In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
2.9 Media en onderzoek
Slide 1 - Tekstslide
Herhaling 2.7 en 2.8
Werkwoordelijk gezegde
Zinsdeelstrepen
Persoonsvorm tegenwoordige tijd (stam of stam + t)
Kommagebruik
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen van vandaag
Je weet hoe je slim kunt zoeken met Google.
Je weet hoe je online betrouwbare informatie over een onderwerp vindt.
Slide 3 - Tekstslide
Hoe kom jij aan je informatie als je iets nodig hebt?
Slide 4 - Woordweb
Slide 5 - Tekstslide
Online betrouwbare informatie vinden
Als je informatie hebt gevonden, kijk je of de informatie begrijpelijk en bruikbaar is.
Je kijkt ook of de informatie betrouwbaar is.
Slide 6 - Tekstslide
Wat wordt bedoeld met betrouwbare informatie?
Slide 7 - Woordweb
Zoeken op Google:
- je kunt een woord typen van hetgeen je zoekt
- als je echt een hele zin wilt zoeken, dan zet je deze tussen dubbele aanhalingstekens, bijvoorbeeld:
"een kind kan de was doen"
Slide 8 - Tekstslide
Wat betekent: "Een kind kan de was doen" eigenlijk?
Slide 9 - Woordweb
Functies van Google:
Met 'Tools' kun je kiezen in welke taal en uit welke tijd je info moet komen
Slide 10 - Tekstslide
Vier tips om betrouwbare informatie te vinden
1 Als je via Google zoekt, is het eerste zoekresultaat vaak een advertentie. Dat zie je aan het blokje met Adv. De maker van die website probeert je iets te verkopen, dus de informatie op die website is minder betrouwbaar.
2 Websites van officiële organisaties en instanties zijn meestal betrouwbaar. Denk bijvoorbeeld aan de website van een ziekenhuis of een ministerie.
Slide 11 - Tekstslide
Vier tips om betrouwbare informatie te vinden
3 Vaak krijg je een link naar Wikipedia. Een pagina op Wikipedia wordt meestal geschreven door deskundigen. Andere deskundigen controleren deze informatie. De informatie op Wikipedia is daarom meestal betrouwbaar.
4 Op forums en in vlogs gaat het meestal om de persoonlijke mening van de schrijver of vlogger. Soms worden vloggers ook gesponsord om een product aan te prijzen. De informatie is dus minder betrouwbaar.
Slide 12 - Tekstslide
Een hit op Google
Elke pagina die ze tonen waarop je informatie kunt vinden, noemen ze een hit. Bij populaire zoekopdrachten kun je pagina na pagina vol met hits krijgen.
Aan jou is het dan om de juiste hit te openen...
Slide 13 - Tekstslide
Maken
2.9 Media en Onderzoek
Bladzijde 121 t/m 126
Opdracht 1 t/m 7
timer
15:00
Slide 14 - Tekstslide
Wat bedoelen ze met: als je iets zoekt op Google, krijg je een heleboel hits te zien?