Les 4 Molberekeningen deel 1

Les 4 Molberekeningen
Scheikunde
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 4 Molberekeningen
Scheikunde

Slide 1 - Tekstslide

bureau WAMA

Slide 2 - Tekstslide

Drie afspraken

1. Je hebt de juiste spullen bij je.
2. Tijdens de uitleg ben je stil.
3. Wanneer je mag overleggen doe        je dat met de persoon naast je. 

Slide 3 - Tekstslide

Planning
Huiswerk: leer 'molecuulmassa' en maak opdracht 8

Lesdoel: 
In deze les leer je
... de molaire massa berekenen. 
... rekenen van mol naar gram en van gram naar mol

Deze les: 
  • Herhaling + nakijken 8
  • Uitleg doel 1 + maak 9
  • Keuze: doel 2 zelfstandig uitzoeken of de uitleg volgen
  • Maak 10 en 11
  • Eerder klaar? Werk verder in het boekje. 
  • Slotopdracht

Slide 4 - Tekstslide

Atoomsoort
Atoommassa
Atoomsoort
Atoommassa
H   waterstof
1,008
F   fluor
19,00
C   koolstof
12,01
P   fosfor
30,97
N   stikstof
14,01
S   zwavel
32,06
O   zuurstof
16,00
Cl  chloor
35,45
Voorbeeld: molecuulmassa van glucose 
6 C atomen, 12 H atomen, 6 O atomen
6 x 12,01 + 12 x 1,008 + 6 x 16,00 = 180,16 u

Slide 5 - Tekstslide

Nakijken

Slide 6 - Tekstslide

Nakijken

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

De scheikundige mol is een eenheid die staat voor het aantal deeltjes, dus het aantal moleculen of atomen. Hierbij bevat 1 mol 6,022 ⋅ 10^23 deeltjes.
1mol=

Slide 9 - Tekstslide

Mol

6,022 ⋅ 10^23

3 x 6,022 ⋅ 10^23 

= 1,8066 ⋅ 10^24
= 3 mol
Dozijn

12

3 x 12 

= 36
= 3 dozijn


Slide 10 - Tekstslide

Vorige les de molecuulmassa berekend.
Een molecuul H2 bestaat uit 2 H-atomen, dus de molecuulmassa is dan 2 * 1,008 = 2,016 u.

Nu molaire massa: deze massa geeft aan hoeveel gram een bepaalde stof weegt per 1 mol deeltjes van deze stof. Bij 1 mol deeltjes kun je de u vervangen door g, dus
1,000 mol H2 is 2,016 g/mol.

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld
Bereken de molaire massa van propaan. 
Geef de juiste significantie.

Antwoord 
De relatieve atoommassa van C = 12,01 u en die van H = 1,008 u. De molaire massa van C3H8 wordt dan:
 3 * 12,01 =  36,03
 8 * 1,008 =  8,064 +
                   44,094
 De molaire massa van C3H8 is dus 44,09 g/mol.

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld

Molecuulmassa
1 molecuul propaan heeft een massa van 44,09 u.

Molaire massa
1 mol propaan heeft een molaire massa van 44,09 g / mol. 

Slide 13 - Tekstslide

Lees blz. 11 en 12, maak opdracht 9

5 minuten

Klaar? Verder werken
timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Keuze

  • Zelfstandig aan de slag met lezen blz. 12 - 13 en   maken 10 en 11.     (in stilte)

  • Volg de uitleg en maak dan 10 en 11.

Slide 15 - Tekstslide

Manier 1 - Formule                     Kijk op blz. 12 van je boekje
Je hebt 8,00 mol CO2. Wat is hiervan de massa?
Molaire massa van CO2 = 44,01 g/mol.

8,00 mol * 44,01 g/mol = 352,08 gram CO2 = 352 g CO2

Slide 16 - Tekstslide

Manier 2 - Verhoudingstabel

Je hebt 8,00 mol CO2. Wat is hiervan de massa? 
Molaire massa van CO2 = 44,01 g/mol.
    44,01 g
            ?
   1,00 mol
    8,00 mol
= 44,01 * 8,00 / 1,00 = 352 g 

Slide 17 - Tekstslide

Lees blz. 12 en 13, maak opdracht 10 en 11



Klaar? Verder werken

Slide 18 - Tekstslide

Slotopdracht
a. Bereken de molaire massa van
b. Hoeveel mol is 300g             ? 
c. Maak de reactievergelijking kloppend

Slide 19 - Tekstslide

Slotopdracht
a. Bereken de molaire massa van
b. Hoeveel mol is 300g             ? 
c. Maak de reactievergelijking kloppend
Volgende les: Er reageert 300 gram H3PO4. Hoeveel gram waterstofgas ontstaat er dan?

Slide 20 - Tekstslide

Slotopdracht - antwoorden

Slide 21 - Tekstslide