H.S. 2ème classe, révision grammaire chapitres 5 et 6

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

R

É

V

I

S

I

O

N

       Grammaire:

Chapitres 5 et 6

Welke taalregels ken je uit
chapitres 5 en 6?

1) Le verbe  "Voir"

2)  Regelmatige ww. op "-ir", (exemple: grandir)

3) Het aanwijzend voornaamwoord

P. 137, du livre de textes

Vous êtes prêts ?

Nu volgen een paar vragen om te kijken of je het begrepen hebt.

Bonne chance !

Kies de juiste vorm:
Ma mère (voit) mon frère

1. vertes
2. verte
3. vert
4. verts

Kies de juiste vorm:
Olivier et Marc sont (frans)

1. français
2. française
3. françaiss
4. françaises

Kies de juiste vorm:
Les .........sacs (nieuw)

1. nouveau
2. nouvelles
3. nouvelle
4. nouveaux

Welke zin is goed geschreven?

1. Un garçon drôle
2. Un garçon drôlee
3. Un garçon drôles
4. Un garçon drôlees

Welke zin is goed geschreven?

1. La chaise bleu
2. La chaise bleue
3. La chaise bleus
4. La chaise bleues

NL	Mnl.ev.	Vrl.ev.	Mnl.mv	Vrl.mv
Mooi
Oud
Nieuw

Beau

Vieilles

Nouveaux

Belles

Vieille

Maintenant:

2)     Regelmatige werkwoorden op " -re" 

exemple: attendre

Regelmatige ww op -re

Veel werkwoorden in het Frans eindigen op -re. 

Bijvoorbeeld:

• attendre (wachten)
• descendre (naar beneden gaan, uitstappen)
• entendre (horen)
• répondre (antwoorden)
• vendre (verkopen)
• rendre (teruggeven)
• perdre (verliezen)

Welk vorm is goed?

attendre - j'

1. j'attende
2. j'attendis
3. j'attends
4. j'attendre

Welk vorm is goed?

perdre - tu

1. tu perdes
2. tu perdis
3. tu perds
4. tu perdu

Vertaal?

Zij verkopen

1. ils vendre
2. ils vendons
3. il vend
4. ils vendent

Vertaal

U antwoordt

1. vous répondons
2. vous répondissez
3. vous répondrez
4. vous répondez

4)

_____ livre [mannelijk]

1. Ce
2. Cet
3. Cette
4. Ces

garçons

1. Ce
2. Cet
3. Cette
4. Ces

_______ émission (v)

1. cet
2. cette
3. ces
4. ce

chanteuses

1. ce
2. ces
3. cette
4. cet

na een ontkenning of een hoeveelheid krijg je ...... of ............

wanneer krijg je weer een gewoon lidwoord?

1. na een hoeveelheid
2. na een werkwoord met een gevoel
3. na een komma
4. in de zomer

je mange .......... frites

je mange 3 kilos ...........frites

je ne mange pas ............. frites

j'adore .......... frites!

Wat zijn aanwijzende voornaamwoorden in het Frans?

1. mon/ma/mes
2. le/la/les
3. ce/cet/cette/ces
4. un/une/des

(deze) ______ photos

1. Ce
2. Cette
3. Ces
4. Cet

verbes réguliers présent

 

PARLER 

Je parl e 

Tu parl es 

Il parl e 

Elle parl e 

On parl e 

Nous parl ons 

Vous parl ez 

Ils parl ent 

Elles parl ent 

J'ai parl é

VENDRE 

Je vend s 

Tu vend s 

Il vend 

Elle vend 

On vend 

Nous vend ons 

Vous vend ez 

Ils vend ent 

Elles vend ent

J' ai vend u

FINIR

Je finis 

Tu fini s 

Il fini t 

Elle fini t 

On fini t 

Nous fini ssons 

Vous fini ssez 

Ils fini ssent

Elles fini ssent 

J'ai fin i

Les verbes réguliers 

Er zijn 3 groepen regelmatige werkwoorden:

verbes en -er

verbes en -re

verbes en -ir

verbes réguliers passé composé

De passé composé bestaat altijd uit twee onderdelen:

1  Een vorm van avoir of être (het hulpwerkwoord)

2  Het voltooid deelwoord

Het voltooid deelwoord van de ww op –er eindigt op - é
  J’ai parlé

Het voltooid deelwoord van de ww op –re eindigt op -u
   J’ai vendu

Het voltooid deelwoord van de ww op –ir eindigt op  -i
    J’ai fini 

 Om de passé composé te maken moet je goed
de hulpwerkwoorden 

AVOIR en ÊTRE kennen!!

e

ons

e

es

ez

ent

Nous + stam-

Vous + stam-

Ils + stam-

Je + stam-

Tu + stam-

Il + stam-

Het werkwoord remplir in de tegenwoordige tijd. Combineer de juiste vormen.

Je

Tu

Il/Elle/On

Nous

Vous

Ils/Elles

remplis

remplissent

remplit

remplissez

remplissons

remplis