Les 10 - Samenvatting

Samenvatting
Samenvatting §4.1 - §4.4
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Samenvatting
Samenvatting §4.1 - §4.4

Slide 1 - Tekstslide

Begrippen §4.1
Armoedegrens: De hoeveelheid geld die je minimaal nodig hebt. Dit verschilt van land tot land
Koopkracht: Hoeveel je kunt kopen voor een euro of dollar in een land
Ontwikkelingslanden: Deze landen zijn niet de rijke geindustrialiseerde landen waar we zelf wonen, maar ze zijn over het algemeen armer.
Informele sector: Het onofficiële deel van de economie. Ook bekend als de zwarte markt. Deze inkomens komen niet voor in de statistieken van de overheid

Slide 2 - Tekstslide

Koopkracht
Koopkracht: Hoeveel je kunt kopen voor een euro of dollar in een land
Boodschappen in:

Slide 3 - Tekstslide

Armoedegrens
Armoedegrens: De hoeveelheid geld die je minimaal nodig hebt. Dit verschilt van land tot land


Slide 4 - Tekstslide

Armoedegrens
Armoedegrens: De hoeveelheid geld die je minimaal nodig hebt. Dit verschilt van land tot land

In Nederland is dit het geval: "The poverty line for the Netherlands is drawn at approximately €1,040 a month for a single individual and up to €1,960 for a couple with two children."  Dit is deus 34 euro per dag

Maar in Afrika dit: 'African households with a consumption level below the 1.9$/day poverty line declined from 40% in 2010 to 34% in 2019. At below 3.2 $/day, the poverty rate fell from 63% to 59%; and at below 5.5 $/day, it fell from 83% to 80%." 1,9$ per dag is dat 60 euro per maand


Slide 5 - Tekstslide

Ontwikkelingslanden
Ontwikkelingslanden: Deze landen zijn niet de rijke geïndustrialiseerde landen waar we zelf wonen, maar ze zijn over het algemeen armer.

Deze landen hebben vaak:
  • Geen goede educatie
  • Geen goede infrastructuur
  • Weinig goede banen
  • Geen goede zorg


Slide 6 - Tekstslide

Informele sector
Informele sector: Het onofficiële deel van de economie. Ook bekend als de zwarte markt. Deze inkomens komen niet voor in de statistieken van de overheid. 

Slide 7 - Tekstslide

Welzijn
Conclusie: BBP (welvaart) zegt vaak iets over welzijn in een land, maar er zijn nog meer dingen die een goede invloed hebben
  • Levensverwachting
  • Koopkracht
  • Analfabetisme


Slide 8 - Tekstslide

Begrippen
Primaire sector: Een economische sector die bestaat uit landbouw, mijnbouw en visserij
Secundaire sector: economische sector die bestaat uit fabrieken en industrie
Tertiaire sector: In de tertiaire sector, of dienstensector, worden de goederen uit de primaire en secundaire sector gebruikt en verkocht

Slide 9 - Tekstslide

Economische sectoren
Bij aardrijskunde hebben we drie (of vier) economische sectoren:
  • Primaire sector
  • Secundaire sector
  • Tertiaire sector
  • (Informele sector)

Slide 10 - Tekstslide

Primaire sector
Primaire sector: Een economische sector die bestaat uit landbouw, mijnbouw en visserij

Deze producten kunnen gebruikt worden in de andere sectoren

Slide 11 - Tekstslide

Secundaire sector
Secundaire sector: economische sector die bestaat uit fabrieken en industrie

De goederen uit de primaire sector worden in de secundaire sector verwerkt tot producten

Slide 12 - Tekstslide

Tertiaire sector
Tertiaire sector: In de tertiaire sector, of dienstensector, worden de goederen uit de primaire en secundaire sector gebruikt en verkocht

Slide 13 - Tekstslide

Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector

Slide 14 - Sleepvraag

Centrum periferie model
  • Centrumlanden: Rijke landen die meer economisch ontwikkeld zijn dan veel amndere landen
  • Semi-periferie landen: Landen die qua economische ontwikkeling tussen centrum en periferie in zitten
  • Periferie landen: Arme landen die economisch minder ontwikkeld zijn

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Periferie
  • Periferie landen: Arme landen die economisch minder ontwikkeld zijn
  • Werken vooral in de primaire sector

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Semi-periferie
  • Semi-periferie landen: Landen die qua economische ontwikkeling tussen centrum en periferie in zitten
  • secundaire sector

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Centrum
  • Centrumlanden: Rijke landen die meer economisch ontwikkeld zijn dan veel amndere landen
  • Tertiaire sector

Slide 21 - Tekstslide

Sociale ongelijkheid
Grote verschillen in inkomen tussen groepen mensen

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Regionale ongelijkheid
Grote verschillen in inkomen binnen een gebied

Deze gebieden kun je vervolgens onderverdelen met het centrum-periferie model:
  • Centrum
  • Semi-periferie
  • Periferie

Slide 24 - Tekstslide

Semi-periferie
Centrum
Periferie

Slide 25 - Sleepvraag

Begrippen §4.4
Globalisatie: Proces waardoor regio's in de wereld meer en meer verbonden raken
Multinationale organisatie (MNO): Een groot bedrijf met kantoren en fabrieken in verschillende landen
Grondstoffen: Onbewerkte goederen
Halffabrikaten: bewerkte goederen die een tussenstap zijn tussen grondstof en eindproduct
Eindproducten: Producten die klaar zijn om verkocht te worden



Slide 26 - Tekstslide

Globalisatie
Globalisatie: Proces waardoor regio's in de wereld meer en meer verbonden raken

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Oorzaken globalisatie
  • Meer multinationale organisaties
  • Meer open grenzen
  • telefoons en internet


Slide 29 - Tekstslide

Multinationale organisatie (MNO)
Multinationale organisatie (MNO): Een groot bedrijf met kantoren en fabrieken in verschillende landen

Slide 30 - Tekstslide

Open grenzen
  • Sneller reizen in de EU
  • Na de brexit kost reizen naar Engeland 45 minuten extra
  • Dus voor de EU koste een reisje naar Kroatie makkelijk 3 uur en 45 minuten meer

Slide 31 - Tekstslide

Telefoons en het internet
Voorheen duurde berichten sturen lang
5 - 10 weken

Slide 32 - Tekstslide

Telefoons en het internet
Tegenwoordig gaat een brief sneller
4 - 8 dagen

Slide 33 - Tekstslide

Telefoons en het internet
Maar telefoons en het internet zijn het snelst
Bijna direct

Slide 34 - Tekstslide

Stap 1: cacaobonen plukken en drogen
Grondstoffen: Onbewerkte goederen

De grondstof van chocola is de cacaoboon

Deze wordt voornamelijk in west-Afrika 
geproduceerd

Slide 35 - Tekstslide

Stap 2: Halffabrikaten maken
Halffabrikaten: bewerkte goederen die een tussenstap zijn tussen grondstof en eindproduct

De bonen worden omgezet tot twee dingen die de basis vormen van chocola
  • Cacaoboter
  • Cacaopoeder

Dit komt veel voor in de semi-periferie

Slide 36 - Tekstslide

Uitbesteding
Multinationale organisatie (MNO): Een groot bedrijf met kantoren en fabrieken in verschillende landen

Slide 37 - Tekstslide

Tijd om te leren
Er staan oefentoetsen in Som

Slide 38 - Tekstslide