4.2 dl2 + 4.3 Hormonale regeling dl1

H4: Voortplanting
Deze les:
- Inzage Repetitie
- Herh. Meiose I en II
- Oögenese en Spermatogenese
- Nakijken HW + maken opdr. 4.2
- Start 4.3 Hormonale regeling: 
Hormonale regeling mannen

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

H4: Voortplanting
Deze les:
- Inzage Repetitie
- Herh. Meiose I en II
- Oögenese en Spermatogenese
- Nakijken HW + maken opdr. 4.2
- Start 4.3 Hormonale regeling: 
Hormonale regeling mannen

Slide 1 - Tekstslide

Meiose I

Slide 2 - Tekstslide

Wat maakt ieder mens uniek? Recombinatie!
Tijdens de meiose I kunnen 223 verschillende combinaties van chromosomen worden gemaakt (afhankelijk van de willekeur waarmee chromosomen naar de polen worden getrokken)

Daarnaast is er ook nog 
crossing-over.

Slide 3 - Tekstslide

Meiose II (~mitose)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

BINAS 86D

Slide 7 - Tekstslide

Oögenese
Begint al vóór de geboorte in de eierstokken --> vorming van primaire oöcyten uit diploide oögonia (stamcellen)

Ontwikkeling stopt tijdens Profase I (primaire oöcyt)

Bij de rijping van een eicel wordt de meiose afgemaakt tot metafase II (secundaire oöcyt), die wordt pas na de bevruchting voltooid.


Slide 8 - Tekstslide

Oögenese
Bij de rijping van een eicel wordt de meiose I voltooid. 

Doordat omringende follikelcellen de eicel van voedingsstoffen voorzien, groeit de cel sterk. 



Slide 9 - Tekstslide

Oögenese
Meiose I eindigt met ongelijke verdeling van cytoplasma, één cel krijgt vrijwel alles (secundaire oöcyt).

De andere blijft klein, poollichaampje, en speelt verder geen rol meer.

 De meiose II wordt tijdens rijping in de eierstok voltooid tot metafase II (secundaire oöcyt), die wordt pas na de bevruchting voltooid.


Slide 10 - Tekstslide

Oögenese
De meiose II wordt tijdens rijping in de eierstok voltooid tot metafase II (secundaire oöcyt). 

De meiose II wordt pas volledig afgerond na de bevruchting. Waarbij er weer sprake is van ongelijke plasma verdeling en afsplitsing van een poollichaampje.


Slide 11 - Tekstslide

Samenvatting Oögenese

Slide 12 - Tekstslide

Spermatogenese
Begint vanaf de puberteit.
Spermacellen worden gevormd vanuit 
de spermatogonia in de zaadbuisjes 
van de testes. 
Vorming van 1 zaadcel duurt ongeveer 2 maanden.
Ze worden opgeslagen in de bijballen.
Bij zaadlozing komt ongeveer 3 mL vrij-> 350 miljoen cellen



Slide 13 - Tekstslide

Testis
Zaadcellen worden gevormd in
de testes, in de zaadbuisjes.
Deze zijn sterk gekronkeld.
Tussen de zaadbuisjes zitten
de cellen van Leydig (interstitiële
cellen), die produceren het 
hormoon testosteron.

Slide 14 - Tekstslide

Testis
Van buiten naar binnen vormen
de zaadcellen zich. Sertoli-cellen (steun/voeding) begeleiden deze rijping. 

Helemaal aan de binnenkant
zitten de voltooide zaadcellen,
die gaan richting de bijballen
m.b.v. trilharen.

Slide 15 - Tekstslide

BINAS 86D

Slide 16 - Tekstslide

Samenvatting Spermatogenese

Slide 17 - Tekstslide

Opdrachten
Nakijken HW:
- Af 4.1 opdr. 2, 5 t/m 7 en 11, 12, 20 en 23
- Af 4.2 opdr. 26 t/m 29

Maken:
- 4.2 opdr. 32 t/m 35
Klaar? Lezen 4.3 Hormonale regeling
timer
20:00

Slide 18 - Tekstslide

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
4.3 Hormonale regeling

Slide 19 - Tekstslide

Doel en begrippen 4.3
7. Je beschrijft de bijdrage van hormonen aan de vruchtbaarheid en de secundaire geslachtskenmerken bij jongens en meisjes. 
8. Je licht de rol van hormonen toe tijdens de zwangerschap en geboorte.


Hypofyse, Hypothalamus, GnRH, FSH, LH, Testosteron, Oestrogenen, Positieve terugkoppeling, Gele lichaam, Progesteron, HCG, Prostaglandinen, Oxytocine, Prolactine. 

Slide 20 - Tekstslide

Hormonen
Hypothalamus: hormoonklier in de hersenen
Hypofyse: centrale hormoonklier 

Vanaf de puberteit: hypothalamus produceert
GnRH (gonadotropine- releasing-hormone).
Via bloedvaten komt dit hormoon bij de hypofyse.
De hypofyse produceert daardoor FSH (follikel stimulerend hormoon) en LH (luteïniserend hormoon).

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Omschrijf de zin "aanzetten tot secretie van testosteron" in je eigen woorden

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

= LH
Negatieve terugkoppeling

Slide 26 - Tekstslide

Receptoreiwitten
Waarom reageren de cellen in de testes (cellen van Leydig) op de aanwezigheid van LH?

Ze hebben receptoren voor LH!
 

Slide 27 - Tekstslide

Receptoreiwitten
Waarom reageren de Sertoli-cellen (voedstercellen) op de aanwezigheid van FSH?

Sertoli-cellen hebben receptoren voor FSH!
 

Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk
- Af 4.2 opdr. 32 t/m 35
- Lezen 4.3 Hormonale regeling

Slide 29 - Tekstslide