Signaalwoorden

Schrijf drie Duitse signaalwoorden op
1 / 10
volgende
Slide 1: Woordweb
duitsVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Schrijf drie Duitse signaalwoorden op

Slide 1 - Woordweb

also
damit
darum
auch
tatsächlich
sondern
Betekenissen van signaalwoorden
ook
maar
zodat
daarom
dus
inderdaad

Slide 2 - Sleepvraag

Welches Wort passt im Sinne des Textes in die Lücke in Absatz 3?


A aber
B denn
C oder
D und 
timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

Welches Wort passt im Sinne des Textes in die Lücke in Absatz 3?


A aber
B denn
C oder
D und 

Slide 4 - Tekstslide

Opsomming
Tegenstelling
Reden / oorzaak
Benadrukking
Bevestiging
Conclusie
außerdem - bovendien
dann - dann
zuerst - ten eerste
trotz - ondanks
weil - omdat
denn- want
vor allem - vooral / in het bijzonder
klar - natuurlijk
deshalb - daarom

Slide 5 - Sleepvraag

Vertaal:
Was ist der Kern des 4. Absatzes?

Slide 6 - Open vraag

Vertaal:
Was macht der 3. Absatz deutlich?

Slide 7 - Open vraag

Vertaal
Was kann man aus dem letzten Absatz schließen?

Slide 8 - Open vraag

Vertaal:
Was wird damit gemeint?

Slide 9 - Open vraag

Uitleg taaltaak periode 2

Slide 10 - Tekstslide