Module 6; Dementie alzheimer

 Dementie & Alzheimer
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie&pathologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

 Dementie & Alzheimer

Slide 1 - Tekstslide

Wie van jullie heeft er op het werk te maken met dementerende cliënten? en welke vorm?

Slide 2 - Open vraag

Omschrijf dementie in je eigen woorden

Slide 3 - Open vraag

Verschillende vormen
Dementie kent verschillende vormen:

  • Alzheimer
  • Lewy-bodydementie
  • Vasculaire dementie
  • Frontaalkwab dementie

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Dementie
Dementie is een progressieve hersenziekte, waarbij hersencellen krimpen of verbindingen raken beschadigd. Dit veroorzaakt een geheugenstoornis.

Stadia:
1. Beginnende dementie
2. Matig ernstige dementie
3. Ernstige dementie, cliënt is volledig afhankelijk
4. Ernstige dementie, spreekt nauwelijks en ligt in foetushouding.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is dementie?
Dementiesyndroom: informatie wordt niet goed verwerkt
50 hersenziektes
1 op de 5, meer vrouwen
Cognitieve stoornissen zijn denkstoornissen

  • Geheugenstoornissen
  • Afasie: moeite om woorden te vinden en problemen om zich uit te drukken met taal
  • Apraxie:  verminderd vermogen om motorische handelingen uit te voeren
  • Agnosie:  onvermogen om objecten te herkennen
  • Stoornissen in uitvoerende functies : zoals rekenen, logisch nadenken, plannen



Slide 7 - Tekstslide

0

Slide 8 - Video

Herkennen van een delier
Een delier kan erg lijken op een dementie.

Wat zijn de verschillen?
- het treedt acuut op, dementie niet
- het is tijdelijk, dementie niet
 

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de bekendste vorm van dementie?
A
Ziekte van Parkinson
B
Lewy body dementie
C
Ziekte van Alzheimer
D
Vasculaire dementie

Slide 10 - Quizvraag

Welke vorm van dementie begint meestal al op jonge leeftijd.
A
Alzheimer
B
Frontaalkwabdementie
C
Beide
D
Geen van de twee antwoorden is goed

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn de symptomen van Alzheimer?
A
Iemand met alzheimer krijgt problemen met het gewicht en de spraak. Naarmate de ziekte erger wordt, krijgt iemand steeds meer moeite met lichamelijke vaardigheden.
B
Iemand met alzheimer krijgt problemen met het geheugen en gaat bibberen. Naarmate de ziekte erger wordt, krijgt iemand steeds meer moeite met administratieve vaardigheden.
C
Iemand met alzheimer krijgt problemen met het reuk en smaak vermogen. Naarmate de ziekte erger wordt, krijgt iemand steeds meer moeite met dagelijkse vaardigheden.
D
Iemand met alzheimer krijgt problemen met het geheugen. Naarmate de ziekte erger wordt, krijgt iemand steeds meer moeite met dagelijkse vaardigheden.

Slide 12 - Quizvraag

Uitleg vervolg Module 4 
Overige lessen module 4 zijn allemaal skills gerelateerd.
Tijdens skills lessen krijgen jullie ook de theorie.
Na het krijgen van de skills lessen doorlopen jullie zelf de bijbehorende lesvariant in ANS.
Hierbij maak je de opdrachten en lever je hierbij ook de opdrachten in.

Slide 13 - Tekstslide

Introductie module 6

Slide 14 - Tekstslide

Examen module 6 wordt met mentor bekeken wanneer module 4 is afgerond

Slide 15 - Tekstslide

Invullen growbrick

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht maken. Hierna inleveren via ANS.

Slide 18 - Tekstslide

Vragen maken -> begrijp de theorie

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Vragen communicatie in de zorg (voor jezelf maken, ander moment)

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Uitdelen; observatielijst

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Voor jezelf: Lezen H 1.1, 1.2 en 1.3

Opdrachten communicatie in de zorg + (wanneer nog niet gedaan in les: begrijp je theorie) voor jezelf nog maken.

-> Inleveren ANS: Rode draad alzheimer  + opdracht gehoorproblemen (=ondersteuningsgesprek)

Slide 27 - Tekstslide

Voorbereidende huiswerkopdracht voor volgende les

Slide 28 - Tekstslide

Extra quizvragen

Slide 29 - Tekstslide

Dementie is geneesbaar is dit juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Welke vormen van dementie zijn er?
A
Ziekte ven Alzheimer, Lewy body dementie
B
Ziekte van Parkinson en alleen vasculaire dementie.
C
Ziekte van Alzheimer , vasculaire dementie, frontotermonale dementie, Lewy body dementie en nog veel meer.
D
Ik heb echt geen enkel idee

Slide 31 - Quizvraag

De cliënt gebruikt de tandenborstel als pen, dit is
A
afasie
B
apraxie
C
agnosie

Slide 32 - Quizvraag

De client heeft zijn onderbroek boven zijn broek aangetrokken, dit is
A
afasie
B
apraxie
C
agnosie

Slide 33 - Quizvraag

Wat veroorzaakt vasculaire dementie?
A
Problemen in de achterwandkwab van de hersenen veroorzaken deze ziekte.
B
Problemen in de doorbloeding van de pijnappelklier veroorzaken deze ziekte.
C
Problemen in de doorbloeding van de hypofyse veroorzaken deze ziekte.
D
Problemen in de doorbloeding van de hersenen veroorzaken deze ziekte.

Slide 34 - Quizvraag