H4 - Les 4 - Resonantie

Welkom in de les
Wat je nodig hebt vandaag:

Pen, potlood en geo

Rekenmachine

Boek 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom in de les
Wat je nodig hebt vandaag:

Pen, potlood en geo

Rekenmachine

Boek 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

  • Afmaken experiment
  • Bespreking opdracht 33
  • Afmaken 4.3
  • Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Vraag 1)
Gebruik je resultaat van stap 1 om te 
berekenen hoe ver een massa van 
170 gram de veer zal uitrekken. 

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 2)                  (T,m)-diagram
massa (gr)
T (s)
50
0,574
100
0,814
150
0,990
200
1,147
300
1,430

Slide 4 - Tekstslide

Vraag 3)                 (T2,m)-diagram
massa (gr)
T2 (s2)
50
0,329
100
0,660
150
0,980
200
1,32
300
2,05

Slide 5 - Tekstslide

Massa-veersysteem

In werkelijkheid zal de amplitude van de trilling door 
weerstandskrachten steeds kleiner worden.

Dit proces heet demping.

Slide 6 - Tekstslide

Massa-veersysteem
De trillingstijd van een massa-veersysteem hangt af 
van de massa en de veerconstante.




Amplitude heeft dus geen invloed.
T=2π(Cm)
T is de trillingstijd in seconde (s)
m is de massa in kilogram (kg)
C is de veerconstante in 
    Newton per meter (N/m)

Slide 7 - Tekstslide

C = 15 N/m
m = 130gr = 0,130 kg

a) 
Fz = m x g
Fz = 0,130 x 9,81 
Fz = 1,2753 N
Fz = 1,28 N

Slide 8 - Tekstslide

C = 15 N/m
m = 130gr = 0,130 kg

b) 
F = C x u 
u = F / C
u = 1,2753 / 15
u = 0,08502 m
u = 0,085 m

Slide 9 - Tekstslide

C = 15 N/m
m = 130gr = 0,130 kg

c) 
F = C x u 
F = 15 x 0,05
F = 0,75 N

Slide 10 - Tekstslide

d) De veer is nu 
8,5 cm + 5 cm = 13,5 cm 
uitgerekt.

e) Het blokje is 5cm naar beneden getrokken vanaf de evenwichtstand. De amplitude zal dus 5cm zijn. 

Slide 11 - Tekstslide

C = 15 N/m
m = 130gr = 0,130 kg

f) 

T=2π(Cm)
T=2π(150,130)
T=0,58s

Slide 12 - Tekstslide

C = 15 N/m
m = 260gr = 0,260 kg

f)





 

T=2π(Cm)
T=2π(150,260)
T=0,83s
De trillingstijd is dus niet twee keer zo groot geworden.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Eigentrilling en eigenfrequentie

Een trilling die een voorwerp van 
zichzelf uitvoert heet de eigentrilling.

De frequentie van die trilling heet de 
eigenfrequentie

Slide 15 - Tekstslide

Resonantie
Als een voorwerp een eigenfrequentie heeft die overeenkomst met een trilling van
buitenaf, dan gaat het voorwerp ook trillen.

Dit heet resonantie.

De trilling van buitenaf heet een 
gedwongen trilling.

Slide 16 - Tekstslide

Vandaag
Rekenen met 



Nieuwe begrippen
- demping
- eigenfrequentie
- gedwongen trilling
- resonantie
T=2πCm

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk
Opdracht 
27, 29, 30
  • Voor aanstaande woensdag
  • Opdrachten vorige keer nog niet af? Maak dat eerst.
    (33, 35, 37)

Slide 18 - Tekstslide