Wat: Jullie krijgen een korte tekst op papier. De tekst bevat fouten; onderstreep ze en schrijf op wat er wél had moeten staan.
Hoe: In tweetallen.
Hulp: Geschiedenisboek. of docent vragen.
Tijd: Tot het einde van de les.
Klaar: Beginnen met huiswerk:
Lezen paragraaf 2.3 en maken van opdracht 1, 3 & 5.