6.4 Some any every no

Grammar
Boek 2/3 
6.4 Cooking
Doel: Je kunt Some, Any, Every and No en Quantifiers gebruiken.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1-3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grammar
Boek 2/3 
6.4 Cooking
Doel: Je kunt Some, Any, Every and No en Quantifiers gebruiken.

Slide 1 - Tekstslide

Some any every no
De woorden some en any kun je vertalen als bijvoorbeeld ‘enige’, ‘iets’, ‘enkele’ en ‘wat’.
   
Ook kun je deze woorden allemaal samenvoegen met andere woorden, zoals somebody, anybody, everybody.

Slide 2 - Tekstslide

Gebruik some en any
Gebruik some in bevestigende zinnen.
I’d like some sugar in my energy drink.

Gebruik any in ontkennende zinnen.
She doesn’t want any help with the engine rebuild.




Slide 3 - Tekstslide

Some en any in vragen
  • Gebruik some als je iets aanbiedt
Would you like some sugar in your energy drink?
  • Gebruik some als je ja verwacht als antwoord
Can I borrow some money from you?
  • Gebruik any je als je het antwoord niet zeker weet
Are there any doctors on this bus?


Slide 4 - Tekstslide

Any en every
Any en every lijken in gebruik op elkaar, maar:
  • Gebruik any als elke/iedere, zonder voorkeur
You can ask me any question you like.
We could meet any day of the week.
  • Gebruik every als elke/alle
We have classes every day of the week.

Slide 5 - Tekstslide

Samenstellingen
Je kunt woorden met some, any en every met -one, -body, -where, -thing, -how, -time, -way enz. samenstellen. Je gebruikt ze dan op dezelfde manier.
You can ask me anything you like.
He welcomed everyone who came in.
Can I ask you something?
I don’t see anybody working right now.

Slide 6 - Tekstslide

No
No kun je gebruiken als not any (geen), dus ook in samenstellingen. No geeft extra nadruk.
You haven't got any idea?
You've got no idea?
She doesn't want anything?
She wants nothing?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

I don’t have _____ reason to lie to you.
A
some
B
any

Slide 9 - Quizvraag

She wants to ask you _____ questions.

A
some
B
any

Slide 10 - Quizvraag

Can I give you _____ interesting information?

A
some
B
any

Slide 11 - Quizvraag

Are there _____ people who speak Tagalog in here?
A
some
B
any

Slide 12 - Quizvraag

Do you sell _____ cars that run on hydrogen?
A
some
B
any

Slide 13 - Quizvraag

He lost _____ flashdrives with sensitive information.
A
some
B
any

Slide 14 - Quizvraag

She doesn’t have _________ to do right now.
A
anywhere
B
anything
C
nothing
D
everyone

Slide 15 - Quizvraag

We saw _________ happen.

A
anything
B
everyone
C
somebody
D
nothing

Slide 16 - Quizvraag

I hope not ________ on the guest list will show up.

A
nobody
B
somebody
C
everyone
D
anywhere

Slide 17 - Quizvraag

There should be _________ who can do this.
A
everyone
B
somebody
C
anything
D
nothing

Slide 18 - Quizvraag

Opdrachten
Boek 2/3 
6.4 Cooking
Grammar 21.

Extra verdieping:
Extra Grammar 21

Slide 19 - Tekstslide