15 juni - V1B Theme 6 reading -imperative

Goodmorning
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Goodmorning

Slide 1 - Tekstslide

Today's programme

  • Check homework 
  • Reading
  • Imperative

Slide 2 - Tekstslide

The Big Ben blz. 89

Slide 3 - Tekstslide

What's the first thing you do before reading?

Slide 4 - Woordweb

What is the title?

Slide 5 - Open vraag

What do you already know about the Big Ben

Slide 6 - Open vraag

Hack the Question

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

What could he say? 

Slide 9 - Tekstslide

What about him? 

Slide 10 - Tekstslide

What will Google say? 

Slide 11 - Tekstslide


Imperative

Slide 12 - Tekstslide

Imperatives 
"Wel doen! Niet doen!

Kijk uit!
Watch out!
Drink veel water.
Drink plenty of water.
Open je boek op pagina 28.
Open your book one page 28.
Wacht even!
Wait!
Doe de deur dicht.
Close the door.
Wel doen!
What does it look like?/ the rule?
Niet te hard praten.
Don't talk too loud.
Verslaap je niet.
Don't oversleep.
Niet doen!
Don't do that!
Hier niet eten.
Don't eat here.
Verpest het niet.
Don't mess it up.
Niet doen!
What does it look like?/the rule?

Slide 13 - Tekstslide

Rule (write down!)
Hele werkwoord (zonder 'to') + de rest van de zin = imperative


Wel doen:
Eat your breakfast!
Werkwoord vooraan in de zin + de rest van de zin
Niet doen:
Don't play loud music.
Don't + hele werkwoord + rest van de zin



Slide 14 - Tekstslide

Let's practice this!

Slide 15 - Tekstslide

___ your homework (to do)
A
Do
B
To do
C
Doing
D
Does

Slide 16 - Quizvraag

___ upstairs (to go)
A
Go
B
To go
C
Going
D
Goes

Slide 17 - Quizvraag

Write an imperative.
_______ late for school! (not / to be)

Slide 18 - Open vraag

Write an imperative.
____ on the table! (not / to sit)

Slide 19 - Open vraag

Zeg dat je een mondkapje (face mask) moet dragen (to wear).

Slide 20 - Open vraag

Zeg dat je een mondkapje (face mask) moet dragen (to wear).

Slide 21 - Open vraag

Zeg dat je een mondkapje (face mask) moet dragen (to wear).

Slide 22 - Open vraag

Finish:
Exercises 12 tm15
Study:
Words ABC

Slide 23 - Tekstslide