2-BBL hoofdstuk 5 - Samenvatting

Samenvatting Hoofdstuk 5
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Samenvatting Hoofdstuk 5

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen?
  • samenvatting doornemen
  • je moet af en toe vragen beantwoorden

wat heb je nodig?
  • je telefoon
  • rekenmachine

doel van de les: puntjes op de i zetten

Slide 2 - Tekstslide

5.1 Kwadraten en wortels

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het omgekeerde van kwadrateren?
A
vermenigvuldigen
B
worteltrekken
C
delen
D
optellen

Slide 4 - Quizvraag

hoe noteer je 5 in het kwadraat?
A
52
B
5.2
C
D
2^5

Slide 5 - Quizvraag

8² = ?
A
16
B
64
C
62
D
82

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het omgekeerde van worteltrekken
A
kwadrateren
B
delen
C
vermenigvuldigen
D
aftrekken

Slide 7 - Quizvraag

wat betekent worteltrekken?
A
De wortel van een getal nemen
B
een getal in het kwadraat zetten

Slide 8 - Quizvraag

wat is wortel 81
A
6561
B
9
C
18
D
19

Slide 9 - Quizvraag

Hoe controleer je of een driehoek rechthoekig is?
A
Met de stelling van pythagoras
B
opmeten
C
kan niet
D
met worteltrekken

Slide 10 - Quizvraag

5.2 Machten

Slide 11 - Tekstslide

5 tot de macht 7 is?
A
35
B
12
C
78 125
D
81 920

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de exponent in de macht:

A
5
B
3
C
4
D
34

Slide 13 - Quizvraag

Machten...

24=
A
2 x 4 = 8
B
2 + 2 + 2 + 2 = 8
C
2 x 2 x 2 x 2 = 4
D
2 x 2 x 2 x 2 = 16

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het grondtal in deze macht?
42
A
4
B
2

Slide 15 - Quizvraag

3 tot de vierde macht is ....
A
12
B
27
C
16
D
81

Slide 16 - Quizvraag

Bereken met de rekenmachine, rond af op twee decimalen
A
960,88
B
9608,8
C
9608,84
D
9908

Slide 17 - Quizvraag

bereken met de rekenmachine, rond af op één decimaal.
A
999,6
B
999,5
C
121.9
D
122

Slide 18 - Quizvraag

5.3 Stelling van Pythagoras

Slide 19 - Tekstslide

Wat kun je met de stelling van Pythagoras?
A
hoogte meten
B
hoeken meten
C
diepte meten
D
zijden berekenen

Slide 20 - Quizvraag


De Stelling van Pythagoras geldt in.......
A
alle driehoeken
B
rechthoekige driehoeken
C
gelijkbenige driehoeken
D
gelijkzijdige driehoeken

Slide 21 - Quizvraag

Wat moet de stelling van Pythagoras altijd hebben?
A
2 gelijke zijde en een schuine.
B
een hoek groter dan 90 graden.
C
een hoek van 90 graden.
D
Een hoek kleiner dan 90 graden

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de stelling van Pythagoras?
A
rhz² + rhz² = sz²
B
rhz² - rhz² = sz²
C
rhz² x rhz² = sz²
D
rhz² : rhz² = sz²

Slide 23 - Quizvraag

Stelling van Pythagoras is...
A
Makkelijk
B
Moeilijk
C
Te doen
D
Wat is dat?

Slide 24 - Quizvraag

5.4 Pythagoras gebruiken

Slide 25 - Tekstslide


Als de driehoek rechthoekig is, dan is de schuine zijde ...
A
DF
B
DE
C
EF
D
Dat kan je niet weten

Slide 26 - Quizvraag

De driehoek is een rechthoekige driehoek
A
Ja
B
Nee
C
Geen idee

Slide 27 - Quizvraag

5.5 Assenstelsel met negatieve getallen

Slide 28 - Tekstslide

wat zijn de coordinaten van punt S?
A
(2, 3)
B
(-2, 3)
C
(3, 2)
D
(3, -2)

Slide 29 - Quizvraag

Ik snap deze hoofdstuk helemaal

0100

Slide 30 - Poll

Wat vond je van de
uitleg deze les?

Slide 31 - Woordweb