LES 1 t/m 6 - Schrijven, ‘dierenweetjes kaart'

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 5-8

Introductie

Digibordles

Les 1

 doelgroep en onderwerp bepalen

Ik weet voor welke doelgroep ik ga schrijven.

Ik bedenk een onderwerp.

Ik weet welke kenmerken mijn tekst krijgt.

Dit ga ik leren.

Wat gaan we schrijven?

Je gaat met je groepje een ‘dierenweetjes kaart'  maken.

Wat is het doel van de tekst? 

Voor wie ga je schrijven?

Waar ga je over schrijven?

Ordenen in je aantekeningen.

Handig om erbij te houden! 

Succescriteria

De informatie hoort allemaal bij elkaar.

De 5 eerste weetjes hebben de juiste informatie.

Het is duidelijk waardoor dit dier bedreigd wordt.

De titel past bij de tekst.

De woorden en zinnen passen goed bij de soort tekst.

De volgende les leren we goede zinnen schrijven en schrijven we 

een eerste versie van mijn ‘dierenweetjes kaart'.

Les 2 

goede zinnen en eerste versie

Ik schrijf goede zinnen.   
Ik schrijf de eerste versie van mijn ‘dierenweetjes kaart'.

Dit ga ik leren.

Ordenen in je tekstschema.

Zo schrijf ik goede, heldere zinnen.

Ik doe het even voor:

Schrijf een goede zin samen met je schoudermaatje.

Nu in tweetallen

Goede zinnen schrijven in je schema.

LET OP! Het hoeven nog geen perfecte zinnen te zijn. Het is een eerste versie.

Hier komen jouw zinnen te staan.

Hier komen jouw zinnen te staan.

Heb je goed gewerkt? 

Ben je tevreden, waarom? 

De volgende les gaan we feedback geven op elkaars werk.

Les 3 

feedback geven en krijgen

Ik geef feedback op een ‘dierenweetjes kaart'.

Ik krijg feedback op mijn ‘dierenweetjes kaart'.

Dit gaan we vandaag doen.

Op welke succescriteria wil jij graag feedback ontvangen? Kies er één.

TIP! Het is heel handig om feedback te krijgen op iets wat je nog moeilijk vindt.

Zo geef ik goede feedback, ik lees de tekst en ga na:

1. Begrijp ik het? Begrijpt de doelgroep dit?

2. Lees ik het graag? (leuk/ spannend/ logisch genoeg/…?)

3. Waar wil de schrijver feedback op?

4. Wat vind ik van dat deel in deze tekst?

5. Wat is er goed aan? Wat zou ik anders doen?

6. Ik verwoord mijn feedback vriendelijk en duidelijk, zodat de ander er iets mee kan.

7. Ik doe een voorstel voor verandering. 

Zo geef ik stap voor stap goede feedback. 

Bekijk het tekstschema van een maatje en geef stap voor stap feedback.

LET OP!  Vraag aan je maatje op welke succescriteria feedback gegeven moet worden.

Welke feedback heb jij gegeven? 

Hoe heb je het verwoord? 

Wat vond jij (ontvanger) van de feedback? Kun je er iets mee?

Hoe ging het geven en ontvangen van feedback?

Les 4 

herschrijven van je ‘dierenweetjes kaart'.

Ik herschrijf mijn ‘dierenweetjes kaart', zodat de tekst nog beter wordt.

Dit ga ik leren.

Zo verwerk je de gegeven feedback.

Handig! Als je de feedback verwerkt hebt, kun je  vragen aan je maatje of de tekst beter geworden is.

Ik doe het even voor:

Neem de tijd! En lees de tekst nog eens goed door. Let alvast op fouten.

Tijd om te herschrijven!

Op welke zin ben jij het meest trots?

Les 5 

Is het goed geschreven?

Ik controleer of alle woorden goed geschreven zijn. 
Ik gebruik leestekens en zet ze op de juiste plek.

Dit ga ik leren.

Ik doe het even voor:

Het is belangrijk om je teksten rustig door te lezen. Je leest namelijk makkelijk over je eigen foutjes heen.

Controleer je tekst en schrijf hem daarna in het net. 

Les 6 

Presenteren

Ik presenteer mijn ‘dierenweetjes kaart'.
Ik spreek op een volgbaar tempo.

Dit ga ik leren.

Ken je de succescriteria van een informatieve tekst nog?

Aandachtspunt! Tijdens het presenteren wil je dat iedereen je verstaat. Je moet dus op een volgbaar tempo spreken.

Oefentijd! 

Hardop oefenen helpt je bij het leren presenteren.

Tijd om te presenteren. 

Kan jij de presentator op een prettige manier feedback geven?

Tot de 

volgende keer!