Media: reclame - les 2

Welkom!
Pak je leesboek.

Verder vandaag:
Start Project Media
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak je leesboek.

Verder vandaag:
Start Project Media

Slide 1 - Tekstslide

(online) reclame
Even terug naar de vorige les

Slide 2 - Tekstslide

Soorten reclame
Reclame op televisie
- voor iedereen hetzelfde

Online reclame
- voor iedereen anders

Commerciële en ideële reclame

Slide 3 - Tekstslide

Wat doet een goed gemaakte reclame vaak?
  • Trekt de aandacht
  • Wekt gedachten en emoties op
  • Zorgt ervoor dat je iets wil doen, hebben of zijn
  • Vertelt hoe je iets voor elkaar krijgt door het eindproduct te tonen

Slide 4 - Tekstslide

Technieken om mensen over te halen
  • Herhaling
  • Humor
  • Dromen-komen-uit-belofte
  • Inzet van gewone mensen
  • Inzet van autoriteit
  • Aanzetten tot actie

Slide 5 - Tekstslide

Persona

Slide 6 - Tekstslide

Doelgroep
Reclamemakers maken een product voor een doelgroep. De doelgroep bestaat uit mensen van wie de reclamemakers willen en verwachten dat ze het product gaan kopen. 

Doelgroepen verschillen van elkaar. Zo is de doelgroep voor een fatbike niet gelijk aan de doelgroep voor wandelschoenen. 

Slide 7 - Tekstslide

Persona
Om het product zo goed mogelijk te verkopen, onderzoeken de reclamemakers hoe hun doelgroep er precies uitziet. Dat doen ze door uit te gaan van de gemiddelde persoon in de doelgroep. Dat is de ideale klant. 

Zo’n persoon, die dus niet echt bestaat, heet een persona

Slide 8 - Tekstslide

Persona
De reclamemakers beschrijven deze persona zo uitgebreid mogelijk. Denk aan: leeftijd, geslacht, hoe iemand woont, wat voor werk iemand doet, hobby’s en interesses. 

Zo zorgen de reclamemakers dat ze een reclame kunnen maken die goed aansluit bij de doelgroep, zodat het product gekocht wordt.

Slide 9 - Tekstslide

Ideële reclame
Doel van een ideële reclame:
Je gedrag veranderen. Je moet iets doen.

Voorbeeld:
Gooi je afval weg, wees lief voor je klasgenoten, zorg voor ouderen, doe voorzichtig met vuurwerk, etc.

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
De opdracht wordt uitgelegd.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
  • Maak groepjes van 3 of 4. De docent noteert de groepjes en het doel (let op: elk doel mag maar 1 keer worden gekozen). 
  • Met je groepje maak je een ideële reclame.
  • Verzin een doel.
  • Vul het Projectsjabloon Reclame in (zie Magister). Dit moet aan het einde van de volgende les af zijn. 
Inleveren filmpje: woensdag 17 april via Teams.

Slide 12 - Tekstslide