Grammatiktrainer Personalpronomen nom. dat. akk.

Personalpronomen
In deze trainer leer je de persoonlijke voornaamwoorden
in Nominativ, Dativ en Akkusativ

Voorkennis: je kent de Nominativ, Dativ en Akkusativ
van de bepaalde lidwoorden
hij-hem regel
aan/voor regel
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Personalpronomen
In deze trainer leer je de persoonlijke voornaamwoorden
in Nominativ, Dativ en Akkusativ

Voorkennis: je kent de Nominativ, Dativ en Akkusativ
van de bepaalde lidwoorden
hij-hem regel
aan/voor regel

Slide 1 - Tekstslide

Beispielsätze
Das ist mein Freund, kennst du ihn?
Können Sie mir die Speisekarte bringen?
Max gibt ihr einen Ring.
Hast du ihnen das Buch mitgebracht?
Können Sie uns den Weg zeigen?
Ja. ich werde euch den Weg zeigen.





hem
voor mij
aan haar
voor hen
aan ons
aan jullie

Slide 2 - Tekstslide

Schema
nom. 
hij
ich
ik
du
jij
er
hij
es
het
sie
zij
wir
wij
ihr
jullie
sie
zij
Sie
u
dat. 
aan/voor
mir

dir
ihm
ihm
ihr
uns
euch
ihnen
Ihnen
akk.
hem
mich
dich
ihn
es
sie
uns
euch
sie
Sie

Slide 3 - Tekstslide

Ich gebe (hem) mein Buch.
A
er
B
ihm
C
ihn

Slide 4 - Quizvraag

Ich schreibe (jullie) eine Mail.
A
euch
B
ihr

Slide 5 - Quizvraag

Ich kenne (u) doch!
A
Sie
B
Ihnen

Slide 6 - Quizvraag

Ich habe (jullie) hier noch
nie gesehen.
A
ihr
B
euch

Slide 7 - Quizvraag

Er trainiert (hen) schon lange.
A
ihnen
B
sie

Slide 8 - Quizvraag

Gib (mij) fünf Minuten.
A
mir
B
mich

Slide 9 - Quizvraag

Um (jou) zu überzeugen.
A
du
B
dir
C
dich

Slide 10 - Quizvraag

Gib (ons) fünf Minuten.
A
uns
B
wir

Slide 11 - Quizvraag

Um (jullie) zu überzeugen.
A
ihr
B
euch

Slide 12 - Quizvraag

Schreibe ins Deutsche:
Ik ken hem al vier jaar.

Slide 13 - Open vraag

Schreibe ins Deutsche:
Zij is aardig.

Slide 14 - Open vraag

Schreibe ins Deutsche:
Wat doen jullie?

Slide 15 - Open vraag

Schreibe ins Deutsche:
Het ligt aan jullie!

Slide 16 - Open vraag

Schreibe ins Deutsche:
Ik geef u mijn mailadres. (die Mailadresse)

Slide 17 - Open vraag

Hoe goed begrijp je deze grammatica?

Als je het snapt kun je doorgaan met de volgende slides
Ik snap het.
Ik snap het als ik het thuis nog eens doorneem
Ik heb behoefte aan meer uitleg.

Slide 19 - Poll

Gespräch
Gast
Bedienung
Ober, können (u) (mij) die Speisekarte bringen?
Bitte. Kann ich (u) noch einen Wein einschenken?
Gerne. Und haben (u) noch ein Wasser für (ons)?
Ja, ich bringe es (jullie) sofort.
Danke. Können (u) (ons) die Rechnung bringen?
Gerne. War alles nach Wunsch?
Ausgezeichnet!

Slide 20 - Tekstslide