Vraagwoorden cap3 Biografías

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

El objetivo de la clase= Doel van de les: 
De vraagwoorden (los pronombres Interrogativos) toepassen.
Aan het einde van de les:
Jullie kunnen de vraagwoorden gebruiken bij juiste vragen.

Slide 2 - Tekstslide

Revisar los deberes

Slide 3 - Tekstslide

Vraagwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Interrogativas

Slide 5 - Tekstslide

Palabras interrogativas
¿Quién?
Wie?
¿Quiénes?
Wie? (meervoud)
¿Qué?
Wat?
¿Dónde?
¿De dónde?

Waar?
Waar vandaan?
¿Cuándo?
Wanneer?
¿Cuánto/a/os/as?
Hoeveel? meervoud
¿Por qué?
Waarom?
¿Cómo?
Hoe?
¿Cuál
Welke?
¿Cuales?
Welke? (meervoud)

Slide 6 - Tekstslide

En la clase
  1. Tekstboek pg 41 (todos)
  2. Lee el texto de la pag. 41 y contesta las preguntas del ejercicio 1 y  3
timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Sleep de juiste vertaling van de vraagwoorden
 waar
hoeveel
hoe
wie
wanneer
waarom
wat / welk
¿Cuánto?
¿Cuándo?  
¿Cómo?
¿Dónde?  
¿Cuánta?
¿Por qué?

¿Quién?
¿Cuál? 
¿Qué?  

Slide 8 - Sleepvraag

De vraagwoorden. Sleep ze naar elkaar toe.
Hoe?
Wat?
Wie?
Wanneer?
Waar?
Waar vandaan?
¿Cómo?
¿Qué?
¿Quién(es)?
¿Cuándo?
¿Dónde?
¿De dónde?

Slide 9 - Sleepvraag

Sleep de  vraagwoorden naar de juiste zin.
¿... te llamas?
¿... años tienes?
¿... está mi móvil?
¿... es tu número de teléfono?
Cómo
Cuántos
Dónde
Cuál

Slide 10 - Sleepvraag

Studygo
Oefenen  de vocabulario
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

DEBERES: werkboek ejercicios 1 y  2  pg 26

Slide 12 - Tekstslide

Repaso, Getallen t/m 100

Slide 13 - Tekstslide

14, 16, 0, 21

Slide 14 - Open vraag

Los números

Slide 15 - Tekstslide

Los números

Slide 16 - Tekstslide

Ordena los números de menor a mayor (van klein naar groot,  van links naar rechts) 
20
100
ochenta
cien
cincuenta
treinta
veinte
cuarenta
sesenta
noventa
setenta

Slide 17 - Sleepvraag

Ordena los números de menor a mayor (van klein naar groot,  van links naar rechts) 
15
37
31
50
28
10
42
16
0
cuarenta y dos
cero
cincuenta
treinta y siete
quince
treinta y uno
veintiocho
dieciseis
diez

Slide 18 - Sleepvraag