03 - Noël & Saint-Sylvestre (thuis)

Quiz de Noël
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Quiz de Noël

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

le Saint-Sylvestre=
oudejaarsavond

Slide 4 - Tekstslide

traduis "Noël"

Slide 5 - Open vraag

Noël = Kerstmis

Slide 6 - Tekstslide

Wat betekent:
le Saint-Sylvestre?
A
kerstmis
B
oudejaarsavond
C
nieuwjaar
D
gelukkig nieuwjaar

Slide 7 - Quizvraag

vertaal: "Le Nouvel an"

Slide 8 - Open vraag

Le Nouvel an = Nieuwjaar

Slide 9 - Tekstslide

Wat betekent:
Bonne Année?
A
kerstmis
B
oudejaarsavond
C
nieuwjaar
D
gelukkig nieuwjaar

Slide 10 - Quizvraag

Bonne Année=
gelukkig nieuwjaar!

Slide 11 - Tekstslide

Verjaardag: 
Kerst: 
  • bon anniversaire!
  • gâteau
  • souffler les bougies
  • Noël
  • rudolphe le renne
  • boules, guirlandes, étoiles
Nieuwjaar: 
  • champagne
  • feu d'artifice
  • bonne année
  • le Saint-Sylvestre
  • sapin
  • naissance
________________________________________________________
_______________________________________________________

Slide 12 - Tekstslide

Noël
feu d'artifice
gâteau
bon anniversaire!
le Saint-Sylvestre
sapin
souffler les bougies
rudolphe 
le renne
bonne année
boules, guirlandes, étoiles
champagne
naissance

Slide 13 - Sleepvraag

Welke maand hoort bij Noël en welke hoort bij Le jour de l'An? (geef antwoord in het Frans!)

Slide 14 - Open vraag

Welke maand hoort bij Noël en welke hoort bij Le jour de l'An? 

1. décembre
2. janvier

Slide 15 - Tekstslide

Op welke dag is het Noël in
Frankrijk?
A
le vingt-quatre décembre
B
le vingt-six décembre
C
le vingt-cinq décembre
D
le vingt-trois décembre

Slide 16 - Quizvraag

Op welke dag is het Noël in
Frankrijk?

le vingt-cinq décembre

Slide 17 - Tekstslide

Welke land heeft meer
'feu d'artifice' bij
Saint-Sylvestre?
A
Les Pays-Bas
B
La France

Slide 18 - Quizvraag

Welke land heeft meer
'feu d'artifice' (=vuurwerk)
bij  Saint-Sylvestre?

Les Pays-Bas! 

Slide 19 - Tekstslide

Op welke dag wordt
in Frankrijk
Noël NIET gevierd?
A
le vingt-quatre décembre
B
le vingt-cinq décembre
C
le vingt-six décembre

Slide 20 - Quizvraag

Op welke dag wordt in Frankrijk  
 Noël NIET gevierd?

le vingt-six décembre

Slide 21 - Tekstslide

Wie is 'le père Noël'?
A
de papa die Noël heet
B
de pastoor
C
het kindje Jezus
D
de kerstman

Slide 22 - Quizvraag

Wie is 'le père Noël'?

de kerstman

Slide 23 - Tekstslide

Welke letters ontbreken?
Jo..eux Noël
&
Bonne A..ée
A
j - n
B
y - n
C
y - nn
D
j - nn

Slide 24 - Quizvraag

Welke letters ontbreken?
Joyeux Noël
& Bonne Année

y - nn

Slide 25 - Tekstslide

 foie gras
(=ganzenlever)
des huitres
(=oesters)

Slide 26 - Tekstslide

escargots
(=slakken)
saumon fumé
(=gerookte zalm)

Slide 27 - Tekstslide

la dinde 
(=de kalkoen)
le marron
(=de kastagne)

Slide 28 - Tekstslide

le 24 décembre: le Réveillon
(=avond voor kerst)
Bûche de Noël
(=kerstdessert)

Slide 29 - Tekstslide