erwtenplanten
Een gele erwtenplant wordt gekruist met een groene erwtenplant. Alle nakomelingen in de F1 zijn geel. 
Het nageslacht kruist onderling verder.
Opdracht schrijf de kruising op van P, F1, F2 helemaal uit.
  1. Schrijf eerst alle info op
  2. Noteer fenotype, genotype van P, F1, F2 en geslachtscellen
  3. Gebruik de letter R voor de allelen


Slide 8 - Tekstslide

Nog een kruising

Slide 9 - Tekstslide

Intermediair fenotype:
Wat zijn de genotypen van deze kippen?

Slide 10 - Tekstslide

Stamboom van een gezin

Slide 11 - Tekstslide

Hoe pak je dit aan?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Teken hem na en vul de genotypen zo ver mogelijk in.

Slide 14 - Tekstslide