ma 19-4 en di 20-4 V3A foutieve samentrekking

Programma groep 1 (op school)
1. Leesboek doorgeven
2. Antwoorden spelling en grammatica nakijken
3. Foutieve samentrekking
4. Afsluiting en vooruitblik

Programma groep 2 (thuis)
1. Leesboek doorgeven
2. Keuzeopdrachten spelling en grammatica maken (zie document op Teams)
3. Om 11.47 uur terug in de vergadering voor afsluiting
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Programma groep 1 (op school)
1. Leesboek doorgeven
2. Antwoorden spelling en grammatica nakijken
3. Foutieve samentrekking
4. Afsluiting en vooruitblik

Programma groep 2 (thuis)
1. Leesboek doorgeven
2. Keuzeopdrachten spelling en grammatica maken (zie document op Teams)
3. Om 11.47 uur terug in de vergadering voor afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een samentrekking?
Samentrekking = wanneer in een samengestelde zin één of meerdere delen verkort worden weergegeven.


Bijvoorbeeld
Jan at een appel en Kees (at) een peer
Jan gaf een klap aan Kees en Kees (gaf een klap) aan Jan.

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer is een samentrekking juist?
Vier voorwaarden voor een juiste samentrekking:
  1. De betekenis moet hetzelfde zijn.
  2. Het getal en de tijd moeten hetzelfde zijn.
  3. De grammaticale functie moet hetzelfde zijn.
  4. Het samengetrokken zinsdeel moet in de tweede zin op dezelfde plaats komen ten opzichte van de persoonsvorm (ervoor of erachter).

Slide 3 - Tekstslide

De betekenis moet hetzelfde zijn
Zij blies de ballon op en de kaars uit.
Foutieve samentrekking: ‘blies’

Waarom is dat fout?
Uitblazen en opblazen hebben een verschillende betekenis

Hoe verbeter je deze foutieve samentrekking?
Zij blies de ballon op en blies de kaars uit.



Slide 4 - Tekstslide

Het getal en de tijd moeten hetzelfde zijn
De oude boeken werden vervangen en de tafel ook.
Foutieve samentrekking: ‘werden’

Waarom is dat fout?
Zin 1 is het onderwerp meervoud dus de persoonsvorm ook.
Zin 2 is het onderwerp enkelvoud en de persoonsvorm moet dus ook in het enkelvoud.

Hoe verbeter je deze foutieve samentrekking?
De oude boeken werden vervangen en de tafel werd ook vervangen.



Slide 5 - Tekstslide

De grammaticale functie moet hetzelfde zijn
De cake is klaar en gaan we met zijn allen opeten.
Foutieve samentrekking: ‘de cake’

Waarom is dat fout?
Zin 1 is ‘de cake’ een onderwerp
Zin 2 is ‘de cake’ een lijdend voorwerp

Hoe verbeter je deze foutieve samentrekking?
De cake is klaar en we gaan de cake met zijn allen opeten.



Slide 6 - Tekstslide

Het samengetrokken zinsdeel moet in de tweede zin op dezelfde plaats komen ten opzichte van de persoonsvorm
Morgen bestel ik een nieuwe telefoon en hoop hem overmorgen te ontvangen.
Foutieve samentrekking: ‘ik’

Waarom is dat fout?
Zin 1 staat ‘ik’ achter de persoonsvorm.
Zin 2 hoort ‘ik’ voor de persoonsvorm te staan.

Hoe verbeter je deze foutieve samentrekking?
Ik bestel morgen een nieuwe telefoon en ik hoop hem overmorgen te ontvangen.



Slide 7 - Tekstslide

Stappenplan
1. Maak de zinnen "volledig" door de samentrekking ongedaan te maken.
2. Stel nu vast wat samengetrokken is.
3. Controleer of de samentrekking correct of incorrect is.
4. Verbeter incorrecte samentrekkingen.
Axel bracht Bente na het werk naar huis en de rest van het weekend op de bank door.

1. Axel bracht Bente na het werk naar huis en Axel bracht de rest van het weekend op de bank door.
2. Axel bracht is samengetrokken
3. Deze samentrekking is incorrect: wegbrengen en doorbrengen zijn woorden met een verschillende betekenis
4. Axel bracht Bente na het werk naar huis en hij/Axel bracht de rest van het weekend op de bank door.

Slide 8 - Tekstslide

Waar gaat het mis bij deze samentrekking?
Zijn broek kost 80 euro en vind ik niet mooi.
A
betekenis
B
getal/tijd
C
grammaticale functie
D
plaats t.o.v. persoonsvorm

Slide 9 - Quizvraag

Verbeter de foutieve samentrekking.
Zijn broek kost 80 euro en vind ik niet mooi.

Slide 10 - Open vraag

Waar gaat het mis bij deze samentrekking?
In onze straat wordt een verkeersdrempel aangelegd en huizen gebouwd.
A
betekenis
B
getal/tijd
C
grammaticale functie
D
plaats t.o.v. persoonsvorm

Slide 11 - Quizvraag

Verbeter de foutieve samentrekking.
In onze straat wordt een verkeersdrempel aangelegd en huizen gebouwd.

Slide 12 - Open vraag

Waar gaat het mis bij deze samentrekking?
De clown trok zijn kleren uit en niets van zijn publiek aan.
A
betekenis
B
getal/tijd
C
grammaticale functie
D
plaats t.o.v. persoonsvorm

Slide 13 - Quizvraag

Verbeter de foutieve samentrekking.
De clown trok zijn kleren uit en zich niets van zijn publiek aan.

Slide 14 - Open vraag

Waar gaat het mis bij deze samentrekking?
Morgen bestel ik de nieuwe dynamo en hoop hem overmorgen te ontvangen.
A
betekenis
B
getal/tijd
C
grammaticale functie
D
plaats t.o.v. persoonsvorm

Slide 15 - Quizvraag

Verbeter de foutieve samentrekking.
Morgen bestel ik de nieuwe dynamo en hoop hem overmorgen te ontvangen.

Slide 16 - Open vraag

Opdracht maken
  • Maak opdracht 7 (alleen vraag 1) op pagina 167 van je boek. 
  • Je krijgt hier 15 minuten de tijd voor, daarna bespreken we de antwoorden. 
  • Je mag zachtjes overleggen
timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 7

Zin c en i zijn goed 
a Die oorlogsfotograaf is erg voorzichtig, maar is toch vorige week door rebellen ontvoerd.
b Mijn neefje is vandaag jarig en ik heb hem een leuke kaart gestuurd.
d De winnaar van de dichtwedstrijd werd een beker overhandigd en hij las daarna zijn gedicht voor.
e Die vrouw was jarenlang lid van de Tweede Kamer en was daarna benoemd als minister van Binnenlandse Zaken.
f De uitleg van de docent begreep ik niet, maar die uitleg heeft Vamisa wel geholpen.
g Die som was niet zo ingewikkeld en ik heb hem dus in korte tijd kunnen oplossen.
h Mijn broer heeft sinds kort zijn rijbewijs en heeft inmiddels al veel autoritjes gemaakt.
j Dat artikel is helaas uitverkocht en wij kunnen het ook niet meer voor u bestellen.

Slide 18 - Tekstslide

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: maandag 10 mei / dinsdag 11 mei
Herhaling spelling en grammatica

Maandag 17 mei en dinsdag 18 mei
Toets grammatica en spelling blok 1 t/m 4

Slide 19 - Tekstslide