VCA Hoofdstuk 4 De werkplek Marco
Voor welke omstandigheden moet de werkgever zorgen?
A
Een binnentemperatuur, die voor alle medewerkers behaaglijk is.
B
Geen lawaai op de werkplek.
C
Een tochtvrije kantoorwerkplek.
D
Verlichting, die afgestemd is op de werkzaamheden.
1 / 12
Onderdelen in deze les
Voor welke omstandigheden moet de werkgever zorgen?
A
Een binnentemperatuur, die voor alle medewerkers behaaglijk is.
B
Geen lawaai op de werkplek.
C
Een tochtvrije kantoorwerkplek.
D
Verlichting, die afgestemd is op de werkzaamheden.
Slide 1 - Quizvraag
Welke maatregelen neem je om de lichamelijke belasting door trillingen te beperken?
A
Regelmatig een pauze nemen.
B
Gebruik van veiligheidsschoenen.
C
Ontspannen van je buikspieren.
D
Gebruik van speciale handschoenen.
Slide 2 - Quizvraag
Je helpt jouw collega's bij de verhuizing van het bedrijf. Er moeten dozen en meubilair verhuisd worden. Welke van onderstaande uitspraken zijn juist.
A
Bij het tillen houd je je armen zo veel mogelijk gestrekt.
B
Tillen van meubilair doe je zo veel mogelijk met twee personen.
C
Bij het tillen houd je de last zo dicht mogelijk tegen je aan.
D
In je eentje mag je maximaal 10 kilogram tillen.
Slide 3 - Quizvraag
Wat zijn organisatorische maatregelen voor veilig handmatig tillen en verplaatsen van lasten?
A
Het gebruik van til- en hulpmiddelen.
B
De last in kleinere delen opsplitsen voordat je gaat tillen.
C
Medewerker zelf het tempo laten bepalen en inlassen van korte pauzes.
Slide 4 - Quizvraag
Bij welke werkomstandigheden kun je het best staand werk doen?
A
Als er krachten lager dan 45 N (4,5kg) worden gebruikt.
B
Als het werk laag en/of hoog ten opzichte van het lichaam plaatsvindt.
C
Als er voldoende beenruimte is.
Slide 5 - Quizvraag
Welke factor kan de individuele belastbaarheid bij handmatig tillen bepalen?
A
De beschikbaarheid van hulpmiddelen.
B
De mate waarin men fysiek in staat is om te tillen.
C
De aanwezigheid van collega's.
Slide 6 - Quizvraag
Je bent aan het werk bij een chemisch bedrijf. Vandaag ga je werkzaamheden doen in een opslagtank. Er worden steekflenzen gebruikt als voorzorgsmaatregel om de werkplek veilig te stellen. Waar wordt een steekflens voor gebruikt?
A
Voor het afsluiten van toevoerleidingen naar vaten, opslagtanks of installaties.
B
Als scheidingswand bij de opslag van twee gevaarlijke stoffen.
C
Om jou te beschermen tegen steekvlammen.
Slide 7 - Quizvraag
Welke uitspraken zijn juist?
A
De steekflens plaats je na de laatste afsluiten.
B
Een steekflens mag je altijd zelf plaatsen.
C
Een steekflens is een persoonlijk beschermingsmiddel.
D
Steekflenzen worden alleen gebruikt om een leiding af te sluiten of te blokkeren.
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de betekenis van
dit bord?
dit bord?
A
Helm en gehoorbescherming verplicht.
B
Let op: gevaar voor gehoorschade.
C
Gehoorbescherming verplicht.
Slide 9 - Quizvraag
Wat betekent dit bord?
A
Let op: gevaar!
B
Let op: gevaar voor elektrische spanning.
C
Let op: gevaar voor elektrische apparaten.
Slide 10 - Quizvraag
Wat betekent dit bord?
A
(brand)ladder
B
vluchtroute
C
brandweertoegang
Slide 11 - Quizvraag
Wat betekent dit bord?
A
verboden aan te raken.
B
geen toegang voor onbevoegden.
C
handschoenen dragen verboden.
